nationaal duurzaamheidsdebat

Willy van Eeckhoutte

Licentiaat (1975) en doctor op proefschrift (1985) in de rechten (UGent).
Willy van Eeckhoutte is buitengewoon hoogleraar emeritus aan de Universiteit Gent, waar hij van 1986 tot 2018 aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid doceerde.
In 1975 werd hij advocaat aan de balie te Gent. In 1999 werd hij benoemd tot advocaat bij het Hof van Cassatie en is dat nog altijd.
Willy van Eeckhoutte doceerde ook aan de Gent-Leuven Management School en aan de KU Leuven (Leergang Pensioenrecht).

Opgelet: dit artikel is meer dan één jaar oud en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Eén jaar wachten op een ziekte-uitkering?
Gelukkig is dat meestal niet zo.

Eén jaar wachten op een ziekte-uitkering?

Een jaar wachten op een arbeidsongeschiktheidsuitkering? Komaan zeg.

Dat kan je toch niet menen? Dat een werknemer of een zelfstandige (binnenkort ook: een ambtenaar) die arbeidsongeschikt wordt, twaalf maanden moet wachten vooraleer hem de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt betaald waarop hij recht heeft.

Dat is ook niet zo. Ik vrees dat KST, de schrijver van het artikel met het opschrift “Jaar op uitkering wachten ‘zeker niet overdreven’” niet goed weet wat met de wachttijd, die er inderdaad is, wordt bedoeld.

Om recht te hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering – ik beperkt mij nu even tot de werknemers omdat het zondagavond is als ik dit schrijf – moet een wachttijd worden doorlopen die thans zes maanden bedraagt. Dat is een periode waarin (1) een minimumaantal arbeidsdagen moet worden bewezen en (2) de bijdragen voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering werkelijk betaald werden en een minimumbedrag bereiken of met persoonlijke bijdragen worden aangevuld (art. 128 Ziektewet).

Men mag echter twee zaken niet vergeten (en dat lijkt de schrijver van het artikel in De Morgen te doen of onvoldoende, nl. niet, duidelijk te maken).

1. Er zijn heel veel vrijstellingen van de wachttijdvoorwaarde (art. 205 Uitvoeringsbesluit Ziektewet) en in sommige gevallen wordt die ingekort (art. 206 Uitvoeringsbesluit Ziektewet).

2. Eens de wachttijd doorgelopen is en daarin voldoende bijdragen zijn betaald, blijft het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen behouden als men “in regel” blijft met het aantal arbeidsdagen en de bijdragen in het tweede en derde kwartaal voorafgaande aan dat waarin men een uitkering wenst te ontvangen (art. 129 – 130 Ziektewet).

Conclusie

Werknemers die verzekerd zijn in het kader van de wettelijke verplichte ziekteverzekering, moeten in de regel niet zes maanden wachten (en zullen in de regel geen jaar moeten wachten) vooraleer zij een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen.

Meer lezen?

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.