Is het vernielen van Roundup-producten in winkels een zinvolle deelname aan het democratische leven van de Unie? Hoe kan de actieve burger het milieubeleid van de EU beïnvloeden? De casus Blaise (HvJ 1 oktober 2019, C-616/17, Blaise) toont hoe het Europese milieubeleid en democratie nauw met elkaar verbonden thema’s zijn. Het komt de wetgever toe om beslissingen te nemen in complexe zaken waarin EU-doelstellingen inzake milieu, gezondheid en economie moeten worden afgewogen. EU-milieuregels komen pas tot stand na een lang democratisch proces. Het Europees Parlement en de Raad namen de EU-Verordening op de gewasbeschermingsmiddelen aan. Tot groot ongenoegen van velen blijft de EU het gebruik van glyfosaat (de werkzame stof in onkruidverdelgers, zoals Roundup) toelaten.[1] Respecteert de EU het voorzorgsbeginsel op die manier wel voldoende?
De feiten: actie tegen gebruik van onkruidverdelgers met glyfosaat
Op 27 september 2016 vallen Mathieu Blaise, Sabrina, Alain, Marie en nog 17 andere milieuactivisten, verschillende winkels binnen in het Franse departement Ariège. In groep vernielen ze er flessen glyfosaathoudende onkruidverdelger (Roundup) en glazen uitstalkasten.
Ze worden voor deze feiten strafrechtelijk vervolgd “wegens vernieling of beschadiging van aan een ander toebehorende goederen, in groepsverband gepleegd”. De Franse procureur brengt hun zaak voor de strafrechtbank in het stadje Foix. Mathieu en de andere milieuactivisten verdedigen zich voor die rechter door te verwijzen naar ‘de noodtoestand’ en ‘het voorzorgsbeginsel’. Ze vonden het noodzakelijk om met hun daden de winkels en hun klanten te informeren over de gevaren van glyfosaathoudende onkruidverdelgers. Die worden volgens hen zonder voldoende waarschuwingen in de handel gebracht. Uit voorzorg voor de volksgezondheid en om hun eigen gezondheid te beschermen, willen Mathieu en de andere militanten de verkoop ervan stoppen. De Franse rechter twijfelt of de EU-Verordening op de gewasbeschermingsmiddelen wel geldig is. Is die Verordening in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel? Als dat niet zo is, kan hij geen straf opleggen aan Mathieu en de anderen, want dan is er geen wettelijke grondslag. Hij legt de vraag daarom voor aan het Hof van Justitie van de EU.

Welke EU-beginselen komen aan bod in dit verhaal?
In de zaak Blaise gaat het om verschillende EU-doelstellingen en -beginselen die tegen elkaar moeten worden afgewogen. Doelstellingen van milieu en gezondheid moeten in balans worden gebracht met economische doelstellingen.
De milieudoelstellingen houden verband met de EU-waarde van solidariteit – solidariteit tussen de generaties en tussen de lidstaten. Het doel van de EU is om het milieu en de gezondheid te beschermen, en tegelijk te zorgen voor economische groei en het concurrentievermogen van de landbouw. De EU dient in haar milieubeleid steeds het voorzorgsbeginsel naleven.
Volgens dit voorzorgsbeginsel kunnen bij onzekerheid over het bestaan en de omvang van risico’s voor de menselijke gezondheid, beschermende maatregelen worden genomen zonder dat hoeft te worden gewacht totdat de realiteit en de ernst van deze risico’s volledig zijn aangetoond. Wanneer de resultaten van de onderzoeken niet sluitend zijn, maar reële schade voor de volksgezondheid waarschijnlijk blijft ingeval het risico intreedt, dan rechtvaardigt het voorzorgsbeginsel dat beperkende maatregelen worden getroffen. M.a.w. wanneer er onduidelijkheid is over de exacte effecten van een product, maar er toch een risico bestaat voor de volksgezondheid, laat het voorzorgsbeginsel toe dat beperkende maatregelen worden genomen. Zo kan worden geweigerd dat een product op de markt wordt gebracht. Alvorens een gewasbeschermingsmiddel op de Europese markt kan komen, moet het eerst worden toegelaten. De Verordening op de gewassenbeschermingsmiddelen regelt de toelatingsprocedure. De Verordening bepaalt dat de lidstaten het voorzorgsbeginsel mogen toepassen wanneer er wetenschappelijke onzekerheid bestaat over de risico’s voor de gezondheid van mensen en dieren of voor het milieu van gewasbeschermingsmiddelen op hun grondgebied.
Is er een beperking van het voorzorgsbeginsel in deze casus?
Argumenten van Blaise en zijn mede-activisten
Mathieu Blaise en de andere activisten menen dat de Verordening op de gewassenbeschermingsmiddelen eigenlijk ongeldig is omdat deze het voorzorgsbeginsel niet respecteert. Ze wijzen op problemen bij de toelatingsprocedure. Zo stellen ze onder meer dat (i) combinaties van verschillende stoffen niet voldoende worden onderzocht (ii) de ‘wetenschappelijke’ studies partijdig kunnen zijn en (iii) bepaalde studies naar kanker en toxiciteit niet worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie van de EU moet dus nagaan of het voorzorgsbeginsel werd gerespecteerd.
Oordeel van het Hof: geen schending van het voorzorgsbeginsel
Daarvoor moet het Hof bekijken welke negatieve gevolgen het gebruik van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen kan hebben voor de gezondheid, en wat het risico is wanneer het wordt beoordeeld op basis van de meest betrouwbare wetenschappelijke gegevens en resultaten. Het gaat echter om een complexe materie. Daarenboven moeten verschillende EU-doelstellingen en beginselen tegen elkaar worden afgewogen. Het Hof stelt daarom dat het niet in de plaats kan treden van de Europese wetgever en dat het enkel kan nagaan of de EU-wetgever een ‘kennelijke beoordelingsfout’ heeft gemaakt bij het uitvaardigen van de Verordening op de gewasbeschermingsmiddelen. M.a.w. de vraag is of de EU-wetgever een onmiskenbare, overduidelijke, evidente inbreuk maakte op het voorzorgsbeginsel? Het Hof antwoordt: neen.
Samengevat: het Hof oordeelt dat combinaties van verschillende stoffen voldoende worden onderzocht, dat het systeem voldoende zekerheden heeft ingebouwd om partijdige studies te voorkomen, en dat de autoriteiten kunnen nagaan of de studies naar kankerverwekking of toxiciteit volstaan.
Voor alle duidelijkheid, het Hof van Justitie heeft het gebruik van glyfosaat hiermee niet goedgekeurd. Het Hof heeft in de zaak Blaise alleen gezegd dat de bestaande EU-wetgeving geen evidente schending van het voorzorgsbeginsel inhoudt. Het blijft dus aan de EU-wetgever om verdere keuzes te maken.
Vervolg na de beslissing van het Hof van Justitie
Voor Mathieu Blaise en zijn mede-activisten
De Verordening blijft geldig. Op basis van het antwoord dat de Franse strafrechtbank van het Hof van Justitie kreeg, kan die Blaise en de anderen bestraffen, want de wettelijke grondslag voor de vervolging valt niet weg.
Tot verwondering van velen spreekt de Franse rechter op 1 juni 2021 toch alle militanten vrij. Volgens hem was er een rechtvaardigingsgrond voor het gedrag van de militanten, namelijk noodzaak (état de nécessité): de daden van de militanten waren noodzakelijk om de bevolking te informeren, gezien het grote gevaar van chemische stoffen voor de volksgezondheid. Het Franse Openbaar Ministerie (procureur) is het hier niet mee eens. Hij tekent beroep aan tegen die uitspraak en krijgt een jaar later gelijk. Op 31 mei 2022 weigert het hof van beroep van Toulouse de état de nécessité en het legt het de 21 militanten elk een boete van 300 euro op, met uitstel.
Voor alle EU-burgers: actief burgerschap loont, maar hoe?
Actief burgerschap loont. Door vernieling van producten in winkels? Neen. Dat heeft het verhaal van Mathieu Blaise getoond. Respect voor de democratie en respect voor de rechtsstaat blijven essentieel. De actieve EU-burger heeft invloed, maar moet hiervoor de juiste democratische wegen bewandelen (democratie). Hij moet de bestaande regels respecteren (rechtsstaat). Het gaat om twee fundamentele EU-waarden. Iedereen moet het recht, ook het EU-recht, respecteren: bedrijven, overheidsinstanties, én burgers. Actief burgerschap kan zich niet vertalen in acties waarbij waardevolle schilderijen met soep worden beklad of dozen Roundup in winkels worden omvergegooid. De democratie blijft aan zet, en als basiswaarde waarop onze samenleving is gebaseerd, biedt ze hiervoor goed bewandelbare wegen aan. Het Europese milieubeleid en democratie zijn dus nauw met elkaar verbonden thema’s.
Toegang tot informatie is essentieel om EU-burgers toe te laten hun recht op deelname aan het democratische bestel van de EU goed uit te oefenen. Het EU-Verdrag zelf bepaalt dat beslissingen in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen. Het Handvest van de grondrechten van de EU bevat ook een recht op vrijheid van informatie.
Glyfosaat vandaag
De goedkeuring van werkzame stoffen (zoals glyfosaat) gebeurt op EU-niveau. De toelating van gewasbeschermingsmiddelen (zoals Roundup), die goedgekeurde werkzame stoffen bevatten, gebeurt op het niveau van de lidstaten. In Vlaanderen mogen particulieren onkruidverdelgers met glyfosaat niet kopen en niet gebruiken.
Het gebruik van glyfosaat in de EU is nog wel toegelaten. Op 28 november 2023 besliste de Commissie om de toelating van glyfosaat met nog eens tien jaar te verlengen, in lijn met haar eerdere voorstel.
Kris Grimonprez
Nog meer uitleg over deze zaak en andere belangrijke Europese rechtspraak vindt u terug op de website van case4eu, in de casusfiche geschreven door Kris Grimonprez en Willem Theus.
Meer weten over het belang van Europees burgerschap? Bekijk dan deze korte video op YouTube.
0 reacties