De verplichte medewerkingsplicht van de financiële sector ten aanzien van het openbaar ministerie wordt fors uitgebreid. De financiële sector is al lang niet meer beperkt tot louter banken, kredietinstellingen, bankrekeningen, instrumenten en kluizen. Door constante technologische evolutie zijn er andere diensten op de markt gekomen en deze moeten ook onder de wet vallen. Dit is een voorstel uit de beleidsnota van Minister van Justitie, Koen Geens. De bepalingen zijn ook reeds opgenomen in een wetsontwerp dat in eerste lezing door de Ministerraad werd goedgekeurd.
Wanneer er ernstige aanwijzingen zijn van misdrijven die een gevangenisstraf van minstens één jaar kennen mag het openbaar ministerie bepaalde gegevens (lijst van bankrekeningen, bankkluizen of financiële instrumenten, de bankverrichtingen in een bepaalde periode en gegevens van rekeninghouders) opvragen bij de banken.
In de toekomst zullen er meer instellingen en diensten verplicht met het openbaar ministerie moeten meewerken. Ook beursvennootschappen, verzekeringsmaatschappijen, vermogensbeheerders en betaaldienstenaanbieders worden aan de verplichtingen onderworpen. Dit is belangrijk in het kader van oplichting, fraude en witwassen. Daarmee wordt een aanbeveling van de commissie Panama Papers omgezet.
Door de sterk evoluerende financiële sector zijn in de laatste tien jaren tal van nieuwe betaalinstrumenten en financiële diensten ontwikkeld. Helaas worden die ook bij het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme aangewend. Het gaat bijvoorbeeld om prepaid kredietkaarten, betalingstransacties via gsm en geldverzendingen. De CFI meldde tussen 2014 en 2017 in totaal 714 dossiers door waarin sprake was van ernstige aanwijzingen van witwassen van geld of financiering van terrorisme aan de parketten, waarbij gebruik werd gemaakt van dit soort geldverzendingen.
De medewerkingsplicht geldt van zodra aangeboden diensten in België toegankelijk zijn.
Exhaustieve lijst van uitbreiding:
– virtuele financiële diensten;
– diensten waarbij de mogelijkheid geboden wordt tot het opnemen en deponeren van cash op een betaalrekening;
– diensten van wisselkantoren;
– betalingstransacties via overschrijving, domiciliëring, betaalkaarten of andere betaalinstrumenten en kredietovereenkomsten;
– diensten inzake betaal- en kredietkaarten;
– de uitgifte van en/of aanvaarding van betaalinstrumenten;
– geldtransfers zonder betaalrekening;
– betalingstransacties waarbij de instemming van de betaler wordt doorgegeven met behulp van een telecommunicatie-, digitaal- of informatica-instrument en de betaling rechtstreeks gebeurt aan de beheerder van de telecommunicatiediensten, het informaticasysteem of het netwerk, die louter optreedt als tussenpersoon (bv. betalingen met gsm);
– diensten van vermogensbeheerders en beursvennootschappen.
Lees hier meer nieuwsberichten van Minister van Justitie Koen Geens.
0 reacties