Hoofdelijke aansprakelijkheid loonschulden in de bouwsector
Hoofdelijke aansprakelijkheid loonschulden in de bouwsector

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 10/11/2021 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Het systeem van hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden in de bouwsector is bijna tien jaar in werking. Sinds 2012[1] kunnen werknemers het achterstallige loon vorderen bij de rechtstreekse medecontractant van hun werkgever als deze laatste in gebreke blijft.

Deze regeling is enkel van toepassing op “activiteiten in de bouwsector”[2].Verder geldt het nieuw regime zowel voor aannemers met de gedetacheerde werknemers die naar België komen werken als voor de in België gevestigde aannemers die Belgische werknemers in dienst nemen.

De hoofdelijke aansprakelijkheid is beperkt tot de “rechtstreekse contractant”[3]. Hieronder vallen de opdrachtgever, de aannemer en de intermediaire aannemer. De opdrachtgever is de partij die de aannemer de opdracht geeft om tegen een prijs activiteiten in de bouwsector uit te voeren of te doen uitvoeren. De aannemers is de partij die zich tegenover de opdrachtgever verbindt. De intermediaire aannemer is een onderaannemer die zelf een onderaannemer inschakelt bij de uitvoering van het hem toevertrouwde werk. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid is gericht enkel op de rechtstreekse contractuele relatie die deze partijen hebben met hun wederpartij.

De opdrachtgever is hoofdelijk aansprakelijk voor het verschuldigd loon dat de aannemer moet betalen aan de werknemer. Het is van geen belang of de aannemer gevestigd is in België of niet[4]. De opdrachtgever (natuurlijke persoon) die werken uitsluitend voor privédoeleinden laat uitvoeren, valt niet onder dit regime [5].

De aannemer is hoofdelijk aansprakelijk voor het verschuldigd loon dat de onderaannemer – met wie hij rechtstreeks heeft gecontracteerd – moet betalen aan de werknemer. De wet specificeert dat deze aansprakelijkheid geldt “bij gebrek aan keten van onderaannemers”.

De onderaannemer is hoofdelijk aansprakelijk voor het verschuldigd loon dat de subonderaannemer – met wie hij rechtstreeks heeft gecontracteerd – moet betalen aan de werknemer. Deze onderaannemer is een “intermediaire aannemer” ten opzichte van de subonderaannemer met wie hij rechtstreeks contracteert.

Let op: in geval van een keten van onderaannemers zal de aannemer nooit hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden. Hij heeft immers geen hoedanigheid van “intermediaire aannemer”.

Het aansprakelijkheidsregime geldt onmiddellijk (automatisch) bij wanbetaling van het verschuldigd loon. Dit betekent dat de opdrachtgever, aannemer of intermediaire aannemer nooit van tevoren schriftelijk in kennis moet gesteld worden door de inspectiedienst. De werknemer kan de wederpartij van zijn werkgever die in gebreke blijft te betalen, hoofdelijk aanspreken zonder dat hij moet wachten op een uitkering van enig fonds [6].

Meestal in de aannemingsovereenkomst kan de opdrachtgever, de onderaannemer of de intermediaire aannemer kan zijn hoofdelijke aansprakelijkheid uitsluiten via schriftelijke verklaring. Deze verklaring moet (1) de coördinaten van de internetsite van FOD WASO (http://www.werk.belgie.be) en (2) een bevestiging van de wederpartij dat hij het verschuldigd loon aan zijn werknemer niet betaalt en zal betalen, bevatten. Verder moet deze verklaring worden ondertekend door de hoofdelijk aansprakelijke persoon en de werkgever[7].

De vrijstelling van aansprakelijkheid wordt opnieuw hersteld wanneer de opdrachtgever, de aannemer of de intermediaire aannemer in kennis wordt gesteld van het feit dat de werkgever het verschuldigd loon niet betaalt aan zijn werknemer(s). Deze kennisname kan worden bewezen met alle middelen van recht of wanneer de inspectiedienst een brief heeft gestuurd[8].

De hernieuwde hoofdelijke aansprakelijkheid geldt vanaf de veertiende dag na de kennisname en aldus enkel voor de toekomstige loonschulden. In deze respijttermijn van veertien dagen heeft de opdrachtgever, de aannemer of de intermediaire aannemer tijd om de nodige maatregelen te nemen om zijn aansprakelijkheid te voorkomen. Hij kan bijvoorbeeld de wetsovertreding laten stoppen of de overeenkomst met de rechtstreekse contractant beëindigen.

De werkgever moet een afschrift van de kennisgeving aanplakken op de werkplaats van de werknemers. Als hij dit niet doet, moet de hoofdelijk aansprakelijke het afschrift aanplakken[9]. Elke persoon die meent benadeeld te zijn, kan beroep instellen bij de voorzitter van de arbeidsrechtbank[10].

De hoofdelijke aansprakelijkheid is verder onderworpen aan artikel 1200 tot 1216 BW[11]. De artikels 3 tot 6,10, 13 tot 16, 18 en 23 Loonbeschermingswet zijn van toepassing doordat de hoofdelijke aansprakelijke wordt gelijkgesteld met de werkgever. Het gaat over de wijze van uitbetaling, het loon in nature, de van rechtswege verschuldigde interesten en de toegelaten inhoudingen.

De hoofdelijke aansprakelijke persoon die het loon niet betaalt of nalaat een afschrift van de kennisgeving door de inspectie aan te plakken, wordt gestraft met een strafrechtelijke (50,00 tot 100,00 euro) of administratieve (25,00 tot 250 euro) geldboete[12].

Besluit

Het verdient aandacht uw contracten met (onder)aannemers waterdicht op te stellen en de juiste clausules op te nemen ter beperking of uitsluiting van uw mogelijks zeer grote hoofdelijke gehoudenheid.

Joost Peeters en Roxanne Sleeckx, Studio Legale


Referenties:

[1] Programmawet (I) van 29 maart 2012, BS 6 april 2012.

[2] Artikel 35/6/1, 1° Loonbeschermingswet.

[3] Artikel 35/6/1, 2° Loonbeschermingswet.

[4] MvT, Parl.St. Kamer 2016-17, nr. 54K2091/1, 30.

[5] Cass. 9 oktober 2017 (S.160092.N).

[6] L. ELIAERTS, “Grensoverschrijdende detachering: De omzetting van de handhavingsrichtlijn 2014/67/EU”, RW 2017-18, nr. 4, 126.

[7] Artikel 35/6/3, § 1, lid 2 en artikel 35/6/3, § 2, lid 2 Loonbeschermingswet.

[8] Kennisgeving overeenkomstig artikel 49/3 Soc. Sw.

[9] Artikel 35/6/1, 8° en artikel 35/6/4 Loonbeschermingswet.

[10] Artikel 49/3 Soc. Sw.

[11] Artikel 35/6/2 Loonbeschermingswet.

[12] Artikel 171/2/1 en artikel 171/2 Soc. Sw.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.