Om zes uur leg ik mijn smartphone weg. Echt. Of om zeven uur. Of misschien toch om acht uur nog even mijn mails checken. Maar dan gaat de wifi echt uit. Hoewel, om negen uur nog even wat scrollen op Instagram. Nu echt weg. Om tien uur toch nog een laatste keer: ik moet nog een zet doen in het spelletje Wordfeud waarmee ik bezig ben. Ik probeer het echt, maar die verdomde smartphone lijkt als een sirene altijd weer naar me te roepen. Zo moeilijk is het om deconnectie echt in de praktijk te brengen. Maar ik probeer het, omdat ik weet dat het voor mijn brein beter is.
We staan altijd ‘aan’
Zonder dat we het echt beseffen staan we altijd ‘aan’. We ontvangen een niet aflatende stroom prikkels. Tot je er virtuele koppijn van krijgt. De digitale wereld is zo geleidelijk aan ons leven binnengeslopen dat we het niet gemerkt hebben: eerst computers, dan internet, vervolgens mails en sociale media, ten slotte de smartphone. Langzaamaan raakten we eraan verslaafd.
Het lijkt wel alsof we niet meer in staat zijn even niets te doen. In de rij bij de bakker of slager, wachtend op trein, tram of bus, op café of restaurant terwijl je wacht op je afspraak, … Al die kleine gestolen momentjes (oké, wachten op de trein is vaak geen klein momentje) die we vroeger gebruikten om even tot rust te komen, of een babbeltje te doen met de man in de rij voor of achter je, vullen we nu met onze smartphone.
De ironie is dat we het niet eens ervaren als drukte. Het zijn maar microhandelingen. Even kijken. Even antwoorden. Even scrollen. Even reageren. Even iets doorsturen. Even. Tot je merkt dat je dag uit honderden ‘evens’ bestaat en dat je aan de wezenlijke dingen niet bent toegekomen. Want daar wringt het: door telkens opnieuw “even” over te schakelen, train je je brein letterlijk om aan de afleiding toe te geven in plaats van het te leren om op het juiste moment te focussen. We hebben echt nood aan deconnectie …
En dan doen we hetzelfde … op het werk
Je zou denken: goed, privé is privé, maar tijdens het werk schakelen we wel over naar onze ‘professionele focus’. Alleen: dat doen we niet, we nemen dezelfde gewoonten gewoon mee naar kantoor. Kan dat dan echt zoveel kwaad: dat ene minuutje dat je aandacht afgeleid is? Ja, want het is niet zomaar één minuutje. Wanneer je concentratie wordt verstoord, al is het maar even, heb je tot twintig minuten nodig om weer op hetzelfde concentratieniveau te komen als voor de onderbreking.
“Maar, voor mij werkt dat toch anders”, denk je nu misschien, “want ik ben goed in multitasken.” Daar is het, het toverwoord: multitasken. Of beter gezegd: de grootste leugen die we onszelf wijsmaken. Want wat we werkelijk doen is snel heen-en-weer springen. We spreken beter van task switching, dan van multitasking. En het is nefast. Want dat voortdurende switchen tussen verschillende taken, daar is ons brein eenvoudigweg niet voor gemaakt. Ook professioneel leven kan deconnectie dus een reddingsboei zijn.
De goochelaar en de gorilla
We moeten opnieuw spaarzaam met onze aandacht leren omgaan, want die is sowieso al erg selectief. De monkey business illusion is een bekend experiment, dat dit mooi aantoont. (Ken je het experiment niet? Bekijk dan even deze video voor je verder leest). In de video zie je twee teams een bal naar elkaar gooien. De opdracht is simpel: tel het aantal passes dat de spelers van het witte team aan elkaar geven. De meeste mensen doen hun best, zijn geconcentreerd, en … missen volledig dat er midden in het beeld een gorilla langsloopt, zwaait, en weer verdwijnt. De clou is niet dat mensen dom zijn. De clou is dat aandacht selectief is. Aandacht die we spenderen aan passes tellen, besteden we niet aan opletten voor gorilla’s. Aandacht die we spenderen aan afleidingen als mailboxen en social media, spenderen we niet aan het werken aan een dossier, contract, akte of wetenschappelijk artikel.
Goochelaars werken volgens hetzelfde principe. Zij weten dat we onze aandacht niet overal bij kunnen houden. Terwijl je naar hun linkerhand kijkt, heeft hun rechterhand je horloge of portefeuille doen verdwijnen. Zelfs als je weet dat je niet afgeleid mag worden. Eén momentje is al voldoende.
Afleiding als verdienmodel
“I can resist everything except temptation”, zo formuleerde Oscar Wilde het. Zoals ik er tot hier over schreef, lijkt het wel of ik denk dat toegeven aan afleiding een karakterfout is. Van mezelf, en van u. Alsof alles beter zou gaan, als we gewoon wat beter ons best zouden doen, als we gewoon wat meer zelfdiscipline zouden hebben. Maar dat is niet zo. Aan de afleiding proberen te weerstaan, is vechten tegen de bierkaai. Er bestaat immers een hele industrie die exact het tegenovergestelde doet: systemen bouwen die je aandacht vasthaken, die je terugroepen, die je precies op het juiste moment een prikje geven.
Net zoals sigarettenfabrikanten en fastfoodrestaurants, die je verslaafd maken met nicotine, suiker en vet, doen socialmediaplatformen het met hun algoritmes die je verder en verder meesleuren down the rabbithole. Deconnectie is een vorm van digitale zelfverdediging.
Op zoek naar deconnectie: een kwestie van trainen
We hebben onszelf die gevoeligheid voor afleiding deels aangeleerd. Als je de hele dag microprikkels toelaat, train je je brein om eraan toe te geven. Je maakt het je brein gewoon om “onderbreekbaar” te zijn. Maar dat is ergens ook goed nieuws. Het betekent immers dat je je brein ook kunt trainen om minder afgeleid te zijn. Al moet je als een verslaafde afkicken van het digitale vergif.
Afkicken van al die afleidingen, van al die korte momentjes, van die voortdurende prikkels, is niet makkelijk. Dat ondervind ik zelf, sinds ik er echt werk van probeer te maken en mijn smartphone af en toe wegleg.
Ik zit nog in de eerste fase. De fase waar het schuurt, waar je stressniveau net stijgt door je smartphone weg te leggen. Hoewel ik soms pretendeer JOMO te hebben (joy of missing out), kan ik mijn FOMO (fear of missing out) toch niet helemaal uitschakelen. Dat knagende gevoel dat je iets mist. Ik moet er soms tegen vechten, als het toch weer begint te kriebelen om even mijn socials te checken of even een whatsappje te beantwoorden. Ook al weet ik dat de dag erop Instagram er nog gewoon is, dat die like kan wachten, dat ik die ene mail gerust morgen mag beantwoorden, …
Dus, beste mede-juristen: laten we ons brein trainen op focus in plaats van versnippering. Zet je meldingen uit en concentreer je op dat ene dossier, dat contract of arrest dat voor je ligt. En laat ook in je vrije tijd die smartphone eens uit en schenk je aandacht aan je familie en vrienden. En je zal merken hoeveel deugd deconnectie kan doen.
Wim Putzeys, Hoofdredacteur Jubel



0 reacties