Flashback naar mijn studententijd. Mondeling examen strafrecht. De professor: een gerenommeerde naam in het vakgebied. Terwijl ik zit voor te bereiden, is het de beurt aan één van mijn beste vrienden om zijn examen af te leggen. Zijn eerste woorden: “Professor, er staat een fout in uw cursus.” Zonder verpinken, zonder angst voor de autoriteit die de prof. uitstraalde, durfde een student de expertise in vraag stellen. Of hij gelijk had weet ik niet. Wat ik wel weet: hij is één van de weinige mensen die zich niet laat vangen door de authority bias.
Want gezag in vraag stellen, daar hebben heel wat mensen moeite mee. Onder psychologen staat het bekend als de authority bias (in het Nederlands het autoriteitsdenken): de neiging om mensen met gezag, status of expertise zonder veel vraagtekens te geloven.
Milgram en de macht van autoriteit
Het is de Amerikaanse psycholoog Stanley Milgram die de term populariseerde in de jaren zestig, met zijn ondertussen berucht geworden experiment. Hij toonde aan hoe ver mensen bereid zijn te gaan als een autoriteitsfiguur hen daartoe aanzet. Het experiment werd aan de deelnemers uitgelegd als een experiment over het geheugen met twee proefpersonen: de ene leraar, de andere leerling. De leerling moest woordjes van buiten leren, de leraar moest hem straffen als hij fouten maakte. De ‘leerling’ was echter een acteur. Het werkelijke testsubject was de ‘leraar’. Opzet was om na te gaan hoelang de leraar zou doorgaan met straffen (het geven van elektrische schokken), als hij daartoe werd aangezet door een autoriteitsfiguur (hier een wetenschapper in een witte labjas).
Milgrams bevindingen zijn onthutsend: heel veel leraars gingen onverantwoord lang door met het geven van elektrische schokken. Tegelijkertijd gebruik ik bewust de term ‘berucht’ voor het experiment. Later gingen psychologen wel wat vraagtekens plaatsen bij de wetenschappelijke methode van Milgram. Er werd onder andere kritiek geuit op de mate van misleiding en over het psychologisch welzijn van de deelnemers. De resultaten verdienen dus enige nuance.
Wat wel overeind staat is één van de gevolgtrekkingen: onze neiging om ons te conformeren naar gezag, om meer waarde te hechten aan het advies van een expert, dan dat van een leek. Vroeger waren die leidende autoriteiten de pastoor of de notabele van het dorp, vandaag zijn dat overheden, wetenschappers, professoren, consultants, influencers en columnisten van juridische websites.
Waar komt de authority bias vandaan?
Waarom zijn we zo geneigd om autoriteiten te geloven? Daar zijn minstens drie verklaringen voor.
- Cognitieve efficiëntie: We kunnen onmogelijk alles zelf controleren of onderzoeken. We hebben dus specialisten nodig, mensen die meer weten van economie, gezondheid of milieurecht dan wijzelf. In dat opzicht is vertrouwen functioneel en zelfs noodzakelijk.
- Sociale hiërarchie: Autoriteit werkt als bindmiddel in complexe samenlevingen. Wie voortdurend elke beslissing in twijfel trekt, blokkeert beslissingen, vooruitgang en efficiënt bestuur. Denk aan verkeersregels of de werking van een rechtbank: ze vragen een basisvertrouwen in structurele expertise. Zonder dat impliciete vertrouwen in autoriteit, werkt onze maatschappij niet.
- Status en prestige: We koppelen kennis onbewust aan academische titels, kledij, of mediabekendheid. Wie in Terzake verschijnt of ‘professor’ voor zijn naam heeft staan, krijgt vanzelf meer krediet, zelfs wanneer het over zaken gaat buiten zijn eigen domein.
De authority bias heeft dus zeker enkele duidelijke voordelen. Tegelijkertijd loeren er ook gevaren om de hoek. Ook autoriteiten maken fouten. Of spreken elkaar tegen. Welke econoom zag bijvoorbeeld de financiële crisis van 2008 aankomen? En hoe vaak verschilden virologen van mening over hoe de coronacrisis best werd aangepakt? Experts zijn, hoe banaal dit ook mag klinken, “ook maar mensen”. Met vooroordelen, blinde vlekken en groepsdenken.
Het is dus niet alleen legitiem, maar zelfs noodzakelijk om ook de mening van autoriteiten kritisch tegen het licht te houden. Niet om die mening automatisch af te wijzen, maar om ze niet blind te aanvaarden. Een illustratief voorbeeld van hoe dat in de praktijk werkt, vind je in de luchtvaartsector. Bij veel luchtvaartmaatschappijen worden copiloten specifiek getraind om de piloot te corrigeren als die een mogelijke inschattingsfout maakt.
Van blind vertrouwen naar blind wantrouwen
Opmerkelijk is dat er in onze tijd een hele tegenbeweging in gang is gezet. Waar we vroeger eerder te snel en te gemakkelijk meegingen in wat gezagspersonen zeiden, neigen we vandaag naar het tegenovergestelde: een diep wantrouwen tegenover elke vorm van expertise.
Sociale media spelen daarin een sleutelrol. Op sociale media kan eender wie op een paar minuten tijd duizenden tot honderdduizenden mensen bereiken met een quote, een ‘feitje’ of een verdraaide grafiek. “Ja maar, die professor zegt dat wel, maar kijk eens wat deze man op TikTok postte… dat klinkt toch veel logischer?” Vaak zijn het complotdenkers die zonder enige expertise de jarenlang opgebouwde kennis van tientallen onderzoekers in vraag stellen. Ze bouwen een imperium uit van miljoenen volgers met wantrouwen als verdienmodel. Bovendien zijn ze een contradictio in terminis. Terwijl ze zelf gevestigde autoriteiten in vraag stellen, mag je hun visie niet bekritiseren. Want zij zijn in de ogen van hun volgers boven alle verdenking verheven. Het ontbreken van de falsifieerbaarheid en het gebrek aan peer review van hun beweringen, vertonen de typische kenmerken van een pseudowetenschap. Geloof je er niet in? Dan behoor je tot de ‘sheeple’.
We zijn van autoriteitsgeloof geëvolueerd naar wat je ‘democratisch relativisme’ zou kunnen noemen: de idee dat elke mening evenveel waard is. Alsof de intuïtie van een ongetrainde leek dezelfde waarde heeft als een peer-reviewed studie door een team van twintig onderzoekers.
Dat is minstens even gevaarlijk als blind gezagsdenken.
Kritiek ≠ ondergraven
De uitdaging is om een evenwicht te vinden tussen die twee extremen. Tussen volgzaamheid en wantrouwen. Kritiek op autoriteit mag nooit ontaarden in het ondergraven van onderbouwde kennis. Feiten zijn geen meningen, en wetenschap is geen opinie.
Het is niet omdat je de consensus van de wetenschap volgt, dat je niet kritisch bent. Het is namelijk net essentieel dat je wetenschap steeds in vraag mag en moet stellen. Maar dan steeds gebaseerd op degelijke bronnen, waarbij je je eigen standpunt herevalueert bij nieuwe data. Wie met andere woorden zijn eigen beperkingen erkent en een open mind houdt, is veel minder schaap dan degene die met een anekdote zwaait alsof die universele waarheid is.
Er is niets mis met gezag, zolang het zich laat bevragen, toetsen en zolang het onderbouwd en transparant is. Goede experten staan open voor kritiek, wijzen op de grenzen van hun kennis en vermijden absolute waarheden. Slechte experten schermen zich af met jargon of autoriteitsargumenten (“Dat is nu eenmaal zo, ik ben de specialist”).
En evenzeer geldt: wie geen expert is, heeft het recht om vragen te stellen, maar ook de verantwoordelijkheid om kritisch met zijn eigen onwetendheid om te gaan.
De authority bias onder juristen
In de juridische wereld is authority bias een sluimerend gevaar. We hebben internationale verdragen, wetten en decreten, vonnissen en arresten, juridische commentaren en doctrine. Allemaal bronnen die gezag uitstralen. Maar ook hier is gezond wantrouwen nodig.
Een professor staatsrecht kan zich vergissen over strafprocesrecht. Een advocaat kan zijn redenering onderbouwen met een arrest dat in een ander context werd uitgesproken. Een notaris kan naar een verkeerd wetsartikel verwijzen in een akte. Een gerechtsdeskundige kan een foute inschatting maken.
Dus, beste mede-juristen, laat ons experten kritisch bevragen, zonder hun kennis meteen te verwerpen. Laat ons erkennen dat kennis waardevol is, maar niet onaantastbaar. En laat ons elke bewering ook die van collega’s, professoren en opiniemakers toetsen aan het kompas van de rede.
Kritisch denken is geen wantrouwen, maar vertrouwen met een maar …
Wim Putzeys, hoofdredacteur Jubel
Lees hier ook mijn ander Jubel-Columns:
- Betere taal, meer recht: pleidooi voor begrijpelijke rechtstaal
- Trap niet in de valkuil van confirmation bias: pleidooi tegen het eigen grote gelijk
- Met een blik vol verwondering: pleidooi voor nieuwsgierigheid
- Spreken is zilver: een pleidooi voor wat stilte in een luide wereld
- Wat we kunnen leren van Jaws: pleidooi voor (een beetje) falen
Of de Jubel-colums van mijn collega Arne Van Duppen:
En Sophie De Cannière
0 reacties