​Naast de sociaaljuridische hervormingen bereikten de federale regeringspartijen in het Zomerakkoord 2025 ook een politiek akkoord over fiscale maatregelen. Deze maatregelen, gepland tussen 1 januari 2026 en 2029, zijn gericht op het verlagen van de belastingdruk voor werkenden, het stimuleren van ondernemerschap en het ondersteunen van gezinnen. Hier lees je welke veranderingen je mag verwachten.

Personenbelasting in het Zomerakkoord

Belastingvrije som stijgt naar € 15.300 euro

Tegen 2029 wordt het belastingvrije inkomen verhoogd van € 10.910 naar € 15.300. Dit betekent dat een groter deel van het loon niet langer belast wordt, wat resulteert in een hoger nettoloon voor alle werknemers.

Hogere toeslag voor eerste kind ten laste

Voor gezinnen stijgt de toeslag voor het eerste kind ten laste van € 1.980 euro naar € 2.650. Deze stijging van 33% biedt gezinnen extra financiële ondersteuning, met bijzondere aandacht voor een toenemende groep alleenstaanden en eenoudergezinnen.

Afschaffing van het huwelijksquotiënt

Het huwelijksquotiënt zal stapsgewijs worden afgebouwd. Dit systeem maakt het mogelijk om inkomens tussen partners te herverdelen, bijvoorbeeld om een deel van het beroepsinkomen van de werkende partner toe te rekenen aan de niet-werkende echtgenoot. Dit resulteert in een lagere belastingdruk. Tegen 2029 wil men dit fiscale voordeel voor niet-gepensioneerden halveren. Voor gepensioneerden wordt een uitdoofscenario van 20 jaar voorzien.

Bijzondere bijdrage sociale zekerheid hervormd voor alleenstaanden

Alleenstaanden profiteren van een hervorming in de bijzondere sociale bijdrage, waardoor zij tot 365 euro per jaar extra overhouden.

Hogere werkbonus voor lage lonen in het Zomerakkoord

De werkbonus, een belastingvermindering voor lage lonen, wordt uitgebreid. Hierdoor stijgt het nettoloon zonder dat het brutoloon verandert. Tegen 2029 wil men bereiken dat het netto minimumloon bijna gelijk is aan het brutoloon, wat werken financieel aantrekkelijker moet maken.

Belasting op leefloon en werkloosheidsuitkeringen

Vanaf 2026 wordt het leefloon als belastbaar inkomen beschouwd. Bovendien wordt de belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen afgebouwd. Dit maakt deel uit van een bredere strategie om werk te stimuleren.

Ondernemen wordt fiscaal aantrekkelijker

Extra inspanningen op het vlak van ondernemerschap zouden beter beloond worden, onder meer via de volgende maatregelen in het Zomerakkoord:

• Zelfstandigen zonder vennootschap krijgen een ondernemingsaftrek van € 650 (oplopend tot € 900 tegen 2029). Dit komt bovenop de verdubbeling van het belastingkrediet, dat stijgt van € 3.750 naar € 7.500.
• De belastingverhoging bij onvoldoende voorafbetalingen zal worden afgeschaft.
• IT-sector: het fiscale gunstregime voor auteursrechten wordt opnieuw ingevoerd.
• Gepensioneerden zullen voordeliger kunnen bijverdienen: zij betalen voortaan maximaal 33% belasting in plaats van 50%.
• Voor online verkopen via platforms zoals Vinted komt er een vrijstelling tot 2.000 euro per jaar, zonder het risico op een heffing van 33%.

Vennootschapsbelasting in het Zomerakkoord

Aanpassing drempel voor verlaagd tarief

Het minimumbedrag aan bezoldiging dat vereist is om in aanmerking te komen voor het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting (20% op de eerste schijf tot € 100.000) wordt vanaf 2026 verhoogd van 45.000 euro naar 50.000 euro.
Daarnaast verliest een vennootschap het recht op het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting wanneer de totale forfaitaire voordelen van alle aard (VAA) meer dan 20% van het brutoloon bedragen.

Bijkomende heffing op voordelen alle aard (VAA)

De federale regering streeft ernaar het gebruik van forfaitair gewaardeerde voordelen van alle aard (VAA) in te perken, met als doel de druk op het brutoloon te verlichten. Het gaat onder meer om voordelen zoals een bedrijfswagen, het privégebruik van een laptop of smartphone, of nutsvoorzieningen in combinatie met een woning.
Concreet zal een bijkomende heffing van 7,5% opgelegd worden op het gedeelte van de voordelen van alle aard dat meer dan 20% van de totale belastbare bezoldiging uitmaakt. De exacte verdeling van deze kost tussen werkgever en werknemer moet nog verduidelijkt worden.

Wat betekent dit voor jouw organisatie?

Al bij al tekenen de hervormingen een nieuw fiscaal landschap, waarin inspanningen op werk en ondernemerschap beloond worden, maar waar ook meer fiscale discipline en evenwichtsherstel tussen statuten nagestreefd worden.
De komende maanden zijn cruciaal voor de juridische omzetting van deze maatregelen.

​Els Van Eenhooge – Vandelanotte