De derde weg: het nieuwe verbintenissenrecht verankert buitengerechtelijke ontbinding en vernietiging cover

9 sep 2022 | Civil Law & Litigation

De derde weg: het nieuwe verbintenissenrecht verankert buitengerechtelijke ontbinding en vernietiging

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 09/09/2022 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

De hervorming van het oud Burgerlijk Wetboek is al enige tijd aan de gang. Bij wet van 28 april 2022 is in het kader van deze hervorming Boek 5 “Verbintenissen” goedgekeurd met daarin nieuwigheden zoals onder meer de buitengerechtelijke ontbinding (art. 5.93 BW) en de buitengerechtelijke vernietiging (art. 5.59 BW) van de overeenkomst. Deze bepalingen treden in werking op 1 januari 2023.

De buitengerechtelijke ontbinding

De buitengerechtelijke ontbinding is de derde mogelijkheid tot ontbinding door louter schriftelijke kennisgeving van de schuldeiser, zonder voorafgaand beroep op de rechter, zelfs in afwezigheid van een ontbindend beding.

Deze wijze van ontbinding geeft de mogelijkheid aan schuldeisers om meteen in te grijpen, in tegenstelling tot bij de gerechtelijke ontbinding. De gerechtelijke ontbinding kan maanden of zelfs jaren aanslepen vooraleer de schuldeiser bevrijd kan worden van de overeenkomst. Deze lange wachtperiode leidt tot rechtsonzekerheid.

De vraag naar een buitengerechtelijke ontbindingsmogelijkheid in de rechtsleer draait al sinds de vorige eeuw mee. De feitenrechters volgde de rechtsleer al snel, al stemde het Hof van Cassatie pas toe op 23 mei 2019. Het Hof van Cassatie erkende de buitengerechtelijke ontbinding ondanks dat deze mogelijkheid niet in de wet werd voorzien.

Het nieuwe artikel 5.93 BW onderwerpt de buitengerechtelijke ontbinding aan dezelfde grondvoorwaarde als die voor de gerechtelijke ontbinding: “de aanwezigheid van een voldoende ernstig niet-nakoming om de ontbinding te rechtvaardigen”.

Verder heeft de wetgever voorzien dat de schriftelijke kennisgeving aan de schuldeiser melding moet maken van de tekortkomingen die de buitengerechtelijke ontbinding rechtvaardigen. Dit laatste om de schuldenaar te beschermen en een rechterlijke controle naderhand mogelijk te maken.

Deze a posteriori rechterlijke controle zou in het geval dat de ontbinding foutief blijkt, kunnen leiden tot sancties (d.i. ingevolge de niet-nakoming van de overeenkomst en de contractuele aansprakelijkheid van de schuldeiser). De wetgever benadrukt dan ook dat deze ontbinding geschiedt ‘op eigen risico’.

De buitengerechtelijke vernietiging

De buitengerechtelijke vernietiging van de overeenkomst voorzien in artikel 5.59 BW gebeurt zoals de buitengerechtelijke ontbinding door een loutere schriftelijke kennisgeving zonder voorafgaandelijk beroep op de rechter.

De buitengerechtelijke vernietiging van de overeenkomst is in de eerste plaats opgezet omdat de facto de nietigheid tot gevolg heeft dat de schuldenaar de overeenkomst stopzet. Ingevolge het stopzetten van de overeenkomst miskent de schuldenaar de bindende kracht van de overeenkomst, doch deze blijft theoretisch omdat bij een uitgesproken nietigheid het foutief karakter van de niet-nakoming met terugwerkende kracht wordt uitgewist.

Bijkomend is in de wet de buitengerechtelijke vernietiging voorzien omwille van de redelijkheid. Het is onredelijk om een gerechtelijke procedure af te wachten indien een overeenkomst aangetast is door een nietigheid.

Tot slot werd de buitengerechtelijke vernietiging ook voorzien omdat het paradoxaal is om de buitengerechtelijke ontbinding te erkennen maar de buitengerechtelijke vernietiging te weigeren. De buitengerechtelijke vernietiging treft het bestaan van de overeenkomst radicaler.

De voorwaarden en de risico’s zijn mutatis mutandis van de buitengerechtelijke ontbinding overgenomen met dien verstande dat de grondvoorwaarde niet de aanwezigheid van “een voldoende ernstig niet-nakoming” is maar de aanwezigheid van een nietigheidsgrond (bv. wilsgebrek).

Voor het overige heeft de wetgever ook voorzien in een verplichting tot schriftelijke kennisgeving waarin de rechtvaardigingsgronden moeten worden uiteengezet en bestaat ook hier de mogelijkheid op een a posteriori rechterlijke controle zodat het risico ligt bij de persoon die toepassing maakt van de buitengerechtelijke vernietiging.

Anders dan bij de buitengerechtelijke ontbinding is de buitengerechtelijke vernietiging niet mogelijk voor notarieel vastgelegde of gehomologeerde overeenkomsten. De notaris dan wel de rechter zijn immers verplicht vooraleer de overeenkomst notarieel vast te leggen dan wel te homologeren, te onderzoeken of de overeenkomst rechtsgeldig is aangegaan en aldus niet vernietigbaar is.

Besluit

Het nieuwe boek 5 “Verbintenissen” introduceert voor het eerst in het Burgerlijk Wetboek een derde weg van ontbinden dan wel vernietigen van een overeenkomst. Het is een snelle en minder kostelijke wijze maar legt een grote verantwoordelijkheid bij de contractspartij die zich hierop beroept.

Tinka Somers, advocaat-stagiaire bij Schuermans Advocaten

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.