Over de bok en de kemel
Om deze blog enigszins in leven te houden, dwing ik mijzelf één keer per week iets te “posten”.
Nu deze week ten einde loopt, vreesde ik niets bruikbaars te hebben. Maar ziet, vandaag komt De Tijd mij te hulp met een “kemel” van jewelste. Sommigen zullen denken dat ik daarmee het voorstel van het geachte lid (van de Kamer) bedoel waarover het in het artikel gaat, maar dat is niet zo.
Ik heb het evenmin over het dubbel verkeerde gebruik van het woord “délégués”: niet alleen is dat Belgische spreektaal voor vakbondsafgevaardigden, maar vooral is dat een benaming voor andere personen dan de personeelsafgevaardigden van ondernemingsraad en comité voor preventie en bescherming op het werk waarop het voorstel betrekking heeft. Dat verkeerde woordgebruik is echter geen “kemel”, maar slechts een bok (overigens het enige correcte algemeen Nederlandse woord).
Dé flater zit hem vanzelfsprekend in het gewagen van opzeggingstermijnen bij een ontslag wegens dringende reden. Dergelijk ontslag gebeurt uitgerekend op staande voet, zonder dat een opzeggingstermijn moet worden in acht genomen, laat staan “de normale” (art. 35, eerste lid, Arbeidsovereenkomstenwet).
Conclusie
Oei oei oei, gelukkig is het tweedekansexamen al voorbij (maar bedankt om deze blog van voer te voorzien).
0 reacties