Een kritische blik op de recente wetsvoorstellen 1141 en 1161
Het frequente en doelbewuste misbruik van het wrakingsrecht vormt vandaag een ernstige bedreiging voor een efficiënte rechtsbedeling. Dit heeft geleid tot aanzienlijke procedurevertragingen, ondermijnt het vertrouwen van de rechtzoekenden en legt een zware druk op de werking van de hoven en rechtbanken.
Het is dan ook positief dat de problematiek haar weg heeft gevonden naar de wetgever en aanleiding heeft gegeven tot twee recente wetsvoorstellen (1114 en 1161). Beide voorstellen erkennen het probleem, maar bieden uiteenlopende oplossingen. Een kritische analyse van de praktijkervaringen én van de cassatierechtspraak toont echter aan dat één van deze voorstellen — met name wetsvoorstel 1161 — niet volstaat om het misbruik daadwerkelijk te bestrijden.
Steeds hetzelfde kliekje advocaten blijft erin slagen om procedures maandenlang stil te leggen met een behoorlijke kost aan tijd en middelen tot gevolg. Bovendien wordt het vertrouwen van de rechtszoekenden in Justitie daardoor ondermijnd. De publieke opinie doorziet immers de spelletjes van dat soort advocaten, die dat echter jammer genoeg volstrekt ongestoord kunnen blijven doen. En ziet met lede ogen aan dat zware criminelen hun straf jaren kunnen uitstellen en soms zelfs kunnen ontlopen.
Dit is een uiterst zorgwekkende evolutie. Maar nog moeilijker te verteren is de inertie van de balie-instanties in verband met dit steeds ongeremder en brutaler procesrechtsmisbruik. Nog erger, in een aantal van deze door het Hof van Cassatie vastgestelde, en in niet mis te verstane bewoordingen veroordeelde, misbruiken, kreeg dit kliekje de medewerking van personen uit de hoogste kringen van de advocatuur.
Daaruit blijkt onder meer dat de in wetsvoorstel 1161 voorziene maatregel om bij ieder wrakingsverzoek een verplicht akkoord van een advocaat bij het Hof van Cassatie te voorzien, helemaal geen oplossing biedt.
Bij de aanvang van de stroom van manifest ongegronde wrakings- en onttrekkingsverzoeken, waarover wij in een vorige bijdrage[1] reeds schreven, verleenden twee (2) advocaten bij het Hof van Cassatie hun ambt, zonder vermelding dat dit werd gevorderd, voor een cassatievoorziening. Dat gaf aanleiding tot een arrest d.d. 14.09.2017 (C.16.0543.N) waarbij de voorziening niet alleen werd afgewezen maar de verzoekers, zoals gezegd vertegenwoordigd door twee (2) advocaten bij het Hof van Cassatie, veroordeeld werden tot een schadevergoeding wegens procesmisbruik aan beide verweerders in Cassatie, op grond van de volgende overwegingen:
“Het cassatieberoep mist niet alleen feitelijke grondslag, het kadert, gelet op het procesverloop, ook kennelijk in een deloyale proceshouding ertoe strekkende de behandeling ten gronde van een pecuniair zeer belangrijke vordering op systematische wijze uit te stellen.”.
Dit belette niet dat één van de twee voormelde advocaten bij het Hof van Cassatie, in dezelfde zaak nadien opnieuw zijn medewerking verleende aan acht (8) vorderingen tot onttrekking aan het hof van beroep Antwerpen. Vorderingen die aanleiding gaven tot evenveel cassatiearresten van 29 maart 2018 (C.17.0672.N; C.17.0673.N, C.17.0674.N, C.17.0675.N, C.17.0676.N, C.17.0677.N, C.17.0678.N, C.17.0679.N), waarin deze vorderingen werden verworpen, en tevens schadevergoedingen werden toegekend, en bovendien ambtshalve boetes opgelegd werden wegens procesrechtsmisbruik.
Ook in deze arresten oordeelde het Hof van Cassatie dat het hierbij ging om een:
“kennelijk deloyale proceshouding ertoe strekkende de behandeling ten gronde van een pecuniair zeer belangrijke vordering op systematische wijze uit te stellen"
en verder dat de procedures
"aldus afgewend worden voor onrechtmatige doeleinden, namelijk het vertragen van de procedure ten gronde en het dwarsbomen van een goede procesorde.
Dit kadert bovendien in een, ten aanzien van een belangrijke financiële claim, al jarenlang aangenomen deloyale proceshouding en gepleegd procesrechtsmisbruik, die reeds menige tussenkomsten van het Hof noodzakelijk maakten en waardoor een beoordeling ten gronde vooralsnog kon worden verhinderd. De deloyale procesvoering en het procesrechtsmisbruik nemen hierbij in burgerlijke zaken ongeziene proporties aan.".
Hoever men daarbij gaat, moge blijken uit de volgende motivering van het Hof van Cassatie in diverse van deze arresten:
“Hieruit volgt dat, al zou er een recht bestaan – waaromtrent het Hof in het kader van deze procedure niet te oordelen heeft – om naar omstandigheden op een terechtzitting of op een griffie op verdoken wijze vaststellingen te laten verrichten door een gerechtsdeurwaarder, dit eventueel recht door de verzoekster te dezen werd misbruikt teneinde fictieve procedure-incidenten uit te lokken en deze aan te wenden in verdere vertragingsmaneuvers.
Verre van enige wettige verdenking te kunnen doen ontstaan ten aanzien van de magistraten van het hof van beroep Antwerpen, werpt dit incident een licht op het deloyaal optreden van de appellante, die hierin wordt geruggesteund door de verzoekster.”.
Dus, de advocaat bij het Hof van Cassatie, die reeds in een cassatieberoep optrad in het kader van dezelfde zaak, en wiens mandant daarbij veroordeeld werd tot een schadevergoeding wegens procesrechtsmisbruik, voelde zich kennelijk niet geremd om nadien opnieuw op te treden in acht (8) vorderingen tot onttrekking die door het Hof van Cassatie werden afgewezen. En waarbij het Hof, opnieuw in niet mis te verstane bewoordingen, schadevergoedingen toekende wegens procesrechtsmisbruik en bovendien op dezelfde gronden een ambtshalve boete oplegde aan zijn mandant.
In het licht van het voorgaande weze het ons vergund onze twijfels te uiten bij het nut om een verplicht optreden van een advocaat bij het Hof van Cassatie te voorzien om misbruik van het wrakingsrecht te voorkomen.
Maar er is meer.
In dezelfde acht (8) zaken (Cass 29 maart 2018 nrs: C.17.0672.N; C.17.0673.N, C.17.0674.N, C.17.0675.N, C.17.0676.N, C.17.0677.N, C.17.0678.N, C.17.0679.N) trad niet alleen de voormelde advocaat bij het Hof van Cassatie op voor de verzoekers, maar ook een oud-stafhouder die tevens gewezen voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies is. De inertie van de balies moet dan ook niet verwonderen. Als er personen uit de hoogste regionen van de balies hun medewerking verlenen aan een “deloyale procesvoering en procesrechtsmisbruik die hierbij in burgerlijke zaken ongeziene proporties aannemen.”, moet er echt niet veel heil verwacht worden van de verplichte mededeling aan de bevoegde stafhouders of balies. Dat is zeker wel nuttig. Maar de ervaringen uit het verleden scheppen nu niet direct vertrouwen. Nochtans hebben alle advocaten de eed afgelegd dat zij geen zaak zullen “aanraden of verdedigen die zij naar eer en geweten niet geloven rechtvaardig te zijn.”. Misschien kan daar in de lessen deontologie wat meer aandacht aan besteed worden. En ook in de bijscholingen. Mogen wij ons afvragen of de voormelde advocaat bij het Hof van Cassatie en de voormelde oud-stafhouder en oud-voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies zich de vraag gesteld hebben of zij naar eer en geweten rechtvaardig gehandeld hebben? Of was het eerder normloos toegeven aan de roep van de smeer en de kandeleer?
Het voorgaande illustreert duidelijk dat het naïef is om te vertrouwen op de deontologie van de advocaten, zelfs die van de balie bij het Hof van Cassatie. Zoals blijkt zullen er altijd zijn die de kantjes ervan af lopen en, zoals eveneens blijkt, op een ingrijpen van de balies moeten we ook niet rekenen.
Wanneer men de rechtspraak ter zake raadpleegt, valt één constante op: het overgrote deel van de misbruikte wrakingsverzoeken heeft slechts één doel — tijd winnen en het ordentelijk procesverloop saboteren.
Zolang het wrakingsverzoek automatisch een schorsende werking heeft, blijft deze strategie lonend. Wie uitstel zoekt, heeft niets te verliezen. Zelfs wanneer schadevergoedingen of boetes volgen, is de vertraging meestal reeds gerealiseerd.
Daarom is het logisch én noodzakelijk om het misbruik aan te pakken op het niveau van de prikkel die het veroorzaakt. Wetsvoorstel 1114 doet precies dat: het neemt het schorsende effect weg.
Door wrakingsverzoeken niet langer automatisch de procedure te laten stilleggen, valt het belangrijkste voordeel van misbruik weg. De maatregel:
- respecteert het recht om wraking te vragen;
- voorkomt oneigenlijke vertragingen;
- herstelt de balans tussen procesrechten en efficiënte rechtsbedeling;
- en werkt preventief doordat misbruik niet langer rendeert.
De combinatie van rechtspraak en praktijkervaring toont onmiskenbaar aan dat het misbruik van het wrakingsrecht enkel kan worden gestopt door de prikkel die het misbruik voedt weg te nemen. Wetsvoorstel 1161 biedt geen sluitende oplossing. Zoals uit het voorgaande blijkt, bleken cassatieadvocaten en balieverantwoordelijken in het verleden niet in staat — of niet bereid — om misbruik te filteren of te voorkomen. De schorsende werking van het wrakingsverzoek behouden met de mogelijkheid om de behandeling van de zaak verder te zetten als het prima facie kennelijk onontvankelijk of kennelijk ongegrond is, zoals dit wetsvoorstel voorziet, is evenmin een oplossing. Deze prima facie beoordeling zou toekomen aan de gewraakte rechter, wat de deur opnieuw openzet om incidenten uit te lokken en vertragingsmaneuvers aan te wenden.
Daarentegen biedt wetsvoorstel 1114 een eenvoudige, structurele en efficiënte remedie: de opheffing van de schorsende werking. Dit ontneemt de strategische waarde van misbruik, zonder het recht op wraking aan te tasten.
Het is te hopen dat beide groepen indieners elkaar vinden, zodat de wetgever snel een doeltreffend en geloofwaardig wettelijk kader kan creëren. Een dergelijk ingrijpen komt zowel de rechtzoekenden, de efficiënte werking van Justitie als de reputatie van de integere meerderheid van de advocatuur ten goede.
Dirk Van Overloop
Ere-kamervoorzitter in het hof van beroep Antwerpen
Ere-advocaat balie Antwerpen
Bruno Luyten
Ere-eerste voorzitter van het hof van beroep Antwerpen
Ere-advocaat balie Brussel
Bronnen
B. LUYTEN en D. VAN OVERLOOP, “Wraking is een recht. Maar een recht kan ook misbruikt worden”, 30 september 2025, jubel.be




0 reacties