24 nov 2020 | Tax & Private equity

België nogmaals veroordeeld door Europa voor ongelijke fiscale behandeling van Europees vastgoed

Door Cazimir

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 24/11/2020 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Donderdag 12 november heeft het Europees Hof van Justitie (C-842/19) België veroordeeld tot een boete voor het niet aanpassen van de regelgeving inzake de fiscale behandeling van (buitenlandse) onroerende goederen. Heeft dit arrest een impact op uw onroerende goederen?

Waarover gaat het?

De huidige regelgeving bevat een ongelijke fiscale behandeling van onroerende goederen wanneer zij zich in België dan wel buiten België bevinden. Wanneer deze goederen in België gelegen zijn, wordt de belastbare grondslag in de meeste gevallen forfaitair bepaald (nl. kadastraal inkomen x 1,4). Wanneer Belgen echter onroerende goederen aanhouden in het buitenland, moeten zij de werkelijke huurprijs of -waarde aangeven. Dit laatste geeft in principe aanleiding tot een hogere belastbare basis.

Is dit nieuw?

Neen. Nadat de Europese Commissie België had aangeschreven in 2007, werd België in 2014 voor een eerste keer veroordeeld voor deze ongelijke behandeling (C-489/13 van 11 september 2014). In navolging hiervan werd een interne administratieve instructie uitgewerkt. Echter, volgens het Hof volstond dit niet en werd ons land opnieuw veroordeeld in 2018 (C-110/17 van 12 april 2018). Het Hof achtte toen de huidige regelgeving nog steeds discriminatoir en aldus onverenigbaar met het Europees recht. Omdat de Belgische regering heeft nagelaten de nodige maatregelen te nemen, werd België voor een derde maal veroordeeld. Deze keer werd echter een boete van 2 miljoen euro en een dwangsom van 7.500 euro per dag opgelegd.

En wat nu?

België moet nu dringend haar wetgeving wijzigen om de ongelijke behandeling te verhelpen. Een louter interne (administratieve) instructie die contra legem deze ongelijkheid beoogt te verhelpen voor enkele landen volstaat niet.

Er bestaan een aantal mogelijkheden.

  • Een eerste mogelijkheid bestaat erin om net zoals bij Belgische onroerende goederen een kadastraal inkomen toe te kennen aan niet-Belgisch vastgoed. In de praktijk is dit echter geen haalbare optie. De Hoge Raad van Financiën bepaalde in haar advies van mei 2020 ook dat het KI geen betrouwbare maatstaf meer is om de belastbare basis van onroerende goederen te bepalen aangezien deze ver afwijkt van de werkelijke huurprijzen.
  • Een tweede mogelijkheid bestaat erin om de belastbare basis van Belgisch vastgoed te bepalen aan de hand van de werkelijke huurprijs of -waarde. Deze tweede optie ligt politiek moeilijk, aangezien dit in werkelijkheid een belastingverhoging zal betekenen voor een grote groep Belgische eigenaars. Een dergelijke belastingverhoging kan echter ook een manier zijn om (een deel van) de steeds maar meer oplopende corona-uitgaven van de huidige regering te compenseren.
  • Een derde alternatief waarvan sprake zou een echte Belgische loodgieters oplossing zijn waarbij voor de taxatie van de huurwaarde, dan wel huurinkomsten van Europees vastgoed een factor van 0,225 zou worden gebruikt, omdat Europa heeft vastgesteld dat het Belgisch KI gemiddeld gezien 22,5% van de werkelijke huurwaarde vertegenwoordigt…

Merk hierbij wel op dat buitenlandse onroerende inkomsten worden vrijgesteld in België op basis van de vele dubbelbelastingverdragen die België heeft afgesloten. Typerend aan deze vrijstelling is dat deze inkomsten wel moeten worden aangegeven omwille van het zogeheten progressievoorbehoud: het tarief van toepassing op de overige globaal te belasten inkomsten (bijv. uw beroepsinkomsten) wordt berekend alsof de buitenlandse onroerende inkomsten wél deel uitmaken van de belastbare grondslag. Dit betekent concreet dat een hogere belastbare basis voor buitenlandse onroerende inkomsten leidt tot een hoger tarief dat wordt toegepast op uw overige progressief belastbare inkomsten.

Minister van Financiën, Vincent Van Peteghem (CD&V) liet alvast weten dat de komende weken een oplossing zal gezocht worden.

Wenst u op de hoogte te blijven van updates? Heeft u nog specifieke vragen hieromtrent? Aarzel niet om Cazimir te contacteren!

Volg Cazimir op LinkedIn!

Zie ook onze vorige artikel: “België opnieuw veroordeeld voor regels rond aangifte buitenlands vastgoed” .

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.