Ondernemen ontmoedigende regels: hoe het de student moeilijk wordt gemaakt om te ondernemen.
De socialezekerheids- en fiscale positie van de student-ondernemer blijft tot verwarring aanleiding geven.
In bovenstaand artikel wordt de basisvoet van de bijdragen voor de sociale zekerheid van zelfstandigen klaarblijkelijk verward met de voet van de (personen)belasting. De bijdragen worden berekend op variëren weliswaar naargelang van het belastbaar beroepsinkomen, maar zij vallen niet samen met de belastingen op de gezamenlijk belastbare inkomens (art. 6 Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992).
Op zijn netto belastbare beroepsinkomsten beneden 56.182,45 euro in het referentiejaar betaalt een zelfstandige 21,5 % bijdragen voor zijn sociale zekerheid (art. 12, § 1, eerste lid, Sociaal Statuut Zelfstandigen).
De basisbelastingvoet van de personenbelasting loopt op van 25 % tot 50 % (art. 130 Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992).
Bijdragen en belastingen zijn beide wel lasten, maar in ieder geval van elkaar te onderscheiden, ook al noemt men de eerste soms “parafiscaal”.
De presentatie die je hieronder te zien krijgt, poogt in grote lijnen wat klaarheid te scheppen in een situatie die toch wel complex is. Je zou voor minder ontmoedigd geraken als student.
0 reacties