Financiële gelijkheid tussen notarissen: niet langer een dogma cover

28 sep 2022 | Management & Deontology

Financiële gelijkheid tussen notarissen: niet langer een dogma

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 28/09/2022 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Na de lente komt de zomer, op zondagochtend eten we pistolets en in een associatie zijn de notarissen financieel gelijk. Voor menig notaris is het principe van financiële gelijkheid tussen notarissen zo evident dat ze zich moeilijk een afwijking kunnen inbeelden.

Financiële gelijkheid wil zeggen: evenveel aandelen, een gelijke bestuurdersvergoeding en een gelijke winstverdeling.

Er is inderdaad veel te zeggen voor die gelijkheid: het is heerlijk helder, simple comme bonjour en het voelt fair en rechtvaardig aan. Het voorkomt gedoe met apothekersrekeningen en het bespaart de notarissen cijferwerk, waar ze doorgaans toch al niet tuk op zijn. “Samen uit, samen thuis”, krijgt financieel zijn vertaling in financiële gelijkheid. “Financiële gelijkheid voorkomt conflicten, financiële ongelijkheid genereert conflicten”, zo klinkt de notariswijsheid.

Associés zijn per definitie ‘niet gelijk’, ze zijn inherent verschillend: ze hebben verschillende persoonlijkheden met verschillende drijfveren, ze hebben verschillende talenten, een verschillend fysiek gestel, ze hebben een verschillende privécontext, ze zitten vaak in een andere levensfase … en ga zo maar verder.

Maar zoals volkswijsheden heeft ook een notariswijsheid zijn premisses: financiële gelijkheid gaat ook uit van gelijkheid tussen associés op andere vlakken: gelijkheid in inspanning, gelijkheid in contributie, gelijkheid in beschikbaarheid, gelijkheid in ambitie … En een dergelijke verregaande gelijkheid is helemaal geen evidentie, wel integendeel.

Associés zijn per definitie ‘niet gelijk’, ze zijn inherent verschillend: ze hebben verschillende persoonlijkheden met verschillende drijfveren, ze hebben verschillende talenten, een verschillend fysiek gestel, ze hebben een verschillende privécontext, ze zitten vaak in een andere levensfase … en ga zo maar verder.

Opdat ‘financiële gelijkheid’ goed zou werken, moeten notarissen-associés niet zozeer gelijk zijn (een illusie), ze moeten vooral elkaars verschillen respecteren en ‘gelijk’ waarderen. En we zien dat het hier in heel wat associaties behoorlijk fout kan lopen:

  • De verschillen en gevolgen van die verschillen zijn onvoldoende doorgesproken. Na verloop stelt men vast dat de ‘veronderstelde gelijkheid’ zich in realiteit anders manifesteert en dat irritaties de kop opsteken.
  • Onder het mom van de ‘gelijkheid’ dringt de ene associé (onbewust) zijn ‘werkethos’ (werkuren, werkwijzen, …) op aan de andere, waardoor die ongelukkig, gefrustreerd of zelfs fysiek uitgeput geraakt. Men beseft het niet maar financiële gelijkheid kan ook een enorme en ongezonde druk leggen “om gelijk te presteren”.

Vandaag is ‘financiële gelijkheid’ tussen notarissen-associés al te vaak het uitgangspunt bij associatiegesprekken. Ik pleit ervoor om het principe om te draaien. Financiële gelijkheid kan het resultaat zijn van diepgaande associatiegesprekken. Maar ook financiële on-gelijkheid kan en mag het resultaat zijn.

Financiële gelijkheid kan het resultaat zijn van diepgaande associatiegesprekken. Maar ook financiële on-gelijkheid kan en mag het resultaat zijn.

Opdat notarissen binnen een associatie zich comfortabel voelen met hun financiële afspraken, moeten ze hun verschillen en gelijkenissen onderzoeken. De volgende vragen kunnen hierbij helpen.

Hoe hard willen we werken? (= evenwicht tussen werk en privé)

Associés moeten ten eerste onderzoeken hoe ze kijken naar het evenwicht tussen werk en privé (‘work-lifebalance’). Doorgaans zien we twee basishoudingen:

a. Werk > privé: de eerste plicht van de notaris ligt bij zijn cliënten en het kantoor. De privécontext is uiteraard zeer belangrijk, maar als puntje bij paaltje komt, ligt de eerste verantwoordelijkheid bij het kantoor en moet de notaris zijn tijdsbesteding hieraan aanpassen. De beschikbaarheid voor het kantoor is haast onvoorwaardelijk.

b. Privé > werk: we werken om te leven, niet andersom. Er zijn grenzen aan wat het kantoor en cliënten van de notaris mag verwachten en die grens mag duidelijk getrokken worden. De beschikbaarheid voor het kantoor is voorwaardelijk.

Wanneer associés een intrinsiek andere basishouding hebben, wordt financiële gelijkheid een heikel punt. De kans is reëel dat frustraties over ongelijke contributie de kop opsteken of dat de druk te hoog wordt voor de associé die zich gewrongen weet tussen zijn/haar eigen basishouding (privé > werk) en die van de associé (werk > privé).

Wanneer associés hier een intrinsiek andere basishouding hebben, moeten we ook durven praten over ‘financiële ongelijkheid’. Een ongelijke bestuurdersvergoeding of winstverdeling kan dan net ‘rust’ geven en, het klinkt misschien vreemd, evenwicht brengen.

Opgepast: het is erg belangrijk om te kijken naar de realiteit. Heel wat notarissen beweren tijdens associatiegesprekken dat ze kiezen voor houding b (privé > werk), maar in de realiteit functioneren ze volgens houding a (werk > privé). De ervaring leert dat het heel erg moeilijk is om de houding te wijzigen en dat associaties zelden als resultaat hebben dat notarissen kunnen switchen van a naar b.

Hoe contribueren we als notaris? (= inhoudelijke invulling van de notarisrol)

Een andere belangrijke vraag, en één die steeds belangrijker zal worden naarmate associaties groter worden, is die naar de contributie van elk van de notarissen. Als notaris verrichten associés uiteraard hetzelfde soort werk, maar binnen de associatie nemen ze vaak heel andere rollen op. Overeenstemming van de ‘waardering’ van die rollen is cruciaal om financieel tot goede afspraken te komen.

Een nuttig model dat we hiervoor uit de advocatuur kunnen overnemen, is het ‘Grinder, Minder, Binder, Finder’-model. Vennoten kunnen in een associatie vier ‘rollen’ opnemen:

Notarissen combineren meestal verschillende rollen en geen enkele notaris ontsnapt aan de ‘grinder’-rol. Toch is het duidelijk dat elke notaris zijn voorkeuren en sterktes heeft en dat de ene rol meer doorweegt dan de andere.

Het mag duidelijk zijn dat ‘complementariteit’ in rollen zeer belangrijk is en dat de sterkte van een associatie net is dat notarissen elkaar kunnen aanvullen.

Toch stellen we vast dat, zoals bij alle vrije beroepen, ook notarissen soms de neiging kunnen hebben om net de rol waar ze zelf in uitblinken als de ‘belangrijkste’ te zien:

  • Finder: “zonder cliënten geen werk”
  • Grinder: “zonder werk geen inkomsten”
  • Binder: “zonder medewerkers geen cliënten”
  • Minder: “zonder organisatie geen rendement”

Wanneer een associé de ene rol belangrijker vindt dan de andere, kan er frustratie ontstaan, die zich zal manifesteren op vlak van geld en verloning. Tussen associés is het daarom erg belangrijk dat ze overeenstemming vinden in de waardering van de rollen en vervolgens hun financiële afspraken hiermee aligneren:

  • Waarderen alle notarissen de rollen als ‘evenwaardig’, dan is financiële gelijkheid makkelijker te realiseren.
  • Waarderen alle notarissen bepaalde rollen als ‘belangrijker’, dan kan financiële ongelijkheid een methode zijn om de knoop te ontwarren.

Wanneer notarissen geen overeenstemming vinden in de waardering van de rollen, adviseer ik ze om niet te associëren.

Voor vele notarissen is de ‘evenwaardigheid’ van deze rollen vandaag vanzelfsprekend maar wanneer ooit de tarieven of het monopolie worden losgelaten, zal de dynamiek binnen de associaties over deze rollen drastisch veranderen, net zoals bij advocaten, accountants enzovoort.

Financiële ongelijkheid zal toenemen

We zien steeds vaker afspraken tussen associés waarbij het principe van financiële gelijkheid wordt losgelaten. En die trend zal alleen maar toenemen.

Naast de bedenkingen omtrent work-life en contributie hierboven, zal wellicht ook ‘risico’ een steeds belangrijkere factor worden. Naarmate de onzekerheid over tarieven, het monopolie van de notaris, of de duurzaamheid van de vastgoedmarkt toeneemt, zullen meer jonge notarissen zekerheid verkiezen boven potentieel rendement. Ze zullen niet allemaal staan te springen voor een gelijk pakket aandelen (en risico).

Maar de belangrijkste factor in de diversifiëring van de financiële afspraken tussen notarissen-associés zullen ongetwijfeld de MSK’s worden. Hoe meer MSK’s er ontstaan, hoe groter ze worden, hoe langer ze zullen bestaan en hoe meer notarissen zullen zijn uitgetreden en toegetreden, hoe creatiever, dynamischer en diverser de financiële afspraken tussen associés zullen worden.

Financiële gelijkheid heeft vele voordelen maar het mag geen dogma zijn. De voorwaarden ervan moeten goed onderzocht worden en, desgevallend, kan (tijdelijke) financiële ongelijkheid een betere voedingsbodem zijn voor een succesvolle samenwerking.

Barend Blondé, consultant FrahanBlondé


Deze tekst verscheen eerder in het Tijdschrift Notarieel Management.

Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?

Volg Jubel.be op LinkedIn.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.