Dat lokale besturen steeds vaker inzetten op trajectcontrole is ondertussen algemeen bekend. De toestellen verschijnen in snel tempo langs de Vlaamse wegen en leveren naast verkeersveiligheid ook een constante stroom aan GAS-boetes op. De gemeentelijke administratieve geldboete, beter bekend als de ‘GAS-boete’ kent echter een strikt wettelijk kader. Een recente uitspraak van de politierechtbank te Vilvoorde van 6 november 2025 bevestigt dit.
De rechtbank vernietigde een GAS-boete van 53 euro, opgelegd na een trajectcontrole, omdat de gemeente niet kon aantonen dat een bevoegd persoon de overtreding had vastgesteld én omdat de gebruikte meettoestellen niet volledig door de gemeente waren gefinancierd, zoals de wet uitdrukkelijk voorschrijft.
De uitspraak raakt aan een breder maatschappelijk debat, gevoed door zowel juridische vragen als politieke bezorgheden over de rol van private spelers en het risico dat trajectcontroles uitgroeien tot een verdienmodel in plaats van een verkeersveiligheidsmaatregel.
Een eenvoudige snelheidsovertreding met grote juridische gevolgen
Op 26 april 2024 werd een bestuurder in de gemeente Meise geflitst aan een gecorrigeerde snelheid van 31 kilometer per uur. De gemeente legde een GAS-boete op van 53 euro. De betrokken bestuurder tekende bezwaar aan. In het bezwaarschrift kwamen drie kernargumenten naar voren:
- De GAS-ambtenaar was niet onafhankelijk.
- De concessieovereenkomst waarop de trajectcontrole steunde was ongeldig.
- De trajectcontrole en toestellen zijn op een incorrecte manier uitgevoerd.
Na een negatieve beslissing in bezwaar stelde de bestuurder hoger beroep in bij de politierechtbank.
Trajactcontrole: vaststelling moet gebeuren door een daartoe bevoegd persoon
In het vonnis van 6 november 2025 benadrukt de rechtbank allereerst dat artikel 62 van de Wegcode vereist dat een fysiek persoon de overtreding vaststelt.
De bedoeling daarvan is dat er steeds een menselijke controle bestaat op wat software registreert.
In casu werd de snelheidsovertreding digitaal geregistreerd door de software van een private concessiehouder. Volgens de gemeente Meise registreert die software kandidaat-overtredingen waarna een verbalisant ze nadien ‘valideert’ of ‘verwerpt’. Maar voor die stelling werd geen enkel concreet bewijs voorgelegd.
Het proces-verbaal verwees slechts naar een stamnummer, zonder enige aanduiding van de identiteit van de verbalisant die de meting effectief zou hebben gevalideerd.
De rechtbank stelde zich ernstige vragen bij deze praktijk en omdat de gemeente het nummer niet kon koppelen aan de naam van een bestaande verbalisant, werd de sanctie alleen al om die reden nietig verklaard.
Automatische meettoestellen moeten volledig door de gemeente worden gefinancierd
Daarnaast schonk de rechtbank ook aandacht aan de financiering van de meettoestellen. De wet schrijft voor dat de overtreding moet worden vastgesteld door automatisch werkende toestellen die volledig worden gefinancierd door de lokale overheid.
In deze zaak bleek de trajectcontrole-installatie aangeleverd en gefinancierd door een externe commerciële firma, die dan in een concessieovereenkomst eisen stelt die niet verenigbaar zijn met de verbetering van de verkeersveiligheid.
De toestellen werden dus niet integraal door de gemeente gefinancierd. Daarmee werd bijgevolg niet voldaan aan de wettelijke vereiste, zodat om een tweede reden de sanctie vernietigd werd.
Trajectcontrole: voer voor een breder maatschappelijk debat
De strikte interpretatie van de wettelijke voorwaarden komt niet uit de lucht gevallen. In het voorbije jaar is de discussie over trajectcontroles scherp toegenomen, mede door nieuwe inzichten over de financiële structuur achter dergelijke projecten.
Verschillende gemeenten werken vandaag met private ‘Trajectcontrole-as-a-Service’-modellen (TaaSmodellen) waarbij de installatie, software, onderhoud en werking van deze modellen geheel door een commerciële partner worden gedragen. In ruil daarvoor ontvangt deze firma per verwerkte GAS-boete een vaste vergoeding, wat neerkomt op bijna de helft van het bedrag van de minimumboete van
53,00 euro, ongeacht of die boete effectief wordt betaald.
Aangezien tientallen gemeenten en meer dan honderd trajectcontrolezones met dergelijke contracten werken, loopt dit op tot aanzienlijke jaarlijkse inkomsten voor de betrokken private bedrijven. De investering in de installatie wordt doorgaans al binnen het eerste jaar terugverdiend, waardoor de resterende looptijd van de meerjarige contracten grotendeels winst genereert.
Dit versterkt de indruk dat de handhaving soms verder gaat dan verkeersveiligheid alleen en financiële belangen mee richting geven aan de manier waarop controles worden georganiseerd.
Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder benadrukte reeds dat trajectcontroles “geen verdienmodel mogen zijn” en kondigde een grondige evaluatie aan van zowel de trajectcontroles als van het GAS-systeem, met resultaten verwacht in de zomer van 2026. Lokale besturen rekenen erop dat deze evaluatie leidt tot meer juridische zekerheid over financiering, validatie en de rol van private partijen.
Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) erkent dat het probleem vooral schuilt in de complexe en geavanceerde “TaaS-modellen”.
Volgens het VVSG toont de uitspraak opnieuw aan hoe ingewikkeld het wettelijk kader rond snelheidscontroles is. De organisatie pleit dan ook voor een robuuster wettelijk kader dat de rol van private spelers scherper afbakent en lokale besturen meer rechtszekerheid biedt bij het inzetten van handhavingsinstrumenten.
Besluit: strikt juridisch kader voor trajectcontrole
Het vonnis van de politierechtbank Vilvoorde maakt duidelijk dat het juridisch kader rond GAS-boetes en trajectcontroles strikter is dan vaak wordt aangenomen. De rechtbank bevestigt twee essentiële voorwaarden:
- Een bevoegde persoon moet de overtreding vaststellen;
- Volledige financiering door de overheid van de automatische meettoestellen is vereist.
Wanneer aan deze voorwaarden niet voldaan wordt, is de sanctie ongeldig.
Tegelijk toont de uitspraak aan dat het huidige systeem, zeker bij trajectcontroles via TaaS-modellen, op gespannen voet kan staan met het wettelijk kader. Het breed maatschappelijk debat maakt duidelijk dat er nood is aan duidelijkere en toekomstbestendige regelgeving, zodat lokale besturen weten binnen welke grenzen ze rechtsgeldig kunnen opereren.



0 reacties