25 mrt 2020 | Tax & Private equity

Verkoop van SCI-aandelen door Belgische ingezetenen

Door Tiberghien

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 25/03/2020 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Het bezit door een Belgisch ingezetene van aandelen in een Franse ‘société civile immobilière’ (SCI) die Franse onroerende goederen aanhoudt, heeft reeds het voorwerp uitgemaakt van veel controverse, met name na de arresten van het Belgische Hof van Cassatie van 29 september 2016 en 21 september 2017, waarbij de door de SCI gedane uitkeringen in België werden gekwalificeerd als dividenden belastbaar aan een tarief van 30%, bovenop de Franse belasting die reeds werd geheven op de ontvangen onroerende inkomsten of de gerealiseerde meerwaarde op onroerende goederen.

Met betrekking tot de eventuele meerwaarde gerealiseerd naar aanleiding van de verkoop van deze aandelen stelt zich thans fiscaal een nieuw probleem. De Franse Raad van State heeft zich inderdaad onlangs op dit punt uitgesproken in zijn beslissing van 24 februari 20201. Deze beslissing is conform twee arresten die reeds werden geveld door de Administratieve Rechtbank van Montreuil2, volgens dewelke de aandelen van een ‘translucide’3 SCI als onroerende goederen moeten worden beschouwd.

Deze kwalificatie als ‘onroerend goed’ is niet onbelangrijk daar deze impliceert dat de aandelen van de SCI’s onder artikel 3 van de Frans-Belgische overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting zouden vallen. Deze bepaling kent de belastingbevoegdheid over inkomsten van (met inbegrip van gerealiseerde meerwaarde op) onroerende goederen toe aan de staat waar deze onroerende goederen zijn gelegen, zodus aan Frankrijk op basis van bovenvermelde Franse rechtspraak.

Wellicht mag men zich verwachten aan ingebrekestellingen vanwege de Franse belastingdienst wat betreft in het verleden gerealiseerde meerwaarde op aandelen van een Franse translucide SCI die nog niet verjaard zou zijn. Verder rijst de vraag naar de eventuele impact van deze rechtspraak op de toepassing van de Frans-Belgische overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting inzake successierechten.

Aarzel niet ons te contacteren voor meer informatie aangaande het bovenstaande.

Alain Van Geel – Partner (alain.vangeel@tiberghien.com)

Emilie Van Goidsenhoven – Counsel (emilie.vangoidsenhoven@tiberghien.com)

Olivia Herbert – Associate (olivia.herbert@tiberghien.com)


1 Raad van State, 24 februari 2020, nr. 436392.

2 TA Montreuil, 17 april 2017, nr. 1701414; TA Montreuil, 26 juni 2018, nr. 1703431.

Deze kwalificatie werd reeds aanvaard wat betreft aandelen van transparante SCI’s (Slotprotocol bij de Frans-Belgische overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting, paragraaf 2; Com. Ov. 13/254).

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.