11 nov 2020 | Column

Wil de FOD Justitie dat u Jubel niet meer leest?

Door Hugo Lamon

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 11/11/2020 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

 

LAMON op woensdag

Mr. Hugo Lamon is advocaat aan de balie van Limburg en Brussel NL.
Hij publiceert over o.m. ondernemingsrecht en deontologie.

Hij mengt zich al jaren in het maatschappelijk debat over justitie.

De halve lockdown weegt op het collectieve gemoed. Het verklaart misschien waarom sommigen niet echt vrolijk werden bij het lezen van de beleidsnota van de nieuwe minister van Justitie. Het gaat niet zozeer om het veelbelovende van wat er staat, maar wel om het vele dat er niet in te lezen valt. Het lijkt wel een tekst die uit de pen vloeide van doorwinterde (en onmiskenbaar gedreven) parketmagistraten, met helaas weinig of geen aandacht voor burgerlijke en commerciële wetgeving en geschillen. Dat is nochtans de grote brok van het werk van de overheidsrechters. De activiteit van de grote meerderheid lijkt dus (voorlopig?) geen beleidsprioriteit te zijn. Moet uit het stilzitten worden afgeleid dat de minister vindt dat daar alles optimaal verloopt? Het valt te hopen van niet.  Het is misschien wat ijdele hoop en allicht geen mediagenieke boodschap, maar zou de minister toch ook daar niet wat beleidsprioriteiten aankondigen? Hopelijk toont minister Van Quickenborne ook in andere domeinen dan het strafrecht zijn aanstekelijke ambitie.

Toch blijkt het zo te zijn dat een onverlaat die zich pakweg interesseert in intellectuele rechten niet op veel politieke interesse moet rekenen. Merkwaardiger is wel dat blijkbaar ook de FOD Justitie absoluut niet in het thema geïnteresseerd lijkt. Misschien moet die FOD toch eens een blik werpen op de inhoudelijk goede website van de FOD Economie, uiteindelijk toch maar de administratie next door?

Welke ambtenaar van de FOD Justitie verzint het toch maar om op 11 september laatstleden een domeinnaam “iubel.be” te registeren? Op die website valt te lezen dat “IUBEL” de “Openbare databank voor Belgische rechtspraak” is (eerder: wordt) en daarmee blijkbaar Juridat moet opvolgen. Heeft er daar nu écht niemand even het (via het internet vrij toegankelijk) register van dns.be geraadpleegd en opgemerkt dat er al sinds 2 mei 2013 een website “jubel.be” is geregistreerd? Het was allicht ook te onoverkomelijk om – godbetert – ook het al even vrij beschikbare Benelux-merkenregister te consulteren, om dan vast te stellen dat “jubel.be” al sinds 18 juli 2018 als merk gedeponeerd is.

Er valt veel te speculeren over het waarom van een dergelijk manifest misleidend gebruik van het teken “iubel”, dat in alles verwarring kan doen ontstaan met “jubel”. Wie zich tot voor kort het hoofd pijnigde over de vraag wat nu wel (of eerder niet) in de Jurdidat-databank werd opgenomen, kan zich nu de vraag stellen of er kwade geesten zijn die erop speculeren dat wie “Lamon op woensdag” wil lezen in een moment van onoplettendheid niet “jubel” maar “iubel” zal intikken en zo terechtkomt in de databank met rechtspraak eerder dan bij de badinerende en volgens sommigen eigenzinnige opinies van uw wekelijkse blogger?  Bij de FOD Justitie weten ze misschien nog wel dat het gerechtelijk wetboek voorziet dat geschillen moeten vermeden worden en door verzoening of bemiddeling moeten worden opgelost. Een andere naam kiezen kan toch niet zo moeilijk zijn?

Deze week waren er ook weer schermutselingen op het front van de digitalisering van justitie, met de ‘data’ van justitie (de vonnissen en arresten) in de hoofdrol. Die data zouden aan commerciële ondernemingen worden toevertrouwd en daardoor ‘vogelvrij’ zijn en te gelde worden gemaakt. Het oorlogje werd gevoerd op sociale media, met (eens te meer) raadsheer Thiriar in een hoofdrol en de Orde van Vlaamse Balies met een zichtbaar door een communicatiebureau geïnspireerde ‘fact checker’ als reactie. Dat is in de wereld van justitie een vrij ongebruikelijk communicatiekanaal. Het is te verregaand om dit als Trumpiaans af te doen, maar het is allicht tijd dat ook de minister van Justitie het debat naar zich toetrekt en juridisch duidelijke krijtlijnen uitzet.

Intussen is de suggestie van sommigen om het artikel van Prof. Koen Swinnen over de eigendom van data te lezen (TPR 2019, p. 63 e.v.) bijzonder aanbevelenswaardig. De vraag wat data, digitale data, databestanden en gegevensdragers zijn, is juridisch niet geheel duidelijk en nog minder wie daar eigendomsaanspraken kan laten gelden. In het debat rond dat juridisch vacuüm moeten ook de belanghebbenden buiten de wereld van justitie worden betrokken.

De nieuwe minister van Justitie kan een nieuwe (wetgevende?) wind laten waaien, voorbij de slogans en de soms gecrispeerde reacties op het terrein. Wie zegt dat de oplossingen eenvoudig zijn, misleidt. Maar wie een breed en daardoor complex maatschappelijk debat uit te weg gaat ook. Vooral naar de ‘buitenwereld’ toe, bewijst justitie geen dienst.

Hugo LAMON

***

Meer lezen over de verwarring tussen jubel en iubel? Bekijk het meest recente artikel van prof. dr. em. Willy van Eeckhoutte, voorzitter van het redactiecomité van Jubel.be.

Meer blogposts lezen van Hugo Lamon? Dat kan hier!

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

1 Reacties

1 Reactie

  1. Pierre Thiriar

    Het is inderdaad op een breed maatschappelijk debat dat elke bijdrage van mijn hand over dit onderwerp gericht is en ik raad inderdaad de lectuur van de bijdrage van professor Swinnen ten zeerste aan. Het lijkt mij echter paradoxaal dat u stelt dat dit debat aangemoedigd zou worden indien de minister dit vraagstuk naar zich toe trekt. Waarom? Het is ook niet aan de minister om juridische krijtlijnen uit te trekken. Dat is in onze rechtstaat vooralsnog de taak van de wetgever, het parlement, de natie. Minister Koen Geens en zijn penhouders binnen zijn universiteit en binnen zijn advocatenkantoor, hebben ons een voorsmaak gegeven van wat er gebeurt als wetgeving en ministeriële besluiten – zonder overleg met alle actoren op het veld en de democratische organen – tot stand komen in achterkamertjes en om de ‘old boys’ te plezieren. Dit tijdperk is hopelijk definitief voorbij, zodat de rechtstaat en de democratische werking van ons rechtsbestel in ere worden hersteld. Hopelijk is het vijandbeeld ten aanzien van diegenen die geen ‘slippendragers’, ‘ja-knikkers’ zijn of ‘pannenkoeken’ om strafpleiterstaal te gebruiken, ook voorbij, zodat een werkelijk inhoudelijk debat mogelijk is in de plaats van een beate adoratie voor alles wat afkomstig is van ‘De Minister’. Als er geen ruimte is voor kritiek en tegenstrijdige standpunten, is er geen debat mogelijk. Ook al kan ik alleen voor mijzelf spreken, ben ik ervan overtuigd dat de magistratuur en de Hoge Raad voor de Justitie zich zoals altijd constructief zullen opstellen in dit debat in het belang van de burger en de rechtstaat. Het behoort immers tot de grondwettelijke opdracht van de Hoge Raad voor de Justitie om dit belangrijk vraagstuk niet los te laten en tot de deontologische plicht van magistraten om de fundamenten van de rechtstaat en de belangen van de rechtzoekenden te bewaken.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.