De nieuwe deontologische code voor de bedrijfsjurist, die in maart van dit jaar werd voorgesteld, is een kompas dat de bedrijfsjurist van vandaag gidst naar de wereld van morgen. Een mooi momentum dat samenvalt het het 25-jarig bestaan van het Instituut voor bedrijfsjuristen. Op een heldere en toekomstbestendige manier somt de code de fundamentele waarden en kerncompetenties op waar iedere bedrijfsjurist over zou moeten beschikken. Het IBJ bracht Nicolas Istas (voorzitter IBJ, bedrijfsjurist Novartis), Herman Van Hecke (ere-ondervoorzitter IBJ, voorzitter deontologische commissie en co-voorzitter werkgroep nieuwe code)en Cristina Rossi (raadslid, bedrijfsjurist Coca-Cola) rond de tafel voor een boeiend gesprek over de totstandkoming van deze unieke code en de essentie van het beroep.
Nood aan een nieuwe deontologische code voor de bedrijfsjurist
De oude deontologische code van de bedrijfsjuristen dateerde uit 2001. In de loop van die bijna 25 jaar kreeg de code wel af en toe een kleine technische aanpassing, maar nooit een grondige update. Dit terwijl de rol van de bedrijfsjurist in het bedrijfsleven én in de maatschappij gedurende die periode wel een enorme evolutie heeft doorgemaakt, van een juridisch adviseur tot een volwaardig strategisch partner. Het werd dus sowieso tijd om het statuut van de bedrijfsjurist aan te passen aan de eenentwintigste-eeuwse werkelijkheid. De eerste stap daarvoor waren de aangepaste wetten van 14 maart en 7 april 2023. Die wetswijziging werd dan ook de directe aanleiding om ook de deontologische code onder handen te nemen.
Dat de werkgroep heterogeen was samengesteld, werkte daarbij echt verrijkend – Christina Rossi
“In 2021 besloot de Raad om parallel met de voorbereidingen voor de nieuwe wet, ook aan de nieuwe code te beginnen”, vertelt Herman Van Hecke. Achteraf gezien was dat een bijzonder goede beslissing. Zo konden we er snel werk van maken en in 2025 het resultaat al voorstellen. Hiervoor werd er een werkgroep samengesteld waar naast bedrijfsjuristen ook experten uit andere juridische beroepsgroepen deel van uitmaakten, zoals een voormalig stafhouder van de Brusselse Balie. De totstandkoming was niet altijd makkelijk en leek soms wel een processie van Echternach. Maar de constructieve houding van alle leden van de werkgroep en de blijvende luisterbereidheid leidden uiteindelijk wel tot een visionair resultaat. “Dat de werkgroep heterogeen was samengesteld, werkte daarbij echt verrijkend”, vult Cristina Rossi aan, “de diverse aspecten van het beroep waren allemaal vertegenwoordigd, van de solojurist in een kmo, tot de legal counsel uit een internationaal bedrijf, die aan het hoofd staat van een groep van honderd bedrijfsjuristen.”

“Daarnaast was het voor ons ook essentieel dat de finale tekst toegankelijk en begrijpbaar zou zijn”, verduidelijkt Nicolas Istas, “niet enkel voor alle bedrijfsjuristen, maar ook voor externen.” De maatschappelijke rol van de bedrijfsjurist gaat immers veel breder dan enkel zijn rol in de onderneming. “Daarom hebben we bij de opmaak van de code ook gebruik gemaakt van legal design.”
We hebben geprobeerd geen droge lijst verboden op te sommen, maar de ‘modelbedrijfsjurist’ te omschrijven. Welke waarden moet een bedrijfsjurist altijd respecteren? – Herman Van Hecke
De modelbedrijfsjurist
“We hebben geprobeerd geen droge lijst verboden op te sommen”, licht Herman toe, “maar de ‘modelbedrijfsjurist’ te omschrijven. Welke waarden moet een bedrijfsjurist altijd respecteren? Over welke competenties en attitude moet een bedrijfsjurist beschikken? Dat is het fundament van de code.”
Iedere bedrijfsjurist staat voor zes fundamentele waarden waar niet aan getornd kan of mag worden: (i) loyaliteit aan de werkgever, (ii) loyaliteit aan de rechtsstaat, (iii) intellectuele onafhankelijkheid, (iv) voortdurende ontwikkeling van de eigen deskundigheid, (v) vertrouwelijkheid en (vi) integriteit.
Daarnaast zijn er de competenties die voor elke bedrijfsjurist noodzakelijk zijn. En die competenties gaan uiteraard veel verder dan de pure juridische expertise. Een goede bedrijfsjurist is een ondernemingsgerichte jurist: hij heeft oog voor risico’s en opportuniteiten, hij zet in op onderhandelen en overweegt minnelijke oplossingen voor geschillen, hij kan evalueren, inschatten, kwantificeren, … . Naast die ondernemingsgerichte skills zijn er natuurlijk ook nog de competenties die je zou kunnen omschrijven als soft skills. Denk daarbij bijvoorbeeld aan empathie, doorzettingsvermogen, luisterbereidheid, fairness en langetermijndenken. “Eigenlijk zijn dit evidente waarden en competenties waar, hoop ik, iedere bedrijfsjurist nu al aan beantwoordt”, verduidelijkt Cristina. Maar nu zijn deze verwachtingen uitdrukkelijk verwoord.
Een overzichtelijke, heldere en toekomstgerichte code
Hoe de code in enkele woorden omschrijven? Helder. Beknopt. Toegankelijk. Futureproof.
Beknopt. De hele code telt zeven artikels. Zes pagina’s. Geen tientallen pagina’s tellende code dus waar niemand zijn weg nog in vindt. Maar een heldere en toegankelijke tekst.
Futureproof. Het was ook essentieel om de code klaar te maken voor de toekomst, dat stond van meet af aan vast. Het is een deontologie voor de eenentwintigste eeuw. Voor vandaag en voor morgen. Onze wereld en het beroep blijven veranderen. Daar hebben de opstellers rekening mee gehouden. Je kan natuurlijk niet elke nieuwigheid voorspellen, niet voor elke nieuwe technologie aangepaste regels voorzien. Maar net door in te zetten op fundamentele waarden, bereid je je voor op wat de toekomst brengen zal. Die waarden zullen immers niet veranderen. Het zijn evergreens: ook over vijftig jaar blijven ze het fundament van het beroep. De competenties zullen hier en daar wel wat wijzigen, maar zelfs daarvoor geldt dat de nood om over de kerncompetenties (kennis van het bedrijf, risicoanalyse, strategisch denken) overeind blijft in de komende decennia.

Zo staan er bijvoorbeeld geen specifieke regels in de code over hoe om te gaan met AI. Dat hoeft ook niet want waarden als intellectuele onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid wijzen daar al de weg: je kan AI inzetten maar je vertrouwt nooit bedrijfsgeheimen toe aan een AI-tool en je staat altijd kritisch en intellectueel onafhankelijk tegenover de resultaten die AI voortbrengt.
Onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid als hoeksteen
Alle fundamentele waarden zijn uiteraard belangrijk. Maar je zou wel kunnen zeggen dat de onafhankelijkheid en de vertrouwelijkheid de hoekstenen zijn. Ze zijn de bestaansreden van het werk van de bedrijfsjurist. Die staan dan ook niet enkel in de code, maar zijn geheel terecht verankerd in de wet.
Dat de vertrouwelijkheid essentieel is, spreekt eigenlijk voor zich. De bedrijfsjurist is een vertrouwenspersoon. De bedrijfsleider, de raad van bestuur – maar ook andere stakeholders – moeten op die vertrouwelijkheid kunnen bouwen. Ze moeten erop kunnen vertrouwen dat wat ze hem toevertrouwen, binnen vier muren blijft. De bedrijfsjurist kan dus nooit gedwongen worden om wat hij heeft vernomen binnen de uitoefening van zijn job, met anderen te delen. Niet met de politie. Niet met een onderzoeksrechter. Niet met eender welke regulator. “Daarvoor helpt het zeker, dat de vertrouwelijkheid in de code én de wet zijn opgenomen,” meent Cristina. “Wordt de bedrijfsjurist geconfronteerd met een overheid die informatie wil, kan hij altijd naar de wet of naar zijn deontologie verwijzen. Het is zijn plicht om die vertrouwelijkheid te bewaren.”
Vaak wil de ceo ook door zijn bedrijfsjurist gechallenged worden – Nicolas Istas
De intellectuele onafhankelijkheid is als het ware de pendant hiervan. Die geeft de bedrijfsjurist de vrijheid – én de plicht – om vrijuit te spreken. Ook als dat betekent: tegenspreken. “Je moet die positie durven innemen”, aldus Herman Van Hecke. “Dat wordt in het bedrijfsleven ook echt verwacht”, vult Nicolas Istas aan, het is een deel van je job en “vaak wil de ceo ook door zijn bedrijfsjurist gechallenged worden.”
Een unieke code
De bedrijfsjurist neemt in het juridische landschap een bijzondere plaats in. De advocaat, de notaris, de gerechtsdeurwaarder werken allemaal voor het grote publiek. Iedereen kan bij hen terecht. Hun deontologie is in die context tot stand gekomen. De bedrijfsjurist werkt in een andere biotoop, hij oefent zijn functie uit in de schoot van de onderneming. Het is dan ook logisch dat dit zich ook vertaalt in de deontologie. Dat blijkt onder andere uit de competenties die erg gericht zijn op kennis van het bedrijf en de sector waarin de onderneming actief is.

“De unieke positie van de bedrijfsjurist, maakt ook zijn deontologie uniek”, legt Herman uit. De deontologische code is geen ‘code’ in de strikte, klassieke zin van het woord. Het is geen lijst van gebods- en verbodsbepalingen waaraan tuchtrechtelijke sancties zijn verbonden. “De bepalingen zijn bewust positief geformuleerd. Je zou het kunnen zien als een handleiding waarin staat geschreven wat er van je wordt verwacht” verduidelijkt Nicolas Istas. Cristina Rossi noemt het dan weer “een kompas, waaraan de (jonge) bedrijfsjurist zich kan spiegelen.”
Tot slot
Wat moeten we absoluut meenemen uit dit gesprek? De code is meer dan een gedragscode, het is een leidraad die een manier van denken aangeeft. “Onze draad van Ariadne”. Een leidraad die tegelijk beknopt is (beperkt tot zeven artikels) en omvattend (alle bedrijfsjuristen, van de solojurist tot de CLO moeten zich er in herkennen). Bovendien is het een deontologie voor nu, en voor morgen, overmorgen en zelfs de verre toekomst. Door de fundamentele waarden centraal te zetten is de nieuwe deontologische code klaar voor wat er de komende jaren op ons afkomt.
Wim Putzeys, met bijzondere dank aan Herman Van Hecke, Cristina Rossi en Nicolas Istas voor de boeiende inzichten.



0 reacties