À toi, à moi ou à nous deux ?
Van jou, van mij of toch van ons allebei?

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 03/02/2022 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

De valkuilen in de toepassing van het huwelijksvermogensrecht bij de keuze van het wettelijk stelsel of het stelsel van scheiding van goederen. Als twee partners in het huwelijk treden, kunnen zij voor aanvang van het huwelijk, maar ook daarna, een huwelijkscontract opstellen. Hierin bepalen zij onder welk huwelijksstelsel zij willen behoren.

Alhoewel er vele variaties zijn, kunnen in grote lijnen drie stelsels onderscheiden worden:

  1. Scheiding van goederen: elke echtgenoot heeft zijn/haar eigen vermogen.
  2. Wettelijk stelsel: dat is een combinatie van een gemeenschappelijk vermogen met daarnaast twee aparte eigen vermogens.
  3. Algehele huwelijksgemeenschap: er is alleen een gemeenschappelijk vermogen.

Wettelijk stelsel

Wanneer de (aanstaande) echtgenoten geen notaris contacteren (een huwelijkscontract moet notarieel verleden worden) vallen de echtgenoten automatisch onder het wettelijk stelsel. Dat is het stelsel waar het gemeenschappelijk vermogen doorgaans het grootste vermogen is, omdat daar alle inkomsten vanaf de huwelijksdatum in terechtkomen. Dit zowel van de activa die gemeenschappelijk zijn als van de activa die eigen zijn. Ook de beroepsinkomsten van beide echtgenoten komen in de gemeenschap. De eigen vermogens van beide partners bestaan alleen uit goederen van voor het huwelijk, deze verkregen via schenking en/of erfenis net als de wederbeleggingen van deze activa. Over de inkomsten van deze eigen activa ontstaat er veel verwarring in de praktijk. Zoals hierboven vermeld vallen ook de inkomsten van de eigen activa in de gemeenschap en zijn deze dus niet eigen.

Dit stelsel biedt de grootste solidariteit tussen de echtgenoten en in de praktijk bestaat er na een aantal jaren huwelijk vaak geen eigen vermogen meer, tot het moment er schenkingen komen van vb. de ouders of er erfenissen ontvangen worden.

Stelsel van scheiding van goederen

Het stelsel van scheiding van goederen houdt in dat elke echtgenoot zijn/haar activa en inkomsten behoudt. Er bestaat geen gemeenschappelijk vermogen. De echtgenoten kunnen wel de goederen samen in onverdeeldheid aankopen (vb. de gezinswoning) en dit onverdeeld goed kan eventueel in een intern toegevoegd gemeenschappelijk vermogen gebracht worden. Op deze manier wordt er huwelijksvermogensrechtelijk een stukje solidariteit ingebouwd. Vaak kiezen koppels voor een scheiding van goederen als één van hen beroepsactief is als zelfstandige (voor risicoafscherming) of wanneer er een groot familiaal vermogen is bij één of beide echtgenoten.

Stelsel algemene gemeenschap

De algehele gemeenschap, ook wel “de gemeenschap van de grote liefde” genoemd bepaalt dat alle goederen en activa gemeenschappelijk zijn. Enkel de hoogstpersoonlijke goederen blijven eigen. Dit stelsel komt tegenwoordig nog maar zelden voor.

Iedereen is vrij te kiezen welk stelsel zij willen. Toch zien we in de praktijk dat er naast deze (juridische) realiteit vaak andere, voor de betrokkenen verrassende en niet gewenste situaties ontstaan doordat de toepasselijke regels niet meer strikt of juist gehanteerd worden.

Wat kan er zoal gebeuren? We illustreren dit aan de hand van twee concrete voorbeelden.

Voorbeeld 1

Jan en Marie zijn al 20 jaar gehuwd onder het wettelijk gemeenschapsstelsel, bij gebrek aan contract. Beiden zijn beroepsactief. Bij het aangaan van het huwelijk had geen van beiden een vermogen, zodat alles wat zij samen opgebouwd hebben gemeenschappelijk is. De man is gepassioneerd door de beurs en belegt de meeste spaarcenten van het koppel. Op een zeker ogenblik overlijdt de moeder van Marie en ontvangt zij een belangrijke erfenis. Marie laat het beheer van de verkregen spaarcenten aan Jan over die gemakkelijkheidshalve het verkregen geld op hun gemeenschappelijke rekening zet en deze verder beheert.

Een paar jaar later slaat het noodlot toe en overlijdt Jan onverwachts. De belastingconsulent of de notaris van het koppel maakt de aangifte van nalatenschap op en de gemeenschap wordt op de wettelijk wijze, bij gebrek aan een eventueel alternatief keuzebeding, in het huwelijkscontract verdeeld. In deze gemeenschap zit de ontvangen nalatenschap, die op de gezamenlijke effectenrekening werd geplaatst. Moet dit aangegeven worden? Marie leeft echter nog en het is haar eigen geld. Een aangifte van dit geld, zonder enige begeleidende toelichting, zal ertoe leiden dat de Vlaamse Administratie de helft van de gemeenschappelijke rekening zal belasten. Zonder bijzondere aandacht te geven aan de oorsprong van het geld riskeert men inderdaad te veel aan te geven. Als Marie effectief de bedoeling had om het geld gemeenschappelijk te maken, zal zij er erfbelasting op moeten betalen. Maar aan deze intentie kan echter ernstig getwijfeld worden. Het was veel beter geweest dat Marie dit geld op een eigen rekening had geplaatst, gevolgd door de toekenning van een beheersvolmacht aan Jan. Zoals hier gebeurde riskeert u dat uw eigen geld gemeenschappelijk wordt gemaakt, zonder dat dit de bedoeling was. Met enkele ongewilde fiscale situaties als gevolg.

Voorbeeld 2

Karel en Marleen zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen, als gevolg van een huwelijkscontract verleden door de familienotaris. Marleen is bediende en Karel heeft een vennootschap die hij al had voor het huwelijk. Hij neemt een maandelijks salaris op uit zijn vennootschap. De zaken gaan de eerste 15 jaren erg goed en de vennootschap is winstgevend. Het mooie liedje duurt echter niet lang en Jan moet grote investeringen doen om zijn producten verder te kunnen verkopen. Hij neemt zijn loon vaak niet of slechts gedeeltelijk op en laat dit op zijn rekening-courant staan. Deze rekening is de verbinding tussen de vennootschap en zijn privéleven. Niet-opgenomen lonen worden op het credit van zijn rekening-courant geboekt en wanneer de zaken beter gaan wil hij deze later wel opnemen. Helaas gaan de zaken nog slechter en is er dringend vers geld nodig. Karel heeft niet zoveel geld meer. Marleen daarentegen heeft van haar moeder een mooie villa aan de zee geërfd. Ze nemen de beslissing deze te verkopen. Marleen schrijft het geld over van haar rekening naar deze van de vennootschap. Aangezien er al een rekening-courant bestaat, boekt de interne boekhouder het geld verder op de credit van deze rekening-courant. Niemand stelt zich hierbij extra vragen, de focus ligt vooral op het redden van de onderneming. 

Dit lukt gelukkig na een aantal jaren en de onderneming bouwt opnieuw mooie reserves op. Nog eens 5 jaar later kan de rekening-courant eindelijk worden terugbetaald. Maar net dan botert het niet meer tussen de echtgenoten en is een echtscheiding onvermijdelijk. Karel denkt dat de rekening-courant niet verdeeld moet worden en dat het hem volledig toebehoort. Maar klopt dit wel? Juridisch gezien moet de oorsprong van het geld nagegaan worden. Dit komt enerzijds voort uit niet-opgenomen lonen van Karel (eigen vermogen Karel) en anderzijds uit de eenmalige grote storting van Marleen van het geld dat de geërfde villa van haar moeder had opgebracht (eigen vermogen Marleen). Het is klaar en duidelijk dat dergelijke situaties kunnen leiden tot hevige discussies tussen beide partijen. Het is daarom dus uiterst belangrijk de nodige bewijsstukken voorgelegd kunnen worden. Deze situatie kon makkelijk vermeden worden door een nieuwe rekening-courant te openen op naam van Marleen, naast de rekening-courant van Jan.

Conclusie

Bovenvermelde voorbeelden benadrukken hoe belangrijk het is om goed na te denken over uw keuze voor het huwelijksstelsel. Houd vooral in het achterhoofd dat u in de toekomst consequent volgens de eerder gemaakte afspraken moet handelen. Vaak wordt de aanvankelijke keuze inderdaad weloverwogen gemaakt, maar gaan de echtgenoten tijdens het huwelijk bewust en vaak onbewust anders handelen.

In vennootschapsstructuren moet er voldoende aandacht besteed worden aan de aanmaak van rekening-couranten en de oorsprong van ingebrachte gelden. Zo kan het best zijn dat bij een echtpaar gehuwd onder het gemeenschapsstelsel, die beiden beroepsactief zijn in één gezamenlijke vennootschap, er drie rekening-couranten aangemaakt moeten worden. Dit geeft dan de juiste verhoudingen weer van hun tegoeden en overdrachten van privé naar de vennootschap en vice versa. Maar zoals hierboven vermeld is er vaak slechts één rekening-courant. Stof tot nadenken dus! Of zoals de titel zegt: is het van mij, van jou of toch van ons allebei?

Ivan Maes, Belastingconsulent – Fiscaal jurist Vandelanotte

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.