De behandeling onder vrijheidsberoving: revolutie of illusie? cover

6 mei 2025 | Criminal Law

De behandeling onder vrijheidsberoving: revolutie of illusie?

Recente vacatures

Advocaat
Fiscaal recht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Notarieel jurist
Burgerlijk recht Fiscaal recht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

In het huidig Strafwetboek van 1867 is een dader ofwel toerekeningsvatbaar voor zijn daden of niet. Het gaat om een zwart-wit keuze tussen de gevangenis of de internering. De praktijk leert ons echter dat deze indeling niet altijd even strikt is, zo zijn er ook daders die niet volledig verantwoordelijk zijn voor hun daden, maar ook niet volledig ontoerekeningsvatbaar zijn, deze bevinden zich namelijk in een grijze zone. De wetgever heeft beslist om van deze verouderde regeling komaf te maken en heeft voor enige vernieuwing gezorgd in het nieuw Strafwetboek.

Van zwart-wit naar grijs

Artikel 25 van het nieuwe Strafwetboek voert een driedeling in: toerekeningsvatbare daders, verminderd toerekeningsvatbare daders en ontoerekeningsvatbare daders. Voor de eerste en de laatste categorie verandert er weinig, ten opzichte van het oude Strafwetboek: de toerekeningsvatbare dader krijgt een straf, terwijl de ontoerekeningsvatbare dader – door de aanwezigheid van de grond van niet-toerekeningsvatbaarheid – aan de bestraffing ontsnapt. Dit sluit de internering niet uit, omdat de internering geen straf is. Wat wel nieuw is, is de invoering van een tussencategorie: de verminderde toerekeningsvatbare dader. Deze dader kan ofwel worden gestraft met het oog op behandeling, ofwel worden geïnterneerd.

Om de straf en de behandeling te verenigen heeft de wetgever een nieuwe straf in het leven geroepen, nl. de behandeling onder vrijheidsberoving, geregeld in artikel 42 van het nieuw Strafwetboek. Het betreft een nieuwe straf die zowel kenmerken vertoont van een vrijheidsberovende straf als een internering. Enerzijds gaat het om een gevangenisstraf van beperkte duur (minimaal zes maanden tot ten hoogste twintig jaar) en anderzijds wordt de persoon behandeld.

De rechter kan deze straf opleggen voor elk misdrijf die in aanmerking komt voor een gevangenisstraf, voor zover dat de dader lijdt aan psychische en medische stoornissen en een gevaar vormt voor de maatschappij. Net zoals de gevangenisstraf in het nieuw Strafwetboek, kan deze straf enkel worden opgelegd als ultimum remedium, deze wordt dus enkel opgelegd wanneer er geen andere (minder dwingende) straffen kunnen worden opgelegd. Vooraleer de rechter deze behandeling oplegt, moet hij het advies inwinnen van een erkend deskundige of gespecialiseerde instelling over de aard van de stoornis, het verband met het gepleegde misdrijf en een voorstel omtrent de behandeling (aard en duur).

Een verbetering van de oude regeling

Voor de additionele categorie van daders met een verminderde, doch niet opgeheven toerekeningsvatbaarheid, wordt een behandelingsgerichte strafmodaliteit geïntroduceerd binnen het strafrechtelijk sanctiearsenaal. Deze maatregel beoogt niet louter vergelding, maar legt de nadruk op een therapeutische benadering van de onderliggende psychiatrische problematiek die in causaal verband staat met het gepleegde misdrijf. Een dergelijke benadering verhoogt de kans op maatschappelijke re-integratie en draagt bij tot een significante reductie van het recidiverisico.

De behandeling onder vrijheidsberoving is bovendien afgestemd op het legaliteitsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel: de duur van de straf kan variëren in functie van de zwaarte van het misdrijf, terwijl de rechter verzachtende omstandigheden in rekening kan brengen. Hierdoor wordt een genuanceerde, proportionele en individuele bestraffing mogelijk gemaakt.

Deze nieuwe strafmodaliteit is duidelijk onderscheiden van de interneringsmaatregel, nu zij uitsluitend wordt opgelegd bij een verminderde, maar niet volledig opgeheven toerekeningsvatbaarheid. Deze afbakening verhoogt de rechtszekerheid en voorkomt willekeurige toepassingen.

Voorts kiest de wetgever expliciet voor een open en positieve omschrijving van het begrip ‘psychiatrische aandoening’, hetgeen toelaat om flexibel in te spelen op evoluties binnen de medische wetenschap. Hierdoor wordt vermeden dat bepaalde stoornissen op voorhand worden uitgesloten of ten onrechte buiten het toepassingsgebied vallen.

Ten slotte is in het kader van het recht op een eerlijk proces voorzien dat de beklaagde een tegenadvies kan voorleggen, opgesteld door een arts naar eigen keuze. Deze waarborg versterkt het contradictoir debat en verzekert de naleving van het beginsel van tegenspraak.

De inwerkingtreding uitgesteld

De Belgische Staat beschikt echter niet over voldoende capaciteit om deze straf op een kwaliteitsvolle manier uit te voeren, waardoor de inwerkingtreding van deze nieuwe straf wordt uitgesteld. De wetgever heeft bepaald dat deze uiterlijk op 1 januari 2035 in werking moet treden. Men kan zich echter de vraag stellen of de zaken tegen dan zullen zijn veranderd, de Staat kampt nu al met overvolle FPC’s en een gebrek aan budget. Bovendien kan men zich ook afvragen of de oprichting van nieuwe infrastructuur op termijn niet opnieuw aanleiding gaat geven tot een capaciteitsprobleem, gelet op de mogelijke toename van het aantal daders dat onder deze nieuwe categorie zal ressorteren? In elk geval wordt voorzien in een versterking van het personeel en financiële middelen teneinde een effectieve uitvoering van deze maatregel te waarborgen om een oplossing te bieden aan het huidige gebrek aan plaatsen.

Conclusie

Met de invoering van de behandeling onder vrijheidsberoving komt de wetgever tegemoet aan de nood om de maatschappij te beschermen en de nood om daders met een verminderde toerekeningsvatbaarheid te begeleiden. Deze nieuwe straf is een grote stap voorwaarts in de richting van een strafrecht die niet enkel straft, maar die eveneens de nadruk legt op re-integratie en behandeling. Toch rijst de vraag of ons strafrecht klaar is om deze hervorming te omarmen. Zal deze nieuwe straf in de praktijk leiden tot een betere behandeling van daders, of blijft het bij mooie woorden op papier?

Damra Citak
Thibault Dirickx

Brussels Law School Consultancy


Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.

Recente vacatures

Advocaat
Fiscaal recht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Notarieel jurist
Burgerlijk recht Fiscaal recht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.