De informatie-uitwisseling tussen besturen is aanzienlijk toegenomen, nieuwe technieken worden toegepast die toelaten om fraude op een efficiëntere wijze aan te pakken. Maar wat als die informatie-uitwisseling zelf niet rechtmatig is …
Interbestuurlijke gegevensuitwisseling
Overheidsadministraties zijn meer en meer informatie gaan uitwisselen. Dit staat haaks op de vroegere werking van de overheid, waarbij elk bestuur zoveel mogelijk informatie inzamelde in functie van de materie waarmee het belast was, ook al was bepaalde informatie bij een ander bestuur aanwezig. De uitbouw van het e-government maakt informatie-uitwisseling niet enkel veel gemakkelijker, maar laat ook toe om meerwaarde te creëren, zowel voor de overheid als voor de burgers. Die informatie-uitwisseling maakt het mogelijk dat informatie die al bij de overheid aanwezig is niet opnieuw bij burgers en bedrijven moet worden opgevraagd. Ze maakt ook mogelijk dat technieken als datamining en informatiekruising toegepast worden om fraude vast te stellen en te bestrijden. Ze laat ook toe om de kwaliteit van de informatie te verbeteren, zodat de werking van de overheid beter wordt en meer beroep wordt gedaan op evidence-based policy.
Interbestuurlijke gegevensuitwisseling en de bestrijding van fraude
Uitgangspunt van één van de workshops op het Antwerps JuristenCongres, dat plaatsvindt op 8 december 2017, is een overzicht te bieden van de juridische beginselen en rechtsregels die het uitwisselen van informatie beheersen. Bijzondere aandacht wordt daarbij besteed aan het gegevensbeschermingsrecht dat specifieke regels bevat voor het omgaan met persoonsgegevens. Het juridische kader voor de verwerking van persoonsgegevens wijzigt trouwens vanaf 25 mei 2018. Dit is vooral belangrijk wanneer we de grenzen voor datamining onderzoeken. Datamining is een bepaalde techniek die toelaat om fraude vast te stellen. Fraude bestaat er in allerlei vormen. Vooral de strijd tegen de sociale, fiscale en domiciliefraude krijgt de laatste tijd grote aandacht en heeft geleid tot aanpassing van heel wat wetgeving om gegevens uit te wisselen en hier technieken op los te laten. In een eerste casus bekijken we de bestrijding van fraude via de energiewetgeving.
Onrechtmatige informatie-uitwisseling en de juridische gevolgen
Niet altijd loopt een informatie- of gegevensuitwisseling op een rechtmatige wijze. Daarom zal een tweede casus aan bod komen, waarbij de aandacht gaat naar de juridische gevolgen van onrechtmatige elektronische informatie-uitwisseling. De wijze waarop in het recht hiermee omgegaan werd en wordt, is niet altijd even bevredigend te noemen. De wijze waarop over de al dan niet rechtmatigheid wordt beslist, vindt vooral plaats binnen het kader van het bewijsrecht. De rechter dient te beslissen of de informatie die in strijd met het persoonsgegevensrecht werd verkregen, al dan niet als bewijs kan worden gebruikt om bijvoorbeeld een misdrijf te sanctioneren of een ontslag te rechtvaardigen of om een einde te stellen aan onrechtmatig uitgekeerde voordelen. Dit kan leiden tot een patstelling: miskenning van het persoonsgegevensrecht leidt ofwel tot verwerping van het bewijs waardoor, wanneer dit het enige bewijs oplevert, de beklaagde niet vervolgd kan worden of een ontslag onwettig wordt geacht. Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat wanneer een gegevensuitwisseling onrechtmatig heeft plaatsgevonden onder bepaalde voorwaarden de rechter zelfstandig de bewijswaarde apprecieert. Deze aanpak leidt ertoe dat laakbare gedragingen niet zonder gevolgen blijven, maar biedt geen oplossing voor het feit dat er een onrechtmatigheid van informatie-uitwisseling heeft plaatsgevonden en de rechten van de betrokkene zijn geschonden.
Besluit
De informatie-uitwisseling tussen overheden roept nieuwe mogelijkheden op om fraude te bestrijden. Dit vereist wel dat de informatie-uitwisseling met respect voor de bestaande juridische beginselen en normen plaatsvindt. Op de vraag wat het gevolg is van een onrechtmatige informatie-uitwisseling is er al flink wat rechtspraak voorhanden. Vraag is of deze afdoende een antwoord biedt op de verschillende belangen en rechten die in het spel zijn.
Frankie Schram is professor bestuurskunde aan het KU Leuven Instituut voor de Overheid – Faculteit Sociale Wetenschappen. Op vrijdag 8 december zal hij op het Antwerps JuristenCongres samen met disputant Hans Graux (advocaat balie Brussel @Time.lex) en voorzitter Ingrid Opdebeek (gewoon hoogleraar UAntwerpen, advocaat balie Antwerpen) een tweedelige workshop houden over ‘Datamining en fraude’ & ‘Juridische gevolgen van onrechtmatige elektronische uitwisseling van informatie tussen verschillende overheidsadministraties’.
In de aanloop naar het congres kunt u op Jubel wekelijks een artikel lezen van het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten (CBR) en haar gastauteurs omtrent het thema van de studiedag, ‘Digitalisering en Recht’. Lees hier de eerdere artikels.
Meer informatie over CBR en het Zesde Antwerps JuristenCongres vindt u via deze link.
Registreer u alvast hier.
0 reacties