Moeten rechters en advocaten zich laten misprijzen? cover

4 jun 2025 | Column

Moeten rechters en advocaten zich laten misprijzen?

Door Hugo Lamon

Recente vacatures

Notarieel jurist
Burgerlijk recht Erfrecht Vastgoed Vermogensrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Burgerlijk recht Fiscaal recht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Rechters zijn van nature gereserveerd. Er zijn, zoals in elke beroepsgroep, wel enkele mediageile uitzonderingen, maar het zit in het DNA van een magistraat om discreet op de achtergrond te blijven. Het loutere feit dat ze nu al bijna een maand actie voeren, is op zichzelf al uitzonderlijk, maar de trieste vaststelling is dat ze niet worden gehoord, en dat zet kwaad bloed.

De magistraten zijn op bezoek geweest bij de minister van Pensioenen, of beter: bij zijn kabinetsmedewerkers. Na afloop van dat gesprek verklaarde de Eerste Voorzitter van het Hof van Cassatie (tot nader order toch nog de hoogste magistraat van het land) aan de (Franstalige) pers dat hij erg ontgoocheld was. Hij vond dat de magistratuur tijdens die ontmoeting niet au sérieux werd genomen.

Magistraten zijn geen ambtenaren. Ze vormen de – onafhankelijke – derde macht. Ze zijn geen ondergeschikten van de politiek. Wanneer ze op bezoek gaan bij de uitvoerende macht, verdienen ze dan ook respect. Wanneer de eerste minister op bezoek gaat bij de Koning, mag hij toch ook verwachten dat hij door de Koning zelf wordt ontvangen en niet door pakweg dochter Eléonore (die laatste was overigens, samen met de Koningin, een sympathieke verschijning op de Koningin Elisabethwedstrijd)?

Verdient de hoogste magistraat van het land het dan niet om door de minister zelf te worden ontvangen, of is die elementaire hoffelijkheid iets uit vervlogen tijden? En mag die magistraat dan toch niet minstens verwachten dat de kabinetsmedewerkers hun dossier hebben voorbereid en een gedegen antwoord kunnen verstrekken op de nota’s van de rechterlijke macht? Dat is misschien moeilijker dan badinerende toespraken houden met wat weetjes die nog niet aan het parlement zijn medegedeeld, maar het is hun maatschappelijke plicht. De indruk ontstaat dat de pensioensituatie van de magistraten niet eens onderzocht is en, erger, dat er ook na al die weken niet eens interesse is om daar werk van te maken. Mag ik dat, in het kader van de checks and balances van een democratische rechtsstaat, een schande vinden?

Eerder heeft de eerste minister al eens beweerd dat de procureur des Konings van Brussel een socialistische politieke benoeming was, wat hij later in het parlement omschreef als humor, waarvoor hij zich verontschuldigde. Maar blijft het toch niet een vorm van misprijzen?

De magistraten voeren nu al bijna een maand acties om te wijzen op een aanslepende noodsituatie. De minister van Justitie is intussen uit de opgravingen gekomen met de oprichting van vier ‘taskforces’ (over gebouwen, veiligheid, mensen en middelen, en aantrekkelijkheid van het beroep van magistraat). Het is een wat meer combatieve variant van werkgroepen of commissies die dikke rapporten opstellen die niemand leest en nog minder uitvoert. En kan iemand uitleggen waarom er nu nog ‘taskforces’ nodig zijn voor problemen die iedereen al lang kent? Is er niet eerder nood aan een kapitein die de koers bepaalt met een duidelijk plan?

Het gaat overigens verder dan de houding ten aanzien van magistraten. De vaudeville rond de uitbetalingen van de vergoedingen in het kader van de tweedelijnsbijstand bewijst dat er ook een zorgelijk misprijzen is ten aanzien van advocaten. Iedereen de mogelijkheid bieden om zijn of haar rechten te doen gelden, is een fundamenteel mensenrecht. Advocaten hebben daarin een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. Voor minvermogenden springt de overheid bij met niet zo royale tussenkomsten. Die vergoedingen (via wettelijke tarieven vastgelegd) werden (nog) niet uitbetaald. Het is verbazingwekkend dat de advocatuur bij dit alles zo rustig blijft en nog niet op straat is gekomen. Na veel overleg hebben de advocatenordes gedaan gekregen dat er op 27 mei een surrealistisch ministerieel besluit is uitgevaardigd: “houdende uitvoeringsbepalingen inzake de vergoeding die aan advocaten wordt toegekend in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand”.

Dat besluit vermeldt dat er een uitbetaling zal volgen “aan verminderd tarief” (ongeveer 70 %). De rest zou later volgen (maar dat staat niet in het besluit). Is dat ook een vorm van humor of eerder misprijzen?
De magistraten en advocaten zijn geen oproerkraaiers. Allicht daarom worden ze niet gehoord. Eerdere voorstellen om een Staten-Generaal van de Justitie te organiseren, waarbij alle actoren van justitie rechtstreeks in dialoog gaan met de politiek, zijn door deze laatste onbeantwoord gebleven.
Het is misschien tijd om nu eens echt op de barricades te gaan staan. Op 20 oktober 1996 trok er een witte mars door Brussel en dat was de aanzet voor latere grondige hervormingen van justitie. Misschien moeten nu de togadragers (advocaten en magistraten zij aan zij) hun eigen zwarte mars op Brussel organiseren om gehoord te worden.

Hugo Lamon

Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.


Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.

Recente vacatures

Notarieel jurist
Burgerlijk recht Erfrecht Vastgoed Vermogensrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Burgerlijk recht Fiscaal recht Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.