Het schrijven van een wekelijkse column zorgt soms voor merkwaardige neveneffecten. In de herentoiletten lanceerde een onbekende buurman deze week spontaan het gesprek met volgende dooddoener: “Aha, ik ken u. Ik lees u iedere week, enfin toegegeven, niet iedere week maar toch vaak. En voor de duidelijkheid: ik ben het niet altijd met u eens. Soms bekruipt mij het gevoel dat ik moet antwoorden, maar ja, u weet hoe dat gaat: geen tijd. Maar doe vooral verder met uw stukken”.
Vorige week was ik op een door een advocatenkantoor georganiseerde receptie, waar een voormalig ambassadeur een warme oproep deed om een organisatie te steunen die opkomt voor het welzijn van (voormalige) kindsoldaten. Een aanwezige advocaat vroeg mij of ik daar een stuk over zou schrijven, want – zo dacht hij – het moet toch niet gemakkelijk zijn om zo iedere week een onderwerp te verzinnen. De spreker was bevlogen en het onderwerp was zeker beklijvend, maar om daar nu een column aan te besteden? Ik begon daar pas over te twijfelen toen een vennoot van het advocatenkantoor mij toevertrouwde dat hij het een maatschappelijke plicht vond van iedere advocaat om ook een zeker engagement op te nemen. Het kantoor verstrekt gratis advies aan die organisatie en de receptie was een elegante fundraisingoperatie. Ja, misschien moet ik het bij gelegenheid wel eens hebben over de wijze waarop advocaten zich maatschappelijk engageren.
Nogal wat lezers zijn bezorgd en vrezen dat mijn creativiteit opdroogt. Ze sturen me berichtjes met leuke weetjes, waarbij ze stiekem hopen dat deze column als een megafoon kan fungeren voor hun eigen besognes. Ze willen ook vermijden dat ik door onachtzaamheid belangwekkende berichten over het hoofd zou zien. Zo werd mijn aandacht gevestigd op een blogpost van een Nederlandse confrater die op sociale media berichten in de Nederlandse kranten NRC, Trouw en het Financieele Dagblad – waar telkens aandacht werd besteed aan de problematiek van bevooroordeelde rechters – aan mekaar linkte. Dat probleem is groter dan vaak wordt gedacht. Daar heeft prof. Samantha Bielen (UHasselt) recent nog op gewezen tijdens een reflectieavond naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van het hof van beroep te Antwerpen. In Nederland heeft de jonge onderzoekster Elke Olthuis al gewaarschuwd voor “bewustzijnsoptimisme”. Het loutere feit dat rechters aanvaarden dat ze onbewuste vooroordelen hebben, is onvoldoende om beïnvloeding erdoor te voorkomen. Daar moet ik in een volgende column misschien eens wat meer aandacht aan besteden.
De afgelopen dagen dook Luc De Cleir weer op in de media. De persattaché van het rechtsgebied Antwerpen is een gepassioneerde verhalenverteller die een nieuwe invulling geeft aan de communicatie over justitie. Hij groeit in zijn functie en het is zeker de moeite waard om al zijn interventies wat grondiger te analyseren. Het gaat over communiceren over justitie door justitie, maar niet door magistraten. Over die nieuwe invalshoek mag ook wel wat van gedachten worden gewisseld.
Een andere volger van deze wekelijkse schrijverij wees mij op een artikel dat recent verscheen in het (Nederlandse) Mr. Magazine Online, waar aandacht wordt besteed aan de ‘patroonscursus’ (wat een woord!). Al wie in Nederland als advocaat een stagiair begeleidt, moet een dergelijke patroonscursus volgen, waarin zes thema’s aan bod komen: de vernieuwde beroepsopleiding, coaching- en gespreksvaardigheden, rolbewustzijn, inzicht in het leerproces van de stagiair, stressbestendigheid en generatieverschillen. Wanneer het regent in Den Haag, zal het ook in Brussel ooit gaan druppelen. Allicht is het goed om daar ook in een volgende column bij stil te staan.
Recent was er een hoorzitting in de Kamercommissie Justitie van het parlement. OVB-bestuurder Nicolaas Vinckier werd gehoord over het wetsvoorstel over de invoering van boek 7 in het Burgerlijk Wetboek (bijzondere overeenkomsten), waar ook prof. Reinhard Steennot (consumentenrecht) het woord nam. Het erudiete duo was twee weken voordien ook al te gast in dezelfde commissie, maar dan over de problematiek van de invordering van schulden bij consumenten (en de soms dubieuze rol van gerechtsdeurwaarders daarin). Alles is online te volgen, wat zeker bijdraagt tot de transparantie in de debatten. Het valt dan echter ook op hoe weinig parlementsleden die vergaderingen van de Kamercommissie volgen en hoe soms de gestelde vragen belangrijker lijken dan de antwoorden van de sprekers. Het wordt misschien tijd om eens wat uitgebreider in te gaan op hoe parlementsleden zich tonen als spreekbuis van bepaalde lobbygroepen.
Wie gepassioneerd is door recht en justitie kan vele positieve evoluties ontwaren. Zelfs wanneer het griepvirus de energie wil temperen, is er ook deze week voldoende inspiratie voor uw vertrouwd leesvoer, al ga ik daar geen stuk over schrijven.
Hugo Lamon
Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.




0 reacties