27 jan 2020 | Management & Deontology

Is wervende publiciteit nu eigenlijk toegelaten voor de advocaat?

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 27/01/2020 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Onderstaand artikel is een samenvatting van een eerder gepubliceerde bijdrage van mr. Buyssens in Today’s Lawyer. Geïnteresseerd in het volledige artikel of andere beleidstopics voor het advocatenkantoor?

Raadpleeg de abonnementsvoorwaarden


Voor de advocatuur ligt het voeren van reclame midden in het spanningsveld tussen de oude deontologische waarden die nog steeds actueel blijven en de nieuwe rechten en plichten die voor de advocaat ontstaan zijn door het verwerven van het statuut van ondernemer in een vrije (Europese) markt.

Traditioneel werd elke publiciteit voor advocaten in principe verboden geacht want strijdig met de basisprincipes van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die krachtens artikel 455 van het Gerechtelijk Wetboek aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen. Mettertijd werden hierop uitzonderingen getolereerd totdat de Orde van Vlaamse Balies in haar reglement van 18 september 2002 de reglementering omkeerde.

Voortaan was het de advocaat principieel toegelaten publiciteit te voeren of laten voeren voor zover niet in strijd met enige rechtsnorm of met het reglement zelf.

Met de opheffing van het principiële algemene verbod van publiciteit, was de advocatuur met haar tijd mee. Dit neemt niet weg dat het OVB-reglement nog sommige beperkingen bevat, waarbij in het licht van de Europese regelgeving en de rechtspraak van het Hof van Justitie ernstige vraagtekens kunnen worden geplaatst. Dit geldt met name voor artikel 84 van de OVB-Codex.

De geldigheid van een absoluut verbod van actieve klantenwerving werd onder andere reeds in vraag gesteld door een arrest van de Grote Kamer van het Hof van Justitie van 5 april 2011 (zaak C-119/09). Het betrof een prejudiciële vraag van de Franse Raad van State met betrekking tot een verbodsbepaling in de Franse Gedragscode voor Accountants, waardoor het deze verboden werd om op welke manier dan ook zonder daartoe strekkend verzoek, derden te benaderen met het oog op het aanbieden van diensten. De prejudiciële vraag strekte ertoe te vernemen of deze bepaling strijdig was met de Dienstenrichtlijn. Het Europees Hof antwoordde hierop bevestigend, omdat het tot de conclusie kwam dat “actief werven” onder het begrip commerciële communicatie valt en artikel 24 van de Dienstenrichtlijn precies voorschrijft dat lidstaten elk algeheel verbod op commerciële communicatie van gereglementeerde beroepen moeten intrekken.

De Franstalige Orde van Advocaten te Brussel heeft in het verlengde van dit arrest een reglement goedgekeurd dat de actieve klantenwerving toelaat, onverkort de eerbiediging van het beroepsgeheim en de plichten van onafhankelijkheid, discretie, waardigheid, kiesheid en rechtschapenheid. De Orde van Vlaamse Balies heeft het tot op heden niet nodig geacht artikel 84 van haar Codex te herzien.

Telkens moet getoetst worden of de bewuste reclame in strijd is met een concrete rechtsnorm, weze het een Europese rechtsnorm, een nationale rechtsnorm of een reglement van het gereglementeerd beroep. Meer specifiek wat de actieve klantenwerving aangaat, moet concreet worden nagegaan waarom en in welke omstandigheden dit niet kan en kunnen de ordes van gereglementeerde beroepen, zoals de advocatenordes zich hier niet vanaf maken door simpelweg een absoluut en algemeen verbod op te leggen. Hierbij mag niet uit het oog verloren worden dat reclame of publiciteit altijd tot doel heeft de verkoop van producten of diensten te bevorderen en dus klanten te werven. Zolang die wervende publiciteit op een eerlijke, niet-misleidende en waardige wijze gebeurt, moet zij toegelaten worden.

Herman Buyssens, Buyssens Advocaten Sociaal Recht

***

In onderstaande videoreportage vult mr. Hugo Lamon bovenstaand pleidooi van mr. Buyssens aan. Advocaten zijn voor de wetgever ondernemers geworden. Een advocaat mag zich deontologisch gezien weliswaar niet louter en alleen laten leiden door marktdenken, toch blijven een aantal marktprincipes gelden ter ondersteuning van het professioneel handelen ook wanneer hij of zij “ethisch” onderneemt.  

Deze video verscheen eerder op Advocatennet.be!

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.