Sinds 1616 wordt in het gerechtsgebouw in Mechelen, het hof van Savoye, recht gesproken. Om de aandacht voor de maatschappelijke rol van het recht levend houden wordt er vanaf 2018 een “Dag van de rechtsstaat” georganiseerd. Toen bij de eerste editie de doelstelling nog was om onder juristen na te denken over hoe de rechtsstaat kan worden verbeterd en verfijnd, blijkt het nauwelijks enkele jaren later van belang om het te hebben over de bescherming van de rechtsstaat zelf. Met de toestand in Polen, Hongarije, maar ook in de Verenigde Staten sinds Trump en de recente situatie in Israël is de rechtsstaat allerminst een evidentie. Bij sommigen leeft de vrees dat ook ons land bij de volgende verkiezingen in 2024 zijn ‘Weimar-moment’ zal kennen en democratisch verkozen politici de rechtsstaat zullen ontmantelen.
Het behoort tot de tradities van de Mechelse Dag van de rechtsstaat dat juristen van allerhande horizonten in een bomvolle zaal luisteren naar spraakmakende sprekers, die niet te benard zijn daarvoor uit hun comfortzone te komen. De deelnemers ontvingen dit jaar in de congresmap de teksten van de vorige editie en konden zo nog eens nagenieten van de prikkelende analyse van de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer over “het belang van een wetboek”. In dezelfde traditie maakte schrijver Stefan Hertmans dit jaar een indringende analyse van Antigone van Sophocles en de universele betekenis ervan ook voor onze visie over de rechtsstaat vandaag. Tijdens de aansluitende receptie kon vernomen worden dat de tekst zal gepubliceerd worden in de weekendbijlage van De Standaard. De lectuur ervan is ten sterkste aanbevolen, al gaat u de avond voordien best op tijd naar bed en neemt u eerst een stevig ontbijt, wat het is geen gemakkelijke tekst.
Permanente waakzaamheid is geboden, maar we zijn het als jurist verplicht om optimist te blijven
Professor Chris barones Van Den Wyngaert deelde stukjes van haar rijke ervaring in het internationaal strafrecht. Ze wees erop dat nergens de rechtsstaat definitief verworven is. Permanente waakzaamheid is geboden, maar we zijn het als jurist verplicht om optimist te blijven. Ze is persoonlijk tegen de oprichting van een nieuw “Poetin-tribunaal” maar ze vindt het een goede zaak dat een aanhoudingsbevel tegen de Russische leider is uitgevaardigd.
Het was dan ook uitkijken naar wat de minister van Justitie Vincent Van Quickenborne zou vertellen, zeker in tijden waarin de politiek elite van ons land het steeds vaker heeft over activistische rechters die aan politiek doen en waarbij hier en daar gedweept wordt met het door de socioloog Mark Elchardus gelanceerde idee van een volksberoep. De minister had ’s ochtends in De Morgen al in zijn kaarten laten kijken met een intrigerend opiniestuk (“Het is aan ons allemaal om de onafhankelijkheid van de rechters te verdedigen”, De Morgen, 18 april) maar had ’s avonds de hele zaal in zijn greep toen hij aanvatte met een zinsnede uit een cassatiearrest van 1916: “La force ne créant pas le droit”. Macht maakt geen wet. “Het antwoord op een bevel van de Duitse bezetter tijdens WO I om Belgen te deporteren voor dwangarbeid. Onze rechters hadden toen de moed zich tegen de dreiging van geweld door de Duitsers te verzetten”, zo stelde de minister.
Dijk
Daarna volgende een gloeiend pleidooi voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, waarbij hij wees op een aantal veel voorkomende denkfouten als het over de rechtsstaat gaat. Zo is er de zelfgenoegzaamheid, waarbij we te vaak de indruk hebben dat de rechtsstaat niet meer in vraag kan worden gesteld. De minister vergeleek die met een dijk. Die moet bestand zijn tegen een storm die eens om de honderd jaar opduikt, maar ook tegen het dagelijks gebeuk door kleinere golven die de dijk eroderen aan de fundamenten vreten. Hij pleit er dan ook zeer terecht voor om iedere keer dat de principes van de rechtsstaat met de voeten worden getreden te blijven reageren. Hij ziet daar ook een taak weggelegd voor de magistratuur zelf, die niet mag wegblijven uit het maatschappelijk debat.
Eind dit jaar moeten alle gerechtelijke uitspraken voor het publiek online beschikbaar zijn, zodat de burger niet langer enkel aangewezen is op een krantentitel om de nuance van een rechterlijk oordeel te kunnen inschatten. Er komen ook bijkomende vonnisvoorlichters en parketwoordvoerders.
Yousra Benfquih, een doctor in de rechten die zich nu meer op haar spoken word, poëzie en proza focust, maakte als afsluiter de parallel tussen taal en recht, die beiden een machtsfactor in zich dragen. Ze situeerde daarin de kwetsbaarheid van de mens en het recht met aangrijpende poëzie waarvan enkel maar te hopen valt dat die snel in een dichtbundel beschikbaar zal zijn.
De rechtstaat is niet enkel een belijdenis, het is een oproep om er iedere dag actief aan te blijven werken.
Hugo Lamon
Lees hier eerdere columns van Hugo Lamon
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?
Volg Jubel.be op LinkedIn
0 reacties