Loi-programme ancrée dans le Moniteur belge : circulaires sur la démolition, la reconstruction et les chaudières cover

1 aug 2025 | Tax & Private equity

Programmawet Belgisch Staatsblad: liquidatie, DBI-aftrek en btw
vlotter kennisbeheer dan met windows Verkenner via Knowlex

Recente vacatures

Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen
Advocaat
Administratief Recht Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Omgevingsrecht Ondernemingsrecht Publiek recht
0 - 3 jaar
Antwerpen

Aankomende events

​In een eerder overzicht hadden we het al over de belangrijkste fiscale maatregelen. Op 29 juli 2025 is de Programmawet in het Belgisch Staatsblad verschenen en nu weten we wanneer de bepalingen van toepassing worden. We sommen hier enkele maatregelen nog eens op, samen met hun inwerkingtredingen.

Liquidatiereserve

Een maatregel die heel wat kmo's aanbelangt, want jaarlijks wordt voor meer dan 10 miljard euro aangelegd via liquidatiereserves. De Programmawet wijzigt deze regeling als volgt:

  • De wachttijd van 5 jaar kan naar 3 jaar teruggebracht worden, waarbij dan een roerende voorheffing (RV) verschuldigd is van 6,5% i.p.v. de gebruikelijke 5%.
  • De bestaande reserves kunnen dus nog altijd 5 jaar worden aangehouden en vervolgens worden uitgekeerd aan 5%, dit weliswaar enkel nog voor liquidatiereserves aangelegd ten laatste op 31 december 2025.
  • Vanaf 1 januari 2026 zullen liquidatiereserves enkel nog aan 6,5% RV (na 3 jaar wachttijd) kunnen worden uitgekeerd of onderworpen worden aan 30% RV bij uitkering vóór de 3-jarige termijn.

Met ingang van 29 juli 2025 kunnen dergelijke uitkeringen dus gebeuren aan 6,5% mits ze al 3 jaar zijn aangehouden in de vennootschap.
Bij een vereffening/liquidatie van de vennootschap is nog steeds géén RV meer verschuldigd.

VVPRbis-stelsel

Via dit stelsel kunnen dividenden van bepaalde kmo's uitgekeerd worden aan 15% RV vanaf de winstuitkeringen van het derde boekjaar na de kapitaalinbreng of -verhoging.
Uitkeringen vanaf het tweede boekjaar na de kapitaalinbreng of -verhoging kunnen enkel nog gebeuren aan 20% RV voor de inbrengen tot en met 31 december 2025.
Inbrengen vanaf 1 januari 2026 zullen tot en met de winstuitkeringen van het tweede boekjaar na de inbreng aan 30% RV worden onderworpen.

DBI-aftrek in Programmawet

Dankzij de DBI-aftrek kunnen in een vennootschap ontvangen dividenden volledig van belasting vrijgesteld worden, weliswaar met heel wat voorwaarden.
Deze voorwaarden worden vanaf aanslagjaar 2026 (voor de meesten dus al lopende!) nog wat strenger voor grote vennootschappen. De DBI-aftrek kan enkel nog toegepast worden voor deelnemingen die de aard hebben van financiële vaste activa (lees: waarmee een duurzame band bestaat).

België verlaten: nu nog méér exit-belasting mogelijk

Op vandaag bestaat er al een systeem waarbij vennootschappen die het land verlaten, aan een zogenaamde exit-taks worden onderworpen. De vennootschap wordt dan fiscaal fictief vereffend én belast. Hierbij werden aandeelhouders, die bij een vereffening liquidatieboni ontvangen, gespaard.
Daar komt nu verandering in. Bij zetelverplaatsingen vanaf 29 juli 2025 zullen ook de achterliggende aandeelhouders belast worden wanneer de activa van de vennootschap niet langer in België worden gebruikt of behouden.
Hierbij aanvullend kunnen we nog meegeven dat ook de tarieven voor de "inschepingstaks voor vliegtuigreizen" (= vliegtuigtaks) volgens de Programmawet stijgen vanaf 29 juli 2025.

Regularisaties of fiscaal 'opbiechten' wordt opnieuw mogelijk

Belastingplichtigen die inkomsten zijn ‘vergeten’ aan te geven, kunnen opnieuw gebruik maken van een regularisatie. De boete hierbij is gelijk aan:

  • 30% bovenop het normale belastingtarief voor niet-verjaarde inkomsten
  • 45% voor fiscaal verjaarde kapitalen.

Hiernaast wordt een sociale regularisatie mogelijk. Op de niet-verjaarde sociale bijdragen moet een aanvullende sociale heffing worden betaald die 20% van deze beroepsinkomsten bedraagt. Hierbij worden géén sociale rechten verkregen.

Btw op afbraak en heropbouw

De regeling voor de verkoop van afgebroken en heropgebouwde woningen wordt opnieuw en permanent ingevoerd door de Programmawet, weliswaar met enkele aanpassingen.
Ze blijft van toepassing op:

  • een woning die door de koper als enige en eigen woning wordt gebruikt (minstens 5 jaar)
  • of een woning die bestemd is voor langdurige verhuur aan/via een sociaal verhuurkantoor of vergelijkbare instellingen (minstens 15 jaar).

Bijkomend geldt ze nu ook voor woningen die gekocht worden met het oog op verhuur aan een natuurlijk persoon die er onmiddellijk zijn domicilie zal vestigen, en dit voor minstens 15 jaar.

Een andere wijziging betreft de oppervlakte van de woning die beperkt wordt tot 175 m² (in plaats van de gebruikelijke limiet van 200 m²) voor een eigen woning of een woning bestemd voor verhuur aan een natuurlijk persoon. Voor andere gevallen, zoals de afbraak en heropbouw door een particuliere bouwheer, blijft de limiet 200 m².
Bij aankoop voor langdurige verhuur aan een instelling zoals een sociaal verhuurkantoor geldt er geen beperking voor de bewoonbare oppervlakte.
Deze wijzigingen hadden vanaf 1 juli 2025 in werking moeten treden. De administratie staat de mogelijkheid toe om het verlaagd btw-tarief van 6% vanaf 1 juli 2025 toe te passen, mits aan de voorwaarden van de programmawet wordt voldaan.

Btw op verwarmingsketels in Programmawet

Vanaf 29 juli 2025 geldt het verlaagde btw-tarief van 6% niet langer voor verwarmingsketels die werken op fossiele brandstoffen. Het gaat om ketels én bijhorende onderdelen zoals branders, regel- en controletoestellen die verbonden zijn met de ketel. Deze wijziging is van toepassing op werkzaamheden in onroerende staat bij renovaties en bij de regeling voor afbraak en heropbouw.
Voor heropgebouwde woningen die verkocht worden onder de regeling voor afbraak en heropbouw geldt de uitsluiting al vanaf 1 juli 2025, omdat de nieuwe regels van toepassing zijn op btw die opeisbaar is geworden vanaf die datum.
Toch blijft het verlaagde btw-tarief van 6% nog mogelijk in twee gevallen:

  • Voor renovatiewerken en afbraak-heropbouwprojecten waarvoor de overeenkomst gesloten werd uiterlijk op 28 juli 2025
  • Voor de verkoop van een heropgerichte woning onder de regeling afbraak-heropbouw waarvoor de overeenkomst gesloten werd uiterlijk op 30 juni 2025.

Voor beide situaties geldt bovendien dat de btw opeisbaar moet zijn uiterlijk op 30 juni 2026.
De administratie zal dit laatste niet betwisten wanneer de partijen beschikken over minstens een van de volgende documenten (behalve in het geval van misbruik of samenspanning tussen de partijen):

  • Een offerte die uiterlijk op 28 juli 2025 (bij werk in onroerende staat) door de klant werd ondertekend, en waarvan de datum aantoonbaar is (bijvoorbeeld via e-mail)
  • Een ondertekende overeenkomst tussen partijen, afgesloten vóór 28 juli 2025 (bij werk in onroerende staat) of 30 juni 2025 (bij levering)
  • Een betalingsbewijs van een betaling uitgevoerd uiterlijk op 28 juli 2025 (bij werk in onroerende staat) of 30 juni 2025 (bij levering), waarbij duidelijk verwezen wordt naar de offerte of overeenkomst
  • Een (voorschot)factuur uitgereikt vóór 28 juli 2025 (bij werk in onroerende staat) of 30 juni 2025 (bij levering) met voldoende detail om het 6%-tarief te rechtvaardigen.

​Strategie over de Programmawet

Dit is slechts een opsomming van de belangrijkste fiscale maatregelen uit de programmawet. Door nu werk te maken van een doordachte strategie, vermijd je onaangename verrassingen en benut je maximaal de mogelijkheden tot fiscale optimalisatie.

​Carl Van Biervliet – Vandelanotte

vlotter kennisbeheer dan met windows Verkenner via Knowlex

Recente vacatures

Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen
Advocaat
Administratief Recht Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Omgevingsrecht Ondernemingsrecht Publiek recht
0 - 3 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *