Voor de ere-notaris bestaat er wel een wettelijke regeling – al is ze beknopt

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 16/10/2020 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Enige dagen geleden zag ik op Jubel de aankondiging van het boek van Meester Dirk  Lindemans, Geschiedenis en statuut van de ere-advocaat. In de voorstelling van het boek op Jubel schrijft de auteur: “Onderzoek toont aan dat niemand echt goed weet waar een ere-advocaat voor staat. De balies hebben geen eenduidige visie op de betekenis van deze titel. De ere-advocaten zelf zijn ook verdeeld. Het publiek lijkt hen meestal te beschouwen als advocaten die een eervolle onderscheiding hebben gekregen. De wetgever zelf heeft er ook geen duidelijke kijk op welke waarborg de toekenning van de titel ere-advocaat verleent”.

Dit deed mij onmiddellijk denken aan het arrest van de Raad van State over het niet toekennen van de eretitel aan een ontslagnemende notaris (RvS 7 mei 2007, nr. 170.882, Not. Fisc. M. 2008, 2, 57–61).

Voor notarissen is het bekomen van de eretitel geregeld in het KB van 27 april 1908 (BS 30 april 1908). Artikel 1 van dit K.B. luidt: “Elke notaris ontslagnemer die, in zijn ambtsvervulling, zich verdienstelijk heeft gemaakt, kan door Ons gemachtigd worden tot het voeren van de titel ere-notaris”.

Volgens C. HAUCHAMPS (Droit Notarial, Brussel, 1936, nr. 67) is het verkrijgen van deze eretitel geen recht, noch een gunst. Het is een toegekende of verdiende onderscheiding. De wettelijke regel is zeer summier, niet uitgebreider dan voor de advocaten. De invulling ervan door de Provinciale Kamers waarschijnlijk even divers.

Meestal verzoekt de ontslagnemende notaris in zijn ontslagbrief hem te machtigen de eretitel van zijn ambt te mogen voeren. Aangezien het KB van 27 april 1908 de mogelijkheid aan de Koning laat om de eretitel toe te kennen of niet (“kan door Ons gemachtigd worden), is het toekennen of het niet toekennen ervan een  beslissing waartegen een beroep bij de Raad van State mogelijk is.

De Raad van State oordeelde in zijn arrest van 7 mei 2007 dat de omstandigheid dat de notaris de eretitel niet wordt verleend, de gewezen notaris per definitie verdacht maakt en hem tot voorwerp van minachting maakt. De Raad van State vernietigde het bestreden KB in zoverre daarbij impliciet beslist wordt de machtiging tot het dragen van de eretitel niet te verlenen.

Aan het dragen van de eretitel zijn voor notarissen bepaalde rechten verbonden. Zo kunnen zij aangesteld worden, uiteraard met hun akkoord, tot plaatsvervangend notaris en blijven zij deel uitmaken van het corps. Zij komen in aanmerking om deel uit te maken van o.m. de commissie tot toezicht op de boekhouding en andere notariële adviescommissies. Zij mogen de algemene vergaderingen van het corps blijven bijwonen en hebben daarbij een raadgevende stem.

De eretitel kan bij wijze van hogere tuchtstraf ook ontnomen worden.

In een arrest van 13 september 2012 (nr. 220.580) bevestigde de Raad van State dat op het al dan niet toekennen van de eretitel de formele motiveringsplicht van toepassing is.  Het kan volstaan dat de voorafgaande adviezen en de motieven rechtstreeks aan de betrokken ontslagnemende notaris worden meegedeeld. Zij moeten niet expliciet opgenomen worden in het betrokken besluit.

Alhoewel het verlenen van de eretitel en het verstrekken van advies daartoe niet tot de bevoegdheid van de Nationale Kamer van Notarissen behoort, maar respectievelijk tot de bevoegdheid van de Koning en van de Provinciale Kamer van Notarissen waaronder de ontslagnemende notaris ressorteert, heeft de het Directiecomité van de Nationale Kamer van Notarissen een advies uitgeschreven betreffende de toekenning van de eretitel (advies 2017-02, in vervanging van het advies van 24 juni 2008, betreffende het “advies van de Provinciale Kamer van notarissen betreffende de toekenning van de eretitel”).

Waar wij persoonlijk voorgesteld hebben, in onze noot bij het voormeld arrest van de Raad van State van 7 mei 2007, om de toekenning van de eretitels grondig te herzien en daardoor de eretitel te herwaarderen, komt het Directiecomité van de Nationale Kamer van Notarissen tot het besluit dat “Indien een notaris zijn ambt nauwgezet en eerlijk – namelijk op een normale wijze – vervuld heeft, mogen kleine tekortkomingen of professionele fouten geen beletsel zijn voor het toekennen van een eretitel, tenzij die lichte vergrijpen herhaaldelijk en bijna systematisch plaatsvonden”.

De regel voorgesteld door de Nationale Kamer van Notarissen is: in principe wordt het voeren van de eretitel vergund aan de doorsnee notaris, die zijn ambt correct vervuld heeft, ook al is het niet op een uitmuntende  en (bijzonder) verdienstelijke wijze. Het weigeren van de eretitel is dus de uitzondering en zal grondig moeten worden gemotiveerd, én aan de betrokken notaris moeten worden meegedeeld.

En ik die dacht dat een ‘eretitel’ juist – zoals artikel 1 van het KB van 27 april 1908 bepaalt – een erkenning is voor wie zich “in de uitoefening van zijn ambt verdienstelijk heeft gemaakt”. Wat is dan een ‘onderscheiding’?

Gewoon zijn plicht doen, waartoe men zich bij eed verbonden heeft alvorens het ambt te aanvaarden en uit te oefenen, is geen verdienste op zich, dat is wat men behoort te doen. Daarvoor kan men ‘eervol ontslag’ krijgen, maar daardoor onderscheidt men zich niet.

Indien men de lijn doortrekt moeten de gemeenten ook alle burgers die hun burgerplichten gewoon volbrengen tot ereburger maken. Wat kan men dan nog aan ‘verdienstelijke’ burgers geven?

Bij deze bedenkingen voeg ik het arrest van de Raad van State alsmede mijn destijds geschreven noot (noot bij RvS 7 mei 2007). Na meer dan tien jaar blijf ik bij mijn opinie dat een en ander eens moet ‘herbekeken’ worden. Hoe leest men in een KB de woorden “kan” en “verdienstelijk”.

Ik ga Meester Dirk Lindemans erop nalezen, misschien vind ik bij hem een onderscheiden oplossing, minstens inspiratie.

Alois Van den Bossche, Erenotaris (sic) te Vorselaar

 

 

Meer weten over de ere-advocaat? Dat kan in de recente publicatie van Dirk Lindemans getiteld Geschiedenis en statuut van de ere-advocaat en uitgegeven bij KnopsPublishing. Bekijk meer of bestel nu.

 

 

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.