28 apr 2021 | Column

Jubelen op woensdag: Meester, daar gaat u toch geen stuk over schrijven?

Door Hugo Lamon

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 28/04/2021 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

In deze door sociale media geregeerde wereld moet ieder opiniestuk dwingend openen met een prikkelende titel. Die moet vooral de lading niet dekken, maar ertoe aanzetten om verder te klikken. Zo, in uw geval is die horde al genomen. Nu nog even de aandacht gaande houden (of, om het in oudmodische termen te zeggen: een goede captatio benevolentiae verzinnen). Daar dreigt dit stuk meteen al de mist in te gaan want het gaat deze keer over de 200ste jubel-column van uw scribent, die hermetische brulboei over justitie. Iedere week een “Lamon op woensdag” en dus, geheel in de tijdsgeest, tijd voor een persoonlijk gesprek met een blik achter de schermen van dit wekelijks anachronisme. De schrijver spiegelt zich aan advocaat Chapotard, wanneer in zijn negentiende-eeuwse karikaturen ‘Les gens de justice’ Honoré Daumier over hem noteert: “Maître Chapotard lisant dans un journal judiciaire l’éloge de lui même par lui même”.

Iedere week een blog over de juridische actualiteit. Waarom?

Goede vraag. Het is spontaan gegroeid. Ik heb altijd intens de juridische actualiteit gevolgd en daarover stukjes geschreven, overigens met wisselend succes. Mijn eerste opiniestuk verscheen in De Standaard in 1993. Daarna heb ik ook jarenlang voor de Juristenkrant geschreven, maar toen eindredacteur Ruth Boone mijn stukken beu was, vond ik zelf dat mijn houdbaarheidsdatum nog niet verstreken was. Anne Knops had niet veel overtuigingskracht nodig om mij te overhalen voor een wekelijkse blog, al hoop ik dat ik dit ooit in dit verkaveld juridisch landschap nog opnieuw mag combineren met de Juristenkrant.

Na verloop van tijd is het werkwoord ‘jubelen’ uitgevonden. Het staat nog niet in het Van Dale-woordenboek, maar bij Vlaamse juristen is het toch al stilaan een begrip.

Wordt deze blog eigenlijk wel gelezen?

Er is, ondanks alle moderne meettechnieken, weinig betrouwbaar cijfermateriaal. Toch lijkt het erop dat steeds meer juristen de weg vinden naar deze wekelijkse column. Maar in Vlaanderen zijn juristen vaak voyeurs: ze kijken graag anoniem van achter hun PC, zonder zich in het debat te mengen. Maar ik merk wel dat de boodschap soms opgepikt wordt en sinds enkele maanden krijg ik regelmatig mailtjes, die ik overigens even discreet behandel door ze te lezen maar niet te beantwoorden.

Soms zijn er onverwachts grappige gevolgen. Vorig jaar was ik op een zitting op een rechtbank waar alles misliep wat maar kon misgaan. Het was een toonbeeld van de toepassing van de wet van Murphy. De rechter – neen, ik ga zijn naam hier niet noemen – keek toen een beetje mistroostig in mijn richting met de woorden “Meester, u gaat daar nu toch niet een stuk over schrijven op Jubel?”. Ik heb het dus niet gedaan, al ben ik er nog niet door uit of dit was uit goedhartigheid of door gebrek aan moed.

Hoe bepaalt u het onderwerp?

Het is een organisch proces. De ganse week laat ik alles op mij afkomen en op dinsdagavond rond 22 uur ga ik achter de laptop zitten en uiterlijk omstreeks 23 uur vertrekken de maximaal 730 woorden naar de redactie. Er is meer verontwaardiging dan ik kan uitschrijven, maar ik wil altijd op een positieve noot eindigen. Soms krijg ik reacties vanuit de magistratuur, soms van confraters. Af en toe belt er eens een journalist die er “iets” mee wil doen, maar na vijf minuten blijk ik dan weer te genuanceerd en dus onbruikbaar voor verdere media-aandacht.

Ik bepaal natuurlijk volledig zelf wel waarover ik schrijf. Toen ik bestuurder van de OVB was werd mij één keer eens door iemand vooraf gevraagd om over iets te schrijven, maar het stuk voldeed toen niet aan de verwachtingen van de vraagsteller en toen is er éénmalig geen column verschenen. Al is dat laatste ook niet helemaal waar, want een andere keer heb ik een stuk na enkele uren teruggetrokken. Het was een blog over Koen Geens, maar al na enkele minuten kreeg ik reacties (overigens niet eens van de betrokkene zelf) dat ik te scherp was geweest, alhoewel er niets in stond wat niet feitelijk correct was. Ik heb dan maar aan de zelfcensuuralarmbel getrokken en de redactie gevraagd om het stuk van het net te halen en het is nu nergens meer te lezen. Daar heb ik eigenlijk nu nog altijd wat spijt van.

Brengt het schrijven van die stukken iets op?

Als je financieel bedoelt is het antwoord overduidelijk: neen. Ik doe dit geheel onbevangen en dus ook onbezoldigd. Of het mij op een ander vlak iets opbrengt, is nog maar zeer de vraag. Toen in 2019 een aantal van de columns werden gebundeld in een boek, schreef mijn goede vriend en toenmalig OVB-voorzitter Edward Janssens in het woord vooraf: “Niet iedereen zal gelukkig zijn. Er zijn betere manieren om vrienden te maken dan ‘jubels’ te schrijven”. Het waren ongetwijfeld profetische woorden. Maar achteraf gezien moet ik confraters als Marco Schoups en Philippe De Jaegere dankbaar zijn dat zij dit wapen tegen mij gebruikten en er op die manier mee voor hebben gezorgd dat ik niet opnieuw verkozen werd als bestuurder van de Orde van Vlaamse Balies, maar daardoor wel ten volle mijn intellectuele vrijheid herwon. Het zijn dan misschien wel overbodige columns, ze zijn dan toch ook niet zo schadelijk. Toch niet voor mezelf.

Zijn er columns waar u trots op bent?

Het zijn wekelijkse vlugschriften en het literair niveau is wisselend. Er zijn wel enkele alerte lezers die mij graag wijzen op taalfouten en gelijk hebben ze. Enkele weken geleden wees Peter Callens heel discreet op een dt-fout, die ik dan met schaamrood op de wangen onmiddellijk liet corrigeren. Het is nu hip om die dt-regels te minimaliseren, maar net als de OVB-voorzitter ben ik taalgevoelig. De d en de t maken wel degelijk het verschil, net zoals “dan” en “als”: “Leven is makkelijker dan je denkt, maar moeilijker als je denkt” las ik hierover onlangs op facebook.

Maar inhoudelijk zijn er wel enkele columns waar ik met genoegen op terugkijk. Zoals toen ik bij de publicatie van de Potpourri VI-wet, waarbij ook de taalwet werd aangepast, mij openlijk de vraag stelde of de parlementsleden wel beseften wat er eigenlijk in die wet stond. Een dag later werden er tijdens het vragenuur in het parlement vragen gesteld op basis van de column, met daaropvolgend het in de meeste hermetische taal geformuleerde en memorabele antwoord van de minister dat er een reparatiewet ging komen. Uiteindelijk heeft het Grondwettelijk Hof de bepaling uit de wet vernietigd.

Ik heb ook al enkele keren gewezen op de gerechtelijke achterstand bij het hof van beroep in Brussel. Die situatie kan niet blijvend genoeg onder de aandacht worden gebracht.

Is er iets waar u te weinig over schreef?

Er is veel waaraan ik te weinig aandacht heb besteed. Ik zou graag meer willen schrijven over de digitalisering van justitie, maar helaas ontbreekt het mij aan kennis in dit cruciale debat, waarin veel onder de radar blijft. Diplad en Dpa zijn voor mij ondoorgrondelijke en esoterische onderwerpen, maar ik hoop dat zij die er meer van weten kritisch blijven toekijken en ons wakker houden.

Daarnaast zijn er nog vele andere thema’s die ik graag dieper zou willen uitspitten, maar dat overstijgt dan weer het format van een column. Maar ik wil me deze zomer weer eens opsluiten om een nieuw boek te schrijven, gelardeerd met voetnoten om mijn critici te laten zien dat ik heb nagedacht, maar ook met mijn vlotste pen om lezers aan te zetten kritisch na te denken.

Hoelang blijft u nog jubelen?

Hopelijk mag ik nog een tijdje doorgaan. Aan inspiratie is er geen gebrek, maar hopelijk blijven de lezers mij lezen. Ik blijf iedere week trouw op post, tenzij ze mij natuurlijk massaal ontlezen en de uitgever zich dan verplicht voelt om mij discreet te wijzen op het verstrijken van mijn houdbaarheidsdatum. Misschien is er toch nog ergens ver weg van alles verscholen een kleine schare supporters, want er blijft toch iedere week die onverklaarbare “joie de se voir publié”.

Hugo LAMON

***

Meer blogposts lezen van Hugo Lamon? Dat kan hier!

(Ge)recht in de spiegel

Recente vacatures

Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Ondernemingsrecht
0 - 3 jaar
Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

8 Reacties

8 Reacties

  1. Dirk Chabot

    Blijf ze schrijven Hugo, dan blijf ik ze graag lezen.
    Dirk.

    PS: enige en enigste ook een mooie.

    Antwoord
  2. romain vandebroek

    Ik kijk elke week uit naar uw column en ga bijna altijd akkoord met uw visie.
    Maar we zijn in Vlaanderen, waar men zijn werk goed mag doen ( om dan te verdwijnen in de anonimiteit) en waar men de zeis gebruikt, als men wil excelleren en dus boven het maaiveld uitkomt .

    Antwoord
  3. Denis Van der Staey

    Altijd “to the point” en nooit schofferend of belerend.
    Ik blijf liever “voyeur” achter mijn PC maar krijg regelmatig een glimlach op de lippen van uw spiritueel en raak woordgebruik. Gelieve vooral niet te stoppen en gefeliciteerd.

    Antwoord
  4. Bart VYT

    Proficiat met uw 200-ste Jubel.
    Ik kijk er wekelijksnaar uit.
    Blijven schrijven, Hugo.
    Bart

    Antwoord
  5. Anne De Wolf

    Proficiat Hugo
    Ik kijk er ook altijd naar uit en wil geen enkel artikel missen !
    ik denk dat je nog een lange houdbaarheidsdatum hebt !

    Antwoord
  6. Fernand Keuleneer

    Ik lees u doorgaans graag en met belangstelling, al zijn al die juridische argumenten allemaal niet zo relevant. Een ontluisterende vaststelling. We prikken dan maar een frietje!

    Antwoord
  7. Tony Heeren

    Mijn excuses voor de andere auteurs, met ongetwijfeld interessante onderwerpen, maar ik grijp steevast het eerst naar de column van Hugo Lamon. Steeds actueel, pittig en vlot geschreven. Wat een rijkdom, die ‘freedom of speech’ ! Een waarde om te blijven koesteren.

    Tony Heeren

    Antwoord
  8. Philippe De Jaegere

    Beste Hugo,

    Een bevriende confrater wees er mij op dat u mij in een interview had vermeld en zo is het dat ik voor het eerst Jubel.be heb geopend. Voor zover ik mij kan herinneren, heb ik nooit eerder een van uw stukjes in Jubel gelezen. Dat is zeker niet doelbewust of door een gebrek aan appreciatie voor uw talent, dat ik hoog schat, maar een kwestie van prioriteiten. Ik lees liever andere zaken dan geschriften over justitie. Justitie is werk.
    Uw bewering dat ik ervoor gezorgd heb dat u niet opnieuw verkozen werd als bestuurder OVB en dat dit was omdat ik “niet gelukkig was” met een aantal van uw columns, is dubbel verkeerd en raakt mij, omdat het een beeld schetst van alles wat ik net niet ben, intolerant en intrigant. Ik vermoed dat deze bewering uit uw geest komt, maar mocht u een bron hebben, dan zou u deze als journalist beter even dubbelchecken. Ik heb niemand gevraagd of aangemoedigd om niet voor u te stemmen en dat geldt trouwens ook voor de andere kandidaten. Niet zo heel lang voor de verkiezingen, heb ik u openlijk gefeliciteerd met de wijze waarop u de bespreking van de wijziging van het reglement van orde hebt geleid in de algemene vergadering. Dat was oprecht, Hugo.

    Philippe De Jaegere

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.