We hebben het in dit land vaak over justitie alsof het een abstract apparaat is. Een traag systeem, een moloch, een plek waar dossiers verloren lopen en waar straffen te licht of te laat komen. Maar achter die karikatuur staat een beroepsgroep die elke dag opnieuw de ruggengraat vormt van onze rechtsstaat: de rechters en onze magistratuur. Misschien is het tijd om hen dat hardop te zeggen. En om hen te bedanken.
Ik weet het, het begin van deze bijdrage komt vast slijmerig over. Dat is echter niet de bedoeling. Wel is het mijn wens om terug empathie in het debat te brengen. Begrip dat de verhitte gemoederen afkoelt.
Wel wil ik het hebben over waarom ik de bezorgdheid bij de magistratuur vandaag lees als een uitnodiging.
Ik wil het in deze column niet hebben over pensioenregelingen, nitty gritty details of partijdigheid. Wel wil ik het hebben over waarom ik de bezorgdheid bij de magistratuur vandaag lees als een uitnodiging.
Want de waarheid is dat onze rechtsstaat vandaag onder druk staat — niet door de magistratuur, maar door de omstandigheden waarin zij moeten werken. Een torenhoge werkdruk, een stijgende recidive, gevangenissen die uit hun voegen barsten, en een maatschappij die reflexmatig blijft kiezen voor het curatieve: opsluiten, straffen, wegstoppen. Terwijl justitie in essentie zorg en welzijn is. Niet zacht, wel menselijk. Niet naïef, wel effectief.
Wie dagelijks met mensen aan de onderkant van hun leven werkt, weet dat rechtspraak altijd een sociaal proces is. Het gaat zelden om pure bestraffing. Het gaat om het doorbreken van patronen. Om het vermijden van herhaling. Om het beschermen van de samenleving door mensen de kans te geven hun leven opnieuw op te bouwen — en net daardoor recidive te verlagen. Maar die preventieve functie van justitie is iets wat we als maatschappij al te lang vergeten zijn.
De bezorgdheid die magistraten vandaag uiten, is geen loutere klaagzang. Het is een barometer voor het vertrouwen in onze instellingen
De bezorgdheid die magistraten vandaag uiten, is geen loutere klaagzang. Het is een barometer voor het vertrouwen in onze instellingen. Hun angst — voor uitholling, voor desinvestering, voor het verlies van de essentie — is een signaal dat we ernstig moeten nemen. Want een systeem dat structureel onder druk staat, verliest uiteindelijk zijn legitimiteit, zelfs als er binnen dat systeem nog steeds heldhaftig werk wordt geleverd.
De problemen waar justitie tegen aan botst zijn systemisch. Het zijn zogenaamde ‘wicked problems’. Complexe problemen die zo verweven, veelzijdig en veranderlijk zijn dat er nooit één duidelijke oplossing is.
We hebben oplossingen nodig die de druk verlichten zonder de rechtsstaat te ondermijnen. Denk aan het debat rond collectieve genade: niet als een symbolische vrijlatingsgolf, maar als een rationele maatregel waarbij korte straffen worden omgezet naar alternatieven zoals enkelbanden. Dat is geen ideologie. Dat is logica.
Toch ontbreekt vandaag volledig de politieke wil om zo’n maatregel te durven nemen. Het is een klassieke kant van een wicked problem: iedereen weet wat er zou helpen, maar niemand wil het risico dragen dat één enkel incident vervolgens het hele beleid doet ontsporen. De politiek vreest het “wat als?”–scenario.
We hebben een bredere reflectie nodig over wat justitie hoort te zijn in een samenleving die fundamenteel veranderd is
Tegelijk voelen magistraten zelf ook dat ze geen ruimte hebben om milder te oordelen, omdat er steeds meer verantwoordelijkheid en maatschappelijke verwachtingen op hun schouders worden gelegd. Het resultaat is een soort institutionele verlamming .
Maar ademruimte is niet genoeg. We hebben ook een bredere reflectie nodig over wat justitie hoort te zijn in een samenleving die fundamenteel veranderd is. Dat vraagt een debat op drie niveaus:
Op korte termijn moet er rust komen in het systeem zodat magistraten opnieuw kunnen functioneren zonder permanent crisisbeheer.
Op middellange termijn moeten we bepalen welke doorstart justitie nodig heeft om preventief, modern en mensgericht te werken.
Op lange termijn moeten we de vraag durven stellen: hoe ziet de justitie van de toekomst eruit? Welke rol speelt ze? Wat verwachten we ervan? Wat willen we dat ze absoluut niet wordt?
Het metadebat over veel problemen van onze tijd wordt vaak als een luxe weggezet, maar dat is het niet. Wicked problems vragen om het in vraag stellen van het systeem in plaats van het symptoom.
En daarbij geldt een oude waarheid die binnen justitie vaak herhaald wordt: “justice must not only be done, but must also be seen to be done.” Hetzelfde geldt voor de werking van justitie zelf. Het moet niet alleen goed zijn, het moet ook zichtbaar goed zijn. Want dat is de kern van vertrouwen in een democratische rechtsstaat: niet enkel correcte beslissingen, maar ook een systeem dat toont dat het die beslissingen waardig, onafhankelijk en met zorg neemt. En niet onder druk van ondraaglijke werkomstandigheden.
Daarom is dit niet alleen een pleidooi, maar vooral een eenvoudig dankwoord. Magistraten dragen elke dag een stille, vaak onzichtbare verantwoordelijkheid. In een tijd waarin zoveel wankelt, blijven zij een anker: een plek waar rede het haalt van ruis, en waar bescherming van de samenleving hand in hand gaat met zorg voor de mens.
Laat ons hun bezorgdheid zien voor wat het is: een uitnodiging om eindelijk een echt maatschappelijk gesprek te voeren. Niet over incidenten, maar over waar we naartoe willen. Niet over straffen alleen, maar over recht.
Dus ik bekijk het alvast positief. Merci, magistraat. Niet alleen voor je werk, maar ook voor het openen van een debat.



0 reacties