LAMON op woensdag Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies. Iedere woensdag maakt hij op Jubel een persoonlijke beschouwing over justitie. |
Nu zelfs de Wetstraat even niet kibbelt, was het voor de journalisten zoeken naar nieuws. Uit de jongste telling van het aantal advocaten is gebleken dat er voor het eerst geen toename is. Niet echt spectaculair nieuws, maar blijkbaar interessant voor het grote publiek. Dat tegelijkertijd een nieuwe deontologische regel is uitgevaardigd die de “perimeter van het beroep” doet uitbreiden (waardoor een advocaat veel meer taken mag vervullen) lijkt veel belangrijker, maar kreeg geen aandacht.
Vorige week blokletterde de krant de Tijd dan weer: “Advocaat gedoemd tot pen en papier” (27 december). Journalist Lars Bové gaf er een lap op: “Advocaten die tijdens een onderzoek het strafdossier tegen hun cliënt willen inkijken, moeten ‘als monniken’ alles blijven overpennen. De laatste poging van minister van justitie Koen Geens om komaf te maken met de kafkaiaanse toestand botst op een njet van de privacywaakhond”. Het advies waarvan sprake dateert overigens al van 7 november.
Er woedt al enige tijd een discussie over de wijze waarop advocaten kennis kunnen nemen van een strafdossier. De huidige wet maakt een onderscheid tussen gevallen waarin een “afschrift” (kopie) van het dossier kan worden verkregen en de situaties waarin dat er enkel een “inzagerecht” is. En dan gaat het over de vraag hoe een advocaat mag “inzien”, liefst in een hedendaagse interpretatie (die dus van de 21ste eeuw). Mag hij enkel met zijn ogen kijken, of mag hij daarbij ook luidop voorlezen (al dan niet in een dicteerapparaat)? Mag hij eventueel ook nota’s nemen van wat hij mag zien (met een potlood, een vulpen, misschien zelfs een gewone pen)? Wat te denken van een scanpen of een foto met de iPhone (en is dat laatste dan geen moderne variant van een potlood)?
De discussie beroert al enkele maanden de juridische wereld nadat het College van Hoven en Rechtbanken nieuwe instructies de wereld instuurde. In het parlement verduidelijkte de minister van justitie dat het wettelijk inzagerecht maximaal moet zijn en mee moet evolueren met de technologische instrumenten. Er werd een wetgevend initiatief genomen om alle mogelijke onduidelijkheden weg te werken. De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft privacybezwaren tegen dat ontwerp.
De journalist van de Tijd werd boos terechtgewezen via een gezamenlijk persbericht van de hoven van beroep van Antwerpen en Gent. Die reactie kon op weinig mediabelangstelling rekenen, maar geraakte via het voluntarisme van Eric Beaucourt toch via de sociale media verspreid. Een citaat: “Voor zoveel als nodig herhalen wij dat dit verbod op het nemen van kopies met eigen middelen beperkt is tot de dossiers van voorlopige hechtenis waarin er geen toelating werd verleend tot het verkrijgen van een afschrift van het dossier of delen ervan. Op basis van het huidige art. 61ter Sv. kan de aangehouden verdachte de onderzoeksrechter verzoeken afschrift te verkrijgen”.
De mededeling verwijst ook naar art. 61ter §3 Sv, waardoor dat afschrift kan worden geweigerd indien “de noodwendigheden van het onderzoek dit vereisen of indien inzage een gevaar zou opleveren voor personen of een ernstige schending van hun privéleven zou inhouden”.
De persmededeling bevat ook een ernstige vingerwijzing: “Wie niet wil inzien dat dergelijke kopie van het dossier in het stadium van het onderzoek, grote risico’s met zich mee kan brengen voor het onderzoek, en voor de veiligheid van de erin betrokken partijen, neemt een grote verantwoordelijkheid.”
De perstekst eindigt als volgt: “Wie echter meent dat, inzake dossiers van voorlopige hechtenis, het comfort van de advocaten primeert op het belang van het onderzoek en de veiligheid van de betrokken partijen, kan zonder scrupules verder ijveren voor een opheffing van het scanverbod van deze dossiers”.
Is er na deze woorden nog een reactie mogelijk, zonder te worden weggezet als een onverantwoordelijke zonder scrupules? Mag er hier toch voorzichtig op gewezen worden dat in 2019 pen en papier bijna overal verdwenen zijn? En dat er ook zoiets bestaat als het beroepsgeheim van de advocaat? Dat is zelden een kwestie van comfort, maar een essentieel instrument om de belangen van de cliënt te verdedigen. Het wordt overigens door alle hoogste rechtscolleges als essentieel omschreven. Moet de discussie dan niet gaan over het vrijwaren – maar ook het bewaren – van het beroepsgeheim, eerder dan de vraag of dat met een potlood of een scanpen gebeurt? En mogen we met z’n allen hopen dat 2019 het jaar wordt waarin een nieuwe stap wordt gezet in een digitale justitie met minder papier?
Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies. Iedere woensdag maakt hij op Jubel een persoonlijke beschouwing over justitie.
Er is reeds een goed alternatief voorhanden via het geens.com platform (privacy by design). Een omgeving van “encrypted cloud / zero knowledge principle” garandeert veilige communicatie voor de vertrouwensberoepen. Ook niet administratie of IT kunnen in de gegevens – nooit; of er is geen hacking risico.
Een ecosysteem dat vertrouwelijkheid garandeert dient “non-gov ” en “non-profit” te zijn, gebouwd door en vanuit een gemeenschap.