29 apr 2019 | Actualia, Expertise

Het recht op persoonlijk contact tussen grootouders en kinderen: wat verandert er?

Door Tiberghien

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 29/04/2019 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Het principieel omgangsrecht

De wet van 15 juni 2018 tot wijziging van artikel 375bis van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1253ter/1, 1253ter/3 en 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek (verschenen in het Belgisch Staatsblad op 2 juli 2018) bevestigt het principieel omgangsrecht van grootouders met hun kleinkinderen, en verduidelijkt dat de omgang enkel kan worden ontzegd indien de uitoefening van het recht ingaat tegen het belang van het kind.

Wat is er gewijzigd?

Het nieuwe artikel luidt als volgt:

“De grootouders hebben het recht persoonlijk contact met het kind te onderhouden. Datzelfde recht kan aan ieder ander persoon worden toegekend, indien hij aantoont dat hij met het kind een bijzondere affectieve band heeft.

 Bij gebreke van een overeenkomst tussen de partijen, wordt over de uitoefening van dat recht in het belang van het kind op verzoek van de partijen of van de procureur des Konings beslist door de familierechtbank. De familierechtbank weigert de uitoefening van het recht op persoonlijk contact enkel als de uitoefening van het recht ingaat tegen het belang van het kind.”

De wetgever achtte het nodig een wetswijziging door te voeren omwille van volgende overwegingen:

  • Grootouders en kleinkinderen hebben een bloed- én genegenheidsband, die op een positieve manier bijdraagt tot de vorming van de persoonlijkheid van het kleinkind;
  • In een crisissituatie, zoals wanneer ouders uit elkaar gaan, is het contact met de grootouders een stabiele factor en kunnen de grootouders een waardevolle hulp bieden bij het verwerken van de moeilijkheden die kinderen ondervinden bij de scheiding van hun ouders;
  • In de praktijk stelt men vast dat het omgangsrecht met de grootouders vaak niet wordt gerespecteerd, voornamelijk in tijden van familiale crisis;
  • Wanneer grootouders dan uiteindelijk de stap zetten om een verzoek tot omgang in te dienen bij de rechtbank, bleek in de praktijk dat er geen rechtszekerheid was dat hun verzoek zou worden toegekend. De uitspraken tussen rechters van verschillende arrondissementen bleek sterk te verschillen.

De huidige wetswijziging kan dus worden toegejuicht aangezien zij de bewijslast omkeert in die zin dat het nu toekomt aan de persoon die zich verzet tegen het omgangsrecht van de grootouders met het kleinkind om te bewijzen dat de uitoefening van dit recht strijdig is met het belang van het kind,bijvoorbeeld omdat bij de grootouder een alcoholproblematiek werd vastgesteld of omdat de vijandigheid tussen de grootouder en één van de ouders leidt tot een loyaliteitsconflict in hoofde van het kind die een negatieve impact heeft op de psychische ontwikkeling van het kind.

Het recht van de grootouders wordt dus versterkt en het belang van hun rol binnen het gezin wordt bevestigd. De nieuwe artikels zijn in werking getreden op 12 juli 2018.

En wat met andere familieleden en vrienden?

Voor de volledigheid moet nog worden opgemerkt dat niet alleen de grootouders, maar ook andere personen hun recht op persoonlijk contact met een minderjarig kind kunnen doen gelden, op voorwaarde dat (1) zij een “speciale band van genegenheid” met het kind kunnen bewijzen en (2) de uitoefening van dit recht niet strijdig is met de belangen van het kind. Er kan hier onder andere worden gedacht aan de voormalige partner van één van de ouders met wie het kind alternerend heeft geleefd sinds zijn kindertijd, aan (half)broers en (half)zussen die meerderjarig geworden zijn en aan de meter en peter van het kind.

De modaliteiten van de uitoefening van het recht op persoonlijk contact variëren afhankelijk van het belang van het kind. Er wordt rekening gehouden met de concrete situatie waarin het kind zich bevindt. Er kan bijvoorbeeld een beperkt verblijf worden toegestaan, ofwel wordt bevolen dat het kind bepaalde activiteiten met de verzoeker mag ondernemen, ofwel kan er een geregeld telefonisch worden opgelegd.

Larissa De Wulf Counsel (larissa.dewulf@tiberghien.com)

Carolyn VanthienenAssociate (carolyn.vanthienen@tiberghien.com)

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

3 Reacties

3 Reacties

  1. M

    Wat als er spanningen zijn tussen grootouder en zoon, waarbij er echter geen contact geweigerd wordt van de ouders uit, maar dat de grootouders hun eigen kind willen laten voelen dat ze baas zijn en hun zin kunnen krijgen door het via de rechtbank af te dwingen?

    Antwoord
    • Jubel

      Beste,

      Hartelijk dank voor uw vraag. Jubel.be is een juridische actualiteitswebsite en verleent zelf geen juridisch advies. U kan best contact opnemen met een specialist ter zake zoals de auteur van bovenstaand artikel.

      Met vriendelijke groeten,
      De Jubel-redactie

    • sally

      Beste ik maak net hetzelfde mee…
      Die vraag atel ik me ook

      Hopelijk krijg ik een reactie

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.