29 jan 2020 | Corporate & Accountancy

Ongunstige balanstest bij bv’s? Wat nu?

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 29/01/2020 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Onderstaand artikel is een samenvatting van een artikel dat eerder verscheen in het Tijdschrift Notarieel Management. Interesse in het volledige artikel? Raadpleeg de abonnementsvoorwaarden hier


Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) voor besloten vennootschappen (bv) voorziet in een liquiditeitstest én een balanstest als noodzakelijke voorwaarde om over te gaan tot uitkeringen aan de aandeelhouders. In deze bijdrage wordt nagegaan op welke manier een ongunstig resultaat bij de balanstest kon worden bijgestuurd.

De balanstest wordt geïntroduceerd als een aangepaste netto actieftest. Onder netto actief moet voor de balanstest worden verstaan het totaalbedrag van de activa, verminderd met de voorzieningen, de schulden en de nog niet-afgeschreven bedragen van oprichtings- en uitbreidingskosten en kosten van onderzoek en ontwikkeling.

Indien men vaststelt dat het netto actief negatief is, of negatief zal worden door de uitkering, kan geen uitkering plaatsvinden. Let bovendien op dat wanneer de vennootschap zou beschikken over eigen vermogen dat krachtens de wet (bijv. onbeschikbare reserve bij inkoop eigen aandelen) of de statuten onbeschikbaar is, het netto actief zelfs niet mag dalen onder het bedrag van het onbeschikbare eigen vermogen.

Het netto actief van de bv wordt bepaald op grond van de laatste goedgekeurde jaarrekening of van een recentere staat van activa en passiva. Deze tweede optie laat toe om anders dan in het W.Venn. een interimdividend toe te kennen uit de winst van het lopende boekjaar. Deze mogelijkheid om het netto actief te bepalen op basis van een recentere staat van activa en passiva laat echter toe om bij een ongunstige uitkomst van de test op basis van de laatste goedgekeurde jaarrekening over te gaan tot actie om de resultaten van de test gunstig te laten evolueren zonder een nieuwe jaarrekening te moeten afwachten.

Wanneer de balanstest een negatief eindresultaat laat optekenen, moet gepoogd worden om de elementen die positief bijdragen tot het netto actief, dit is het totaal actief, te versterken, dan wel de andere elementen die het netto actief allen doen dalen, te verminderen.

Verhogen positieve bijdragen

Het totaal actief doen stijgen, is mogelijk via het aantrekken van bijkomend vermogen. De aanwending ervan (geld op de rekening, verwerving van vast actief, …) vertaalt zich in een stijging van het actief. Echter binnen de doelstelling om het netto actief zoals hierboven voorgesteld te verhogen, zal enkel een toename van het eigen vermogen hiertoe kunnen bijdragen. Een toename van de schulden zorgt via de aanwending ervan wel voor een toename van het totaal actief, de schuld op zich wordt voor de berekening van het netto actief ook terug in mindering gebracht zodat er netto geen effect is.

Mogelijkheden om het eigen vermogen te versterken kunnen vooreerst gevonden worden in het verhogen van de inbrengen. Bemerk dat in tegenstelling tot de vroegere bvba een bv bij oprichting geen maatschappelijk kapitaal meer heeft, maar “voldoende aanvangsvermogen moet hebben” onder de vorm van eigen vermogen. De bijdrage van de aandeelhouders wordt daarbij aangeduid als “inbreng”. Inbrengen in de bv, die dus het vroegere “kapitaal” vervangen, zullen dus niet zomaar uit te keren zijn. De statuten moeten bepalen of een inbreng al dan niet kan uitgekeerd worden. Met de bedoeling de netto actieftest te versterken kan dit vermogen dus verhoogd worden via bijkomend een inbreng in geld of in natura of door een inbreng van derden van hun vordering op de bv.

Het eigen vermogen kan verder nog versterkt worden door het opbouwen van beschikbare reserves of het verbeteren van het overgedragen resultaat. Reserves worden in de meeste gevallen uit het resultaat gevormd, zodat beide elementen als communicerende vaten gezien kunnen worden voor de berekening van het netto actief. Reserves aanleggen betekent namelijk een equivalente daling van het overgedragen resultaat. Zowel een verhoging van de overgedragen winst als een vermindering van het overgedragen verlies zorgt voor een versterking van het eigen vermogen. Uiteraard is het verbeteren van het resultaat makkelijker gezegd dan gedaan … Aansluitend bij het resultaat kan het ten laste nemen van het verlies door de bestuurders, zaakvoerder of vennoten ook het eigen vermogen versterken.

Verlagen negatieve bijdragen

Theoretisch zou het verlagen van de negatieve termen, zijnde de voorzieningen, de schulden, het niet-afgeschreven gedeelte van de kosten van oprichting en uitbreiding en het niet-afgeschreven gedeelte van onderzoek en ontwikkeling eveneens moeten zorgen voor een versterking van het netto actief.

Door de terugname van voorzieningen, wanneer de gevormde voorziening groter is dan vereist, dalen die in waarde, wat gunstig is voor de balanstest. Een terugname is mogelijk wanneer de waarschijnlijke of zekere verliezen of kosten zich niet zullen realiseren, of wanneer het niet langer waarschijnlijk is dat deze zich zullen realiseren. Als het voorwerp van de voorziening verdwenen is (bijv. bij een geschil) wordt de volledig gevormde voorziening teruggenomen. Echter deze elementen kunnen niet “geforceerd” worden met de bedoeling het netto actief te verhogen, maar dienen te gebeuren op basis van de werkelijke feiten. Te allen tijde dient het getrouw beeld vooropgesteld te worden.

De schulden afbouwen zou een tweede mogelijkheid kunnen zijn om de balanstest positief te beïnvloeden. Echter vaak heeft de afbouw van een schuld een equivalente impact op de activa, bijvoorbeeld via de bankrekening van waaruit de schuld wordt terugbetaald. Hierdoor dalen zowel de schulden als het totaal actief en is er dus geen voordeel inzake het versterken van de balanstest. Anders is het wanneer een schuld omgezet kan worden in eigen vermogen. Dan versterkt het eigen vermogen en verminderen de schulden zonder dat het balanstotaal wijzigt.

In theorie zou de vermindering van het niet-afgeschreven gedeelte van de kosten van oprichting en uitbreiding en van onderzoek en ontwikkeling de balanstest moeten versterken. Via de afschrijvingen dalen ze trouwens al stelselmatig in waarde, met positief gevolg voor de balanstest. Een versnelde afschrijving ervan, voor zover mogelijk en mits verantwoording, zou de balanstest bijkomend positief beïnvloeden.

Prof. Dr. Stijn Goeminne
Vakgroep Economie, Universiteit Gent

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.