Geurloos, kleurloos, smakeloos? De mythe van de perfecte rechter cover

25 dec 2025 | Column

Geurloos, kleurloos, smakeloos? De mythe van de perfecte rechter

Recente vacatures

Administratief bediende
Arbeidsrecht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Paralegal
Legal Tech
2 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Dossierbeheerder
Gerechtelijk recht Gerechtsdeurwaarder
0 - 3 jaar
Brussel
Accountant
Accountancy
0 - 3 jaar
West-Vlaanderen
Office Assistant
sociaal recht Vermogensrecht
0 - 3 jaar
Oost-Vlaanderen

​Evident behoort integriteit tot de meest fundamentele kernwaarden van het magistratenambt. Daarover bestaat geen discussie. Zoals op het beroemde schilderij waarin de corrupte rechter letterlijk “gevild” wordt, is het een oude gedachte dat wie het recht verraadt, zichzelf van zijn waardigheid ontdoet. De samenleving duldt veel, maar niet dat wie recht spreekt dat op oneerlijke of dubbelzinnige wijze doet. Integriteit is geen deugd onder vele: zij is de voorwaarde voor alle andere.

Maar precies daardoor dringt zich een ongemakkelijke vraag op: wanneer verlangen wij integriteit van rechters en wanneer stoort ze ons? Want integer zijn betekent niet alleen correct en onbevangen oordelen. Het betekent ook heel zijn. “Geheel” in de zin van één stuk: niet versplinterd, niet gekneed tot een sociaal wenselijk profiel, maar eerlijk, oprecht en zonder vermomming. Een integere rechter is dus een rechter die durft te zeggen wat hij denkt en die durft dwars te liggen wanneer dat nodig is voor de democratische rechtsstaat. Daar wringt het schoentje. Want hoewel wij – althans in abstracto – houden van die rechter van één stuk, krijgen wij het lastig zodra diezelfde ruggengraat zichtbaar wordt.

​Een rechter die zijn eigen gedachten niet wil of durft te erkennen, wordt onvermijdelijk een rechter die schrik heeft van zijn eigen menselijkheid.

Michel de Montaigne formuleerde het treffend: “Men zou zich nooit mogen schamen om te zeggen wat men zich niet schaamt te denken.” Voor de rechterlijke macht geldt dat misschien nog meer dan voor welke andere beroepsgroep ook. Een rechter die zijn eigen gedachten niet wil of durft te erkennen, wordt onvermijdelijk een rechter die schrik heeft van zijn eigen menselijkheid. De vraag is of dat wenselijk is. Toch wordt er in onze samenleving een vorm van magisch denken gekoesterd. Rechters zijn, zo lijkt men te hopen, geen gewone mensen. Ze staan los van het echte leven, bewaken het recht zoals vestaalse maagden ooit de heilige vlam bewaakten. Men wil liefst niet weten wat de rechter denkt, voelt, leest of overweegt. Want zodra zijn menselijkheid zichtbaar wordt, vreest men dat de mystiek wegvalt en daarmee ook de legitimiteit van zijn oordeel.

Die verwachting is niet alleen naïef, ze is onhoudbaar. Rechters zijn mensen, en gelukkig maar. Het is precies hun menselijkheid die hen in staat stelt om het recht rechtvaardig toe te passen. Maar zodra een rechter openlijk een maatschappelijk standpunt inneemt, wordt hij al snel beschuldigd van activisme, of nog erger: van aantasting van de waardigheid van het ambt. Hier schuilt een interessante paradox. De waardigheid van het ambt zou volgens sommigen vereisen dat een rechter zich naar buiten toe zo neutraal mogelijk gedraagt: geurloos, kleurloos, smakeloos. Een entiteit waaruit geen voorkeur, geen overtuiging, geen menselijk residu mag blijken.

Maar wie zo denkt, verwart neutraliteit met afwezigheid. Een rechter zonder kleur is geen neutrale rechter, het is er één die zichzelf onzichtbaar heeft gemaakt uit angst voor kritiek. De vraag is of dat de rechterlijke macht sterker maakt, of net kwetsbaarder. Een rechter die zijn stem verbergt uit vrees om verdacht gemaakt te worden, verliest onvermijdelijk iets van zijn integriteit: hij wordt niet langer “heel”. Zijn oordeel wordt niet beïnvloed door zijn mening – rechters zijn daar door opleiding en beroepstrouw toe in staat – maar zijn zwijgen wordt wél beïnvloed door sociale druk. Dat is moeilijk met elkaar te rijmen.

We leven in troebele tijden. Autoriteit wordt niet langer vanzelfsprekend erkend, polariserende stemmen eisen elk een eigen waarheid op en de rechtsstaat wordt wereldwijd onder druk gezet. Precies in zo’n context zouden we mogen verwachten dat magistraten niet bang zijn voor hun eigen schaduw. Toch lijkt het omgekeerde te gebeuren. De maatschappelijke lat ligt zó hoog, en tegelijk zó vaag, dat de veilige weg vaak de stilste weg wordt. Een rechter die een opiniërend interview geeft, een maatschappelijk debat duidt of deelneemt aan een studiedag waarbij waarden worden besproken, loopt al snel het risico om publiekelijk op het strafbankje terecht te komen. Men vergeet dan dat zwijgen even politiek kan zijn als spreken. En dat de rechtsstaat niet gebaat is bij rechters die hun mond houden omdat elke nuance verkeerd kan worden geïnterpreteerd.

​Een rechtsstaat waarin magistraten niets meer mogen zeggen over de staat van de rechtsstaat, is een rechtsstaat die zichzelf in slaap wiegt.

Het verwijt van activisme is het krachtigste wapen tegen de rechter die durft spreken. Het volstaat dat een magistraat een gedachte formuleert die door sommigen als politiek wordt aangevoeld en de beschuldiging van partijdigheid hangt in de lucht. Zelden wordt nog onderzocht of het standpunt inhoudelijk relevant is, getuigt van brede maatschappelijke kennis of voortvloeit uit de ervaring van de praktijk. De stempel is snel gezet. Maar activisme veronderstelt een wil om vanuit een vooraf ingenomen politieke voorkeur het recht te sturen. Een rechter die in een interview pleit voor meer middelen voor justitie of die waarschuwt voor erosie van fundamentele rechten, handelt niet politiek. Hij vervult zijn institutionele verantwoordelijkheid. Een rechtsstaat waarin magistraten niets meer mogen zeggen over de staat van de rechtsstaat, is een rechtsstaat die zichzelf in slaap wiegt.

Wat betekent integriteit dan werkelijk? Niet alleen het respecteren van de regels en het vermijden van belangenconflicten. Integriteit betekent ook het vermogen om als rechter één geheel te zijn: iemand die dezelfde persoon blijft in toga als daarbuiten. Zonder camouflage, zonder krampachtigheid. Iemand die kan uitleggen waarom het recht waardevol is, waarom procedures bestaan en waarom grondrechten geen luxe zijn. Daarvoor is moed nodig. Niet de moed van de held, maar de moed van de ambachtsman: rustig, bescheiden, maar klaar om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Een rechter die nooit spreekt, nooit waarschuwt, is misschien veilig, maar hij draagt weinig bij aan het democratische gesprek.

Laat dit dan de wens zijn voor het nieuwe jaar: dat wij rechters niet alleen integriteit toewensen, maar ook ruggengraat. Dat we niet alleen verlangen dat zij correct oordelen, maar ook dat zij durven bestaan. Niet geurloos, niet kleurloos, niet smakeloos. Een democratische rechtsstaat is niet gebaat bij magistraten die zich verschuilen. Zij heeft nood aan vrouwen en mannen die durven nadenken, durven spreken en – wanneer nodig – durven dwarsliggen. Niet tegen de politiek, niet tegen de samenleving, maar ten behoeve van beiden. Ik wens u allen het allerbeste voor 2026 en in het bijzonder: rechters met durf.

Pierre Thiriar

Deze bijdrage vertolkt uitsluitend de persoonlijke opinie van de auteur.

Lees hier andere teksten van Pierre Thiriar.

Recente vacatures

Administratief bediende
Arbeidsrecht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Paralegal
Legal Tech
2 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Dossierbeheerder
Gerechtelijk recht Gerechtsdeurwaarder
0 - 3 jaar
Brussel
Accountant
Accountancy
0 - 3 jaar
West-Vlaanderen
Office Assistant
sociaal recht Vermogensrecht
0 - 3 jaar
Oost-Vlaanderen

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *