Verlichting als verbeelding cover

1 nov 2025 | Column

Verlichting als verbeelding
  • Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is voltijds universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent het vernieuwde vademecum ‘Rechtsdenken’, de trilogie ‘Réflexion juridique. Concevoir le jugement’, ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ (Springer).

Recente vacatures

Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Fleer op één. In Fleer op één reflecteert elke eerste van de maand een gerenommeerd rechtsdenker over justitie in België en daarbuiten. Prof. dr. Frank Fleerackers, hoogleraar Rechtsdenken aan de KULeuven, verwoordt verbatim het recht van de filosoof. Deze maand over verlichting als verbeelding.

Verlichting als verbeelding


​Vorming en interactie bieden in onderling verband twee doorslaggevende concepten voor een beter begrip van de actuele maatschappelijke malaise. Dat menselijke interactie vormend werkt, tot inzicht strekt en uiteindelijk zin of betekenis genereert, is dagelijks aantoonbaar. Interactie raakt mensen in hun visie of overtuiging. Interactie is meteen ook de bedding waarin vorming optimaal gerealiseerd wordt. Indien vorming wordt nagestreefd, dan is de interactieve weg de meest voor de hand liggende.

Willen we bijgevolg een samenleving, die via menselijke interactie al vormend tot betere cohesie leidt, dan moeten we niet enkel oog hebben voor interactieve onderwijsvormen en attitudes, maar daarenboven de rol van voorbeelden en voorgangers versterken: interactie leidt tot vorming en vorming ontstaat door interactie.

Vandaar het uitzonderlijk belang van effectieve interactieve vorming, in onze onderwijsomgevingen én in onze administratieve omgevingen. Contact of interactie met gemeentepersoneel aan een stadhuisbalie is minstens evenzeer vormend voor een sociale attitude als lessen in opvoeding tot burgerzin. Bijgevolg dient een samenleving de vorming van maatschappelijke actoren, met inbegrip van gemeentepersoneel, prioritair te beschouwen voor zover de interactie met deze actoren medebepalend blijkt voor de ontwikkeling van dergelijke attitudes.

De vorming van eenieder, die in sociale interactie en in conflictsituaties een hoofdrol vervult, is in die zin de meest wezenlijke taak van een (post)moderne samenleving. Vorm de vormers, vermits zij in hun interactie de samenleving evenals de maatschappelijke attitudes vorm geven. Academici, en in eerste instantie juristen, dienen in dat kader over een denkhouding te beschikken, die hen toelaat deze interactie te voeren. De vorming van deze attitude schraagt dus de effectiviteit van samenleving en recht op een wijze die de rede nooit evenaart.

Rorty’s verwijzing naar Plato is veelzeggend: “The rational egotist is not the problem. The problem is the gallant and honorable Serb who sees Muslims as circumcised dogs. It is the brave soldier and good comrade who loves and is loved by his mates, but who thinks of women as dangerous, malevolent whores and bitches. Plato thought that the way to get people to be nicer to each other was to point out what they all had in common: rationality. But it does little good to point out, to the people I have just described, that many Muslims and women are good at mathematics or engineering or jurisprudence.”[1]

Rorty concludeert helder dat de persoonlijke rede steevast primeert op de publieke. Hoe betekenisvol ook als menselijke realisatie en zege op obscuur natuurrecht, de universele Verlichtingsrede blijkt in casu een hersenschim, een illusie, een zinsbegoocheling. De sleutel tot regeneratie van een samenleving wordt niet geboden door verhoopte universaliteit in een uniforme moraal, noch in een overkoepelende rede. De enige, zinvolle, resterende universaliteit resideert in de mens zelf als interactief wezen, die in zijn handelen anderen aanzet tot het goede.

​​Frank Fleerackers

Lees hier meer reflecties van professor Fleerackers.


Voetnoten

[1] Rorty, R., “Human Rights, Rationality and Sentimentality”, in: Shute, S. en Hurley, S., eds., On Human Rights. The Oxford Amnesty Lectures, Basic Books, New York, 1993, p. 124.

  • Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is voltijds universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent het vernieuwde vademecum ‘Rechtsdenken’, de trilogie ‘Réflexion juridique. Concevoir le jugement’, ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ (Springer).

Recente vacatures

Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *