Verhalen van werknemers die privéberichten sturen tijdens de werkuren en werkgevers die zulke berichten controleren komen steeds vaker in het nieuws. Er kan hierdoor een spanningsveld ontstaan tussen werknemer en werkgever. Tot waar loopt de controlebevoegdheid van de werkgever en begint de privacybescherming van de werknemer?
Met een recent arrest van 12 januari 2016 in de zaak Barbulescu tegen Roemenië moest het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna kort: EHRM) over een dergelijk geschil uitspraak doen.
Barbulescu tegen Roemenië
Een Roemeense ingenieur mocht van zijn werkgever via Yahoo Messenger communiceren met klanten. Ondanks een uitdrukkelijk verbod om de computer voor persoonlijke doeleinden te gebruiken, stuurde de werknemer tijdens de werkuren privéberichten via Yahoo Messenger naar zijn verloofde en zijn broer. De werkgever controleerde de berichten van de heer Barbulescu, ontdekte het privégebruik, en de heer Barbulescu werd ontslagen.
De werknemer bracht de zaak voor de Roemeense rechtbank, en zowel in eerste aanleg als in graad van beroep kreeg hij ongelijk. Vervolgens stapte de werknemer naar het EHRM wegens een vermeende schendig van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna kort: EVRM). Artikel 8 EVRM beschermt het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven.
Artikel 8 EVRM heeft een ruim toepassingsgebied. Reeds in 1992 (EHRM 16 december 1992, nr. 13710/88, Niemietz t. Duitsland) besliste het EHRM dat de bescherming van artikel 8 EVRM ook kan gelden op de werkvloer.
Het EHRM oordeelde dat de zaak van de heer Barbulescu wel binnen het toepassingsgebied van artikel 8 EVRM viel, maar dat er geen inbreuk van artikel 8 EVRM was. De Roemeense rechtbank kon rechtmatig beslissen dat de werkgever binnen zijn disciplinaire bevoegdheid had gehandeld, en de privacybescherming van de werknemer niet geschonden had. De controle van de werkgever was rechtmatig en proportioneel.
Op het eerste zicht lijkt het arrest zeer werkgeversgezind en de pers kopte o.a. “werkgevers mogen privéberichten op werk lezen”, doch moet het arrest enigszins genuanceerd worden.
Nuancering van het arrest
Het EHRM heeft enkel uitspraak gedaan over deze specifieke zaak. Het EHRM erkent dat de werkgever controle kan uitoefenen op de werkzaamheden van zijn personeel, maar dit arrest betekent niet dat werkgevers vrij spel hebben en alle private communicatie van hun personeel zonder meer mogen controleren.
In de zaak Barbulescu was het van groot belang dat er een uitdrukkelijk verbod was om de computer voor persoonlijke doeleinden te gebruiken. Het EHRM had misschien anders geoordeeld indien de werknemer wel toelating had om privéberichten te sturen. Als werkgever en als werknemer is het belangrijk om hierover duidelijke, geschreven afspraken te maken.
Bovendien had de heer Barbulescu aan zijn werkgever meegedeeld dat hij de computer enkel voor professionele doeleinden gebruikte waardoor de werkgever de rechtmatige verwachting had dat hij enkel de professionele communicatie controleerde.
België: CAO nr. 81 m.b.t. privéberichten in de werksfeer
Hoe moet het arrest dan gelezen worden in de Belgische context? In België mag een werkgever controleren of een werknemer privéberichten stuurt tijdens de werkuren, maar werkgevers moeten niet enkel rekening houden met de grenzen van artikel 8 EVRM maar ook met cao nr. 81 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemers ten opzichte van de controle op de elektronische onlinecommunicatiegegevens.
De cao regelt niet of de werknemer toegang tot en gebruik heeft van elektronische communicatiegegevens, want daarover beslist de werkgever zelf. De cao bepaalt wel in welke mate werkgevers dergelijke gegevens kan en mag controleren.
Indien de werkgever de elektronische communicatie wil controleren, is het belangrijk dat er een transparant beleid is, en men een zekere terughoudendheid in acht neemt.
Cao nr. 81 beperkt de controlemogelijkheden van de werkgever door o.m. aan te geven volgens welke vier doeleinden een werkgever de elektronische communicatiegegevens mag controleren. Er geldt een proportionaliteitsbeginsel waardoor een inmenging in de persoonlijke levenssfeer zo gering mogelijk moet zijn. Bovendien voorziet cao nr. 81 in een collectieve en individuele informatieverplichting voor de werkgever, respectievelijk aan de ondernemingsraad, CPBW of vakbondsafgevaardigde en de individuele werknemers.
Auteur: Pierrick De Deken – Advocaat
0 reacties