2 nov 2020 | Criminal Law

HRJ naar aanleiding van de zaak Chovanec: geen doofpot, maar verfijningen mogelijk in de opvolging van zaken over politie-interventies

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 02/11/2020 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Op 27 februari 2018 startte in Charleroi een gerechtelijk onderzoek naar aanleiding van het overlijden van de Slovaak Jozef Chovanec. Drie dagen voordien was er tegen hem een politie-interventie geweest op de luchthaven, en werd hij in een cel in de luchthaven opgesloten. Daar bracht hij zichzelf harde slagen toe en de MUG moest hem een kalmeermiddel toedienen. Hij werd vervolgens in ernstige toestand opgenomen in het ziekenhuis, waar hij uiteindelijk overleden is op 27 februari 2018.

Deze zomer verschenen beelden van het politieoptreden in de media, wat voor erg veel beroering zorgde. Ook de onafhankelijkheid en de effectiviteit van het Belgische gerecht werden in vraag gesteld, tot in Slovakije en elders in Europa. Daarom startte de HRJ op 3 september 2020 een bijzonder onderzoek.

Over de gebeurtenissen zelf boog de Hoge Raad zich uiteraard niet: het is het gerecht zelf dat nagaat wat de dood van de heer Chovanec heeft veroorzaakt en wat de precieze omstandigheden waren. Dat gerechtelijk onderzoek is nog aan de gang, zodat de HRJ erg omzichtig tewerk moest gaan bij “het onderzoek van het onderzoek”. De HRJ moet immers de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht respecteren, en evalueert dus geen inhoudelijke beslissingen van magistraten. Bovendien geldt het geheim van het (gerechtelijk) onderzoek, waardoor de HRJ geen elementen uit het dossier die nog niet bekend waren, onthult. Het bijzonder onderzoek gaat ook niet om het zoeken naar individuele verantwoordelijkheden, maar probeert structurele ingrepen voor te stellen om de werkprocessen in dergelijke zaken te verbeteren.

De HRJ heeft het bijzonder onderzoek relatief snel, maar toch diepgaand gevoerd. Het gerechtelijk dossier en verschillende interne documenten zijn uitgebreid geanalyseerd. Zowat alle betrokken actoren zijn grondig -soms urenlang- gehoord. Niet alleen magistraten, maar ook griffiers van de onderzoeksrechter, wetsdokters, en enquêteurs van het Comité P hebben perfect meegewerkt aan het onderzoek. Daarnaast zijn de advocaten van de partijen bevraagd om hun opmerkingen bij het verloop van het gerechtelijk onderzoek te geven.

In een rapport besluit de HRJ dat er in alle openheid en met de actieve participatie van alle procespartijen gezocht werd en wordt naar de waarheid, zowel à charge als à décharge. Pogingen om wat dan ook achter te houden, kon de HRJ niet vaststellen.

Dat neemt niet weg dat er lessen moeten getrokken worden uit deze zaak “Chovanec”. Zoals alle werkprocessen, zijn ook werkprocessen in zaken over politie-interventies waar personen zwaar gekwetst zijn geraakt of overleden zijn, voor verbetering vatbaar.

Zo zijn er de volgende aandachtspunten:

  • Het belang van de eerste maatregelen die de parketmagistraten onmiddellijk moeten nemen, meer bepaald de plaatsopneming en, in voorkomend geval, het instellen van een gerechtelijk onderzoek.
  • De vereiste prioriteit en de bijzondere aandacht die aan de behandeling van dergelijke zaken moeten worden gegeven.
  • Het belang van de leiding van het onderzoek of de instructies die de magistraat geeft, met participatie van de verschillende partijen en van het Openbaar Ministerie.
  • De noodzaak om de precieze opdracht en de duur van de deskundigenonderzoeken af te bakenen en de opvolging ervan te garanderen.
  • Het belang van een regelmatige en strikte opvolging, zelfs een grondig toezicht door het Openbaar Ministerie en de kamer van inbeschuldigingstelling.
  • De nood aan een constructieve communicatie tussen de gerechtelijke overheden onderling en met de politionele overheden.

De HRJ formuleert dan ook verschillende aanbevelingen om dergelijke zaken in de toekomst nog beter aan te pakken. Die aanbevelingen gaan over de bijzondere en prioritaire aandacht die er moet zijn bij dergelijke dossiers, de communicatie tussen de gerechtelijke actoren onderling en met de politionele overheden, en de mechanismen voor versterkte opvolging van en toezicht op dergelijke gerechtelijke onderzoeken.

En nu? Het gerechtelijk onderzoek naar het overlijden van de heer Chovanec loopt verder, hopelijk in alle sereniteit. Mogelijk buigt de HRJ zich opnieuw over dit dossier wanneer er een definitief vonnis is geveld.

Christian Denoyelle

Voorzitter verenigde advies- en onderzoekscommissie, voorzitter Nederlandstalige advies- en onderzoekscommissie

Hoge Raad voor de Justitie

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.