Wraking is een recht. Maar een recht kan ook misbruikt worden cover

30 sep 2025 | Column

Wraking is een recht. Maar een recht kan ook misbruikt worden

Recente vacatures

Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
2 jaar
Oost-Vlaanderen
Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0-1 jaar
Oost-Vlaanderen
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Je kan er de laatste tijd niet meer naast kijken, het ene na het andere grote drugsproces wordt stilgelegd omwille van wrakingsverzoeken. Het is al zover gekomen dat de pers reeds voor de start van de procedure begint te speculeren over de mogelijke wrakingen of andere verzoeken van de advocaten die het proces zullen stilleggen. Ondertussen is ook de politiek gealarmeerd en worden verschillende voorstellen aangekondigd om de procedure van wraking in te perken, of de termijnen te verkorten of wat dan ook.

De mogelijkheid tot wraking is op zichzelf echter een goed middel om de rechter bij de les te houden en om diens onafhankelijkheid en onpartijdigheid te waarborgen. Het stelt procespartijen in staat om, indien er gegronde redenen aanwezig zijn, een rechter te laten vervangen wanneer er twijfel bestaat over diens objectiviteit. Dit mechanisme draagt bij aan het vertrouwen in de rechtsstaat en verzekert dat geschillen beslecht worden door een neutrale en onpartijdige rechter.

De enorme stijging van het aantal wrakingsverzoeken wekt het vermoeden dat het rechtsmiddel in vele gevallen wordt afgewend van zijn doelstelling. Dat blijkt ook uit het feit dat het overgrote deel van die wrakingsverzoeken worden afgewezen. Een advocaat vraagt een uitstel, krijgt dat niet en dient dan een wrakingsverzoek in. Uiteraard wordt dat nadien afgewezen, maar ondertussen heeft het proces vele weken vertraging opgelopen.

Basisprincipes

Aangaande de feiten in Brussel (proces Bressers en co) lopen de meningen van de magistratuur en die van de advocatuur sterk uit elkaar. Nochtans is een en ander eenvoudig te duiden aan de hand van enkele basisprincipes. Die zijn terug te vinden in de artikelen 756 e.v. Ger.W. Ook van belang is artikel 869 Ger.W.

De voorzitter van de rechtbank leidt de debatten. Wanneer die dus het woord verleent aan het openbaar ministerie, kan een advocaat die dringend iets wil zeggen of mededelen de voorzitter daarop attent maken. Maar als die voorzitter, zelfs na enig aandringen en zoals in casu na bemiddeling door de stafhouder, bij zijn besluit blijft, dan heeft de betreffende advocaat zich daarbij neer te leggen. Punt uit. Als die advocaat daarna toch nog steeds blijft aandringen, stoort hij kennelijk de zitting.

De voorzitter heeft ook het recht van politie in de zittingszaal. Dat wil zeggen dat hij instaat voor de orde in die zittingzaal en erover moet waken dat de zitting sereen kan verlopen. Hij kan dus mensen die de zitting storen uit de zaal laten verwijderen, desnoods met bijstand van de politie. Dat kan ook indien het storende element een advocaat is. Indien de voorzitter aldus een advocaat het bevel geeft de zitting te verlaten, dan dient die zich daarbij neer te leggen en dat uit te voeren. Hij kan zich in de gang dan bezinnen over eventuele juridische stappen die hij kan nemen, maar door zich te blijven verzetten en aldus een hardhandige verwijdering door de politie uit te lokken, brengt hij de waardigheid van zijn eigen beroep in het gedrang.

Wanneer dan de andere advocaten luidkeels hun confrater bijspringen en allerlei verwensingen roepen naar de voorzitter, gaan ook zij overduidelijk in de fout.

Houding van de balie

Het persbericht van de stafhouder van Gent is in dat opzicht dan ook onbegrijpelijk. Zeer ten onrechte gaat hij ervan uit dat de Gentse advocaten in kwestie gewoon hun werk deden om hun cliënten “met alle wettelijke middelen” te verdedigen. Door zich te focussen op het uitgelokte resultaat van de verwijdering van de advocaten uit de rechtszaal blijft hij blijkbaar volledig blind voor de voorafgaande ongeoorloofde gedragingen van dezelfde advocaten.

Als je de verschillende incidenten bij de start van grote drugszaken op een rijtje zet, kan je er trouwens niet omheen dat het telkens hetzelfde handvol advocaten is, meestal uit Gent, dat voor ophef zorgt. Haal de zaken waarin dat handvol optreedt eruit, en de statistiek van het aantal wrakingen zal meteen een grote duik nemen.

Ter illustratie de volgende feiten:

Tussen 2016 en 2018, werden de rechtbank van koophandel Antwerpen, het hof van beroep Antwerpen en het Hof van Cassatie geconfronteerd met, wat het Hof van Cassatie in twintig (20) arresten omschreef als

"een, ten aanzien van een belangrijke financiële claim, al jarenlang aangenomen deloyale proceshouding en gepleegd procesrechtsmisbruik die reeds menige tussenkomsten van het Hof noodzakelijk maakten en waardoor een beoordeling ten gronde vooralsnog kon worden verhinderd. De deloyale procesvoering en het procesrechtsmisbruik nemen hierbij in burgerlijke zaken ongeziene proporties aan."

Dit gaf o.m. aanleiding tot een arrest van 14 september 2017 (C.16.0543.N), van het Hof van Cassatie waarbij de voorziening tegen een arrest van het hof van beroep te Antwerpen werd afgewezen en waarbij schadevergoedingen werden toegekend wegens procesrechtsmisbruik.

Bij zestien (16) arresten van 29 maart 2018 (C.17.0632.N, C.17.0633.N, C.17.0634.N, C.17.0635.N, C.17.0636.N, C.17.0637.N, C.17.0638.N, C.17.0639.N en C.17.0672.N;C.17.0673.N, C.17.0674.N, C.17.0675.N, C.17.0676.N, C.17.0677.N, C.17.0678.N, C.17.0679.N), waarin uitspraak gedaan werd over de vorderingen tot onttrekking van de zaken aan het hof van beroep Antwerpen en deze werden verworpen, werden schadevergoedingen toegekend en tevens ambtshalve boetes opgelegd wegens procesrechtsmisbruik.

Bij vier (4) arresten van 29 maart 2018 (C.17.0686.N, C.17.0687.N, C.17.0688.N, C.17.0689.N) waarin uitspraak gedaan werd over de vorderingen tot onttrekking van de zaken aan de rechtbank van koophandel te Antwerpen en deze werden verworpen, werden eveneens schadevergoedingen toegekend en tevens ambtshalve boetes opgelegd wegens procesrechtsmisbruik.

Bij twee (2) arresten van 19 april 2018 (C.18.0090.N en C.18.0093.N) werden de vorderingen tot onttrekking van de zaken aan het hof van beroep Antwerpen kennelijk onontvankelijk verklaard.

Het Hof van Cassatie heeft dus in deze aangelegenheid tweeëntwintig (22) maal veroordelingen uitgesproken wegens procesrechtsmisbruik.

Naast de reeds hoger geciteerde motivering door het Hof van Cassatie laat een bloemlezing uit de overige motiveringen van deze arresten niets aan de verbeelding over:

"kennelijk een deloyale proceshouding ertoe strekkende de behandeling ten gronde van een pecuniair zeer belangrijke vordering op systematische wijze uit te stellen"

en

maneuvers die er duidelijk toe strekken te beletten dat de aldus gevatte kamer uitspraak zou doen over de al dan niet bestaande wettelijke mogelijkheid om de zaak verder te behandelen in eerste aanleg"

en verder dat de procedures

"aldus afgewend worden voor onrechtmatige doeleinden, namelijk het vertragen van de procedure ten gronde en het dwarsbomen van een goede procesorde".

Hoever men daarbij gaat, moge blijken uit de volgende motivering van het Hof van Cassatie in diverse van deze arresten:

“Hieruit volgt dat, al zou er een recht bestaan – waaromtrent het Hof in het kader van deze procedure niet te oordelen heeft – om naar omstandigheden op een terechtzitting of op een griffie op verdoken wijze vaststellingen te laten verrichten door een gerechts-deurwaarder, dit eventueel recht door de verzoekster te dezen werd misbruikt teneinde fictieve procedure-incidenten uit te lokken en deze aan te wenden in verdere vertragingsmaneuvers.

Verre van enige wettige verdenking te kunnen doen ontstaan ten aanzien van de magistraten van het hof van beroep Antwerpen, werpt dit incident een licht op het deloyaal optreden van de verzoekster.”.

U leest het goed, het Hof van Cassatie stelt:

“teneinde fictieve procedure-incidenten uit te lokken en deze aan te wenden in verdere vertragingsmaneuvers”.

Het is wellicht onnodig erop te wijzen wie in deze zaken een van de hoofdpleiters was.

Uiteraard heeft de korpsoverste van het hof van beroep de stafhouder daarover nadien aangesproken, die meedeelde dit te zullen bespreken met zijn Gentse collega. Waarna er van deze zaak niets meer vernomen werd. Misschien kunnen we dit thans vernemen in het licht van de bewering van de stafhouder “In het tuchtbeleid aan de balie van Gent dat door mijn voorgangers werd gevoerd en dat door mij verdergezet, wordt hier zeer nauwgezet op toegezien. Er wordt ook daadwerkelijk tot tuchtvervolging overgegaan wanneer een advocaat buiten de lijntjes kleurt.”. Of zijn de voormelde beoordelingen van het Hof van Cassatie in dat kader irrelevant?

Het is dan ook overduidelijk dat het middel van de wraking de jongste jaren voortdurend intensief misbruikt wordt om het gewone verloop van de procedure te boycotten en deze zo lang mogelijk uit te stellen of te rekken. Deze houding kan alleszins niet beschouwd worden als het aanwenden van alle wettelijke middelen in het belang van de cliënt, zoals de Gentse stafhouder ten onrechte voorhoudt.

Het is ook duidelijk dat door sommige advocaten wordt aangestuurd op incidenten, steeds met hetzelfde doel: om de procedure te rekken en een debat over de grond van de zaak uit de weg te gaan. Zo was bij het proces in Brussel blijkbaar op verzoek van een of meer advocaten eveneens een gerechtsdeurwaarder gevraagd om een proces-verbaal van de zitting te maken om ‘bewijzen’ tegen de voorzitter te verzamelen. Vooreerst is de griffier diegene die het verloop van de zitting notuleert en heeft een gerechtsdeurwaarder daar niets te zoeken en vervolgens laat dit initiatief vermoeden dat een en ander georkestreerd werd.

Proeve van oplossing

Als we de wraking als uitzonderlijk maar nuttig instrument overeind willen houden, moeten de misbruiken ervan bestreden worden en de voortdurende misbruikers uit het systeem gehaald worden. Hier rust een verpletterende verantwoordelijkheid bij de balie.

Een advocaat kan door de rechter niet gewraakt worden en hij heeft een grote mate van vrijheid van spreken en handelen. Maar daartegenover staat een strikte deontologie, die excessen als deze dient te sanctioneren. Zolang de balie deze taak niet ter harte neemt en de misbruikende advocaten blijft beschermen, zal de roep om de wraking af te schaffen blijven bestaan en steeds groter worden.

Ondertussen kan de procedure van wraking wel bij wet aangescherpt worden door de behandeling ervan toe te wijzen rechtsreeks aan een wrakingskamer die zo snel mogelijk uitspraak doet, zonder dat enig verder rechtsmiddel kan aangewend worden. Daardoor kan het proces na enkele dagen meteen hervat worden.

Maar nog meer efficiënt is het voorstel van o.m. collega Pierre Thiriar om het schorsend effect van de wraking weg te nemen zodat de gewraakte rechter gewoon kan verder werken. Indien dan nadien de wraking toch gegrond zou blijken, wat overigens heel uitzonderlijk is, zouden alle daden van die rechter na het indienen van de wrakingsvordering als onbestaande worden beschouwd. Aldus blijft de mogelijkheid tot wraking behouden maar verliest het misbruik ervan met het oog op vertraging en boycot van de procedure, ieder belang.

Eveneens zeer nuttig is ook het voorstel van collega Thiriar om ieder arrest dat een vordering tot wraking afwijst door de griffier ter kennis te laten brengen van de bevoegde tuchtoverheden van de optredende advocaten.

Tegelijk dient de mogelijkheid om ambtshalve boetes op te leggen wegens procesrechtsmisbruik drastisch verhoogd te worden tot 25.000 euro of desnoods meer. In de hoop dat aldus even nagedacht wordt en een ‘risicotaxatie’ wordt gemaakt alvorens het middel van de wraking op roekeloze wijze in te zetten.

Besluit

Dergelijk volgehouden procesrechtsmisbruik dat alle perken te buiten gaat, valt niet uit te leggen en te verdedigen. Het wordt niet begrepen door de publieke opinie, die zich daar zeer terecht aan ergert. Dat straalt, jammer genoeg, af op de hele advocatuur, dus ook op de overgrote meerderheid van de advocaten die hun beroep wel integer en correct uitoefent. Onbegrijpelijk is dat bepaalde balie-instanties dat niet inzien en lijken mee te gaan in het perfide narratief van dat soort advocaten.

Naar aanleiding van de gebeurtenissen van de jongste weken, waarbij het optreden van meestal dezelfde advocaten hebben geleid tot belangrijke vertragingen en blokkeringen van de rechtsgang in uitzonderlijke processen, worden wij voortdurend aangesproken door advocaten die zich excuseren en zich doodergeren aan dat procesrechtsmisbruik. Sommigen hebben daar zelf publiek lucht aan gegeven zoals meester Stijn Verbist. (zie “Niet mijn OVB”).

Goede verhoudingen en wederzijds respect tussen de advocatuur en de magistratuur zijn noodzakelijk voor een goede rechtsbedeling.

Als die verhouding verstoord wordt door bepaalde elementen, moet daartegen opgetreden worden, kort en krachtig. Alleen dan kan het vertrouwen in het gerecht hersteld worden.

Dirk Van Overloop – ere-kamervoorzitter in het hof van beroep Antwerpen, ere-advocaat balie Antwerpen

Bruno Luyten – ere-eerste voorzitter van het hof van beroep Antwerpen, ere-advocaat balie Brussel

Recente vacatures

Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
2 jaar
Oost-Vlaanderen
Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0-1 jaar
Oost-Vlaanderen
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

1 Reacties

1 Reactie

  1. FRANK VAN VLAENDEREN, pro stafhouder balie Gent

    Geachte voorzitters, consorores, confraters en lezers
    de dertien wrakingsverzoeken in de zaak Kriva Rochem zijn ter beoordeling door het Hof van beroep te Gent, sub judice/bij de rechter. Laten we geduldig wachten op beoordeling van de verzoeken en niet de pedalen verliezen.
    Velen hebben een opinie, zo ook u, waarvoor alle respect, maar ik wacht geduldig op de rechter zijn onpartijdig onafhankelijk oordeel,
    Het gehakketak tussen intellectuelen op niveau’s waar het publiek niet komt, stelt de samenwerking binnen Justitie op de proef en dat kunnen we missen als migraine.
    U mag kritiek uiten op de balie maar graag niet schieten uit de heup. De balie houdt haar deontologie hoog en dus ook de oanfhankelijkheid en onpartijdigheid van de advocaat wat de balie voluit verdedigt en beschermt. Ieder die het niet zint, ieder die een klacht heeft over een advocaat kan terecht bij de stafhouder … ook de rechter. Dit klachtrecht bestaat en wordt aan de Gentse balie voluit gerespecteerd in de tuchtonderzoeken. Ik wil u verwijzen naar het verslag van het college van toezicht 2024 (te consulteren op de website van de Orde van Vlaamse Balies). De stafhouder van Gent zijn persbericht was geheel terecht … maar het is nu eerst aan het Hof van beroep , waarna het gehakketak kan hervat worden boven de hoofden van het publiek. De Gentse balie-instanties gaan niet mee met perfide ‘vertelsels’ (de vertaling van het in zwang zijnde woord ‘narratief’) van wie dan ook, ook niet van ‘soorten’, laat dat duidelijk zijn.

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *