Wat weet de fiscus over uw vermogen? cover

25 aug 2023 | Tax & Private equity

Wat weet de fiscus over uw vermogen?

Recente vacatures

Advocaat
Strafrecht verkeersrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen
Jurist
Arbeidsrecht Jeugdrecht Milieurecht Publiek recht Verbintenissenrecht
> 7 jaar
Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
Jurist
Arbeidsrecht Jeugdrecht Milieurecht Publiek recht Verbintenissenrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Wat weet de fiscus over uw vermogen? Veel, zo niet alles, zo blijkt. Dit hoeft op zich geen verbazing te wekken in een wereld waarin grensoverschrijdende, automatische uitwisseling van inlichtingen over bankrekeningen en verzekeringscontracten gemeengoed is geworden, daar waar enkele jaren terug spontane uitwisseling en uitwisseling op vraag nog de boventoon voerden.

Aangifte-, meldings- en rapporteringsverplichtingen

Op vandaag zorgen verschillende aangifte-, meldings- en rapporteringsverplichtingen ervoor dat de fiscale administratie heel wat informatie ontvangt over het (privé-)vermogen van belastingplichtigen.

De belastingplichtige zelf: natuurlijke personen

Zo bestaat er voor natuurlijke personen een meldingsplicht in het kader van de aangifte personenbelasting m.b.t. buitenlandse rekeningen, buitenlandse levensverzekeringen en juridische constructies (potentieel aan de kaaimantaks onderworpen, in ieder geval met impact op de onderzoeks- en aanslagtermijnen die verlengd worden tot tien jaar). Bijkomend moeten buitenlandse onroerende goederen worden aangegeven via de aangifte personenbelasting. Er is de aangifteplicht in het kader van de jaarlijkse taks op effectenrekening (JTER), alsook de (parallelle) plicht tot melding van het bestaan van buitenlandse rekeningen bij het Centraal Aanspreekpunt (CAP) in de schoot van de Nationale Bank van België (NBB).

De belastingplichtige zelf: rechtspersonen

M.b.t. vennootschappen worden bepaalde gegevens gepubliceerd via de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), en moeten de uiteindelijke begunstigden (UBO’s) worden geïdentificeerd, niet per se toegankelijk voor het grote publiek (sinds kort), maar wel voor de fiscus. Bijkomend moeten vennootschappen hun jaarrekeningen publiceren en worden er in het kader van de aangifte inzake vennootschapsbelasting tal van aangifteverplichtingen opgelegd, zo bv. de aangifte van betalingen (boven 100.000,00 euro op jaarbasis) aan belastingparadijzen. Dat laatste heeft overigens sinds kort een verlenging van de onderzoeks- en aanslagtermijnen (tot zes jaar) tot gevolg.

Verplichtingen van derden

Ook door verschillende meldings- en rapporteringsverplichtingen van derden, van de bank over de notaris tot de (fiscale) adviseur, krijgt de fiscus een (grote) inkijk in het (privé)vermogen van belastingplichtigen.

Zo rapporteren banken sinds enige tijd binnenlandse bankrekeningen aan het CAP, en ontvangt de Belgische fiscus heel wat info, vergaard door buitenlandse banken, via de Common Reporting Standard (OESO) of de Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA; Verenigde Staten van Amerika), d.i. automatisch, dan wel via spontane uitwisseling of uitwisseling op vraag.

Op basis van het uitgebreide netwerk van internationale dubbelbelastingverdragen en diverse supranationale richtlijnen inzake administratieve bijstand (de zogenaamde ‘DAC’-richtlijnen; we zitten intussen aan 8) kan België, nog meer dan haar lief is, info verwachten van andere EU-lidstaten en OESO-partnerstaten.

Notarissen hebben een fiscale notificatieplicht, telkens wanneer een akte worden verleden, om na te gaan of een belastingplichtige schulden heeft bij een fiscale overheid. Dit op straffe van eigen aansprakelijkheid voor de betrokken fiscale schulden. Aktes van notarissen, exploten van gerechtsdeurwaarders, vonnissen van rechtbanken, maar ook de inschrijving van een hypothecaire lening, het vonnis van een verbeurdverklaring of een beslag op onroerend goed, sinds 2001 ingeschreven in de hypotheekregisters, worden opgeladen in MyMinFin, en op die manier ter beschikking gesteld van de fiscus. Daarenboven beheert de Federatie van Notarissen (FEDNOT) een aantal centrale registers, bv. voor testamenten en statuten, waartoe een verzoek tot raadpleging kan worden ingediend.

Tot slot zijn alle intermediaires, t.w. notarissen of andere tussenpersonen, in beginsel uitgezonderd advocaten, gehouden tot melding van kwalificerende grensoverschrijdende transacties die onder één van de vijf (sub-)wezenskenmerken vallen van de zogenaamde DAC6-richtlijn.

Niet alle hierboven vermelde info is vrij toegankelijk, maar het geeft wel een idee van de hoeveelheid info waarover het publiek (incl. fiscus) beschikt, dan wel waarover de fiscus, mits het vereiste belang wordt aangetoond, kan beschikken.

Uiteraard heeft de digitalisering, die haar opmars onverdroten voortzet, een enorme impact (gehad) op de verzameling van informatie en de mogelijkheid voor de fiscus om gericht(er) te zoeken naar de spreekwoordelijke speld in een hooiberg (via datamining).

Blijft de vraag: hoe gaat de fiscus met deze gegevens om?

De fiscus beschikt over een brede waaier aan onderzoeksmogelijkheden, eenmaal op het juiste spoor gezet via bv. datamining. De onderzoeks- en aanslagtermijnen in de meeste grensoverschrijdende gevallen werden zopas verlengd tot zes jaar (bv. wanneer spontaan een local en/of masterfile wordt ingediend in het kader van de country-by-country-rapportering) en zelfs tot tien jaar (in de meer uitzonderlijke gevallen, bv. CFC of hybride mismatches).

De belastingadministratie kan zowel bij de belastingplichtige zelf komen aankloppen als bij derden, om zich van de waarachtigheid van feitelijke bevindingen en/of aannames te vergewissen, mits respect wordt betoond voor het recht op privéleven (incl. GDPR) en de rechten van verdediging (verbod op fishing expeditions).

De grote sprong voorwaarts in het (quasi-automatisch) vergaren van terrabytes aan info is reeds gezet. De grote uitdaging situeert zich meer dan ooit op het vlak van wat dienstig is om de correcte belastingheffing mogelijk te maken, zonder ook maar één grondrecht (ongerechtvaardigd) te miskennen of het belang van de Schatkist (ongerechtvaardigd) boven het belang van het individu te plaatsen.

Vincent Vercauteren, Advocaat, partner Tiberghien

Vincent Vercauteren sprak over dit onderwerp tijdens het TBF-forum, georganiseerd door het Tijdschrift Beleggingsfiscaliteit.

Lees hier een verslag van de studienamiddag en een bijdrages van enkele andere deelnemers:

Recente vacatures

Advocaat
Strafrecht verkeersrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen
Jurist
Arbeidsrecht Jeugdrecht Milieurecht Publiek recht Verbintenissenrecht
> 7 jaar
Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
Jurist
Arbeidsrecht Jeugdrecht Milieurecht Publiek recht Verbintenissenrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.