Velen volgden zondag de finale van het Europees kampioenschap basketbal voor dames. Het spel van de Belgian Cats was soms een rommeltje, maar net voor het affluiten scoorde Antonia Delaere uit het niets. Het uiteindelijke resultaat (Europees kampioen) zorgde voor algehele euforie en deed al het voorgaande vergeten.
Zo gaat het ook vaak met justitie. Net als bij de Belgian Cats is er veel gedrevenheid en inzet op het terrein. En dagelijks is er wel een rechter die even trefzeker als Antonia met een goed gemikte uitspraak het imago van justitie oppoetst. En ja, Justitie kent ook magistraten die, net als Emma Meesseman of Julie Allemand, een groot aantal collega’s inspireren en op sleeptouw nemen.
En toch gaat de vergelijking met de Belgian Cats maar gedeeltelijk op. Bij Justitie is er nooit een overwinning die tot euforie leidt (hooguit heeft de rechter gehandeld zoals die dat moest doen, met name met een goede uitspraak de maatschappelijke vrede herstellen). Heel Vlaanderen gunde het de basketdames van harte om met de beker te kunnen zwaaien, maar ook op die brede sympathie zullen de magistraten nooit kunnen rekenen. Hun aaibaarheidsfactor is daarvoor te klein. De Romeinen wisten het al: het volk wil “panem et circenses” en Justitie valt niet onder die noemer
Het lijkt er soms ook op dat bij Justitie de laatste spetterende actie van Antonia ontbreekt, en dan blijft enkel een brok ellende over. De magistraten zijn na hun wekelijkse “5 voor 12-acties” een mediaoffensief begonnen (met o.m. interviews in De Tijd, Knack, De Juristenkrant en Humo) waarin de kommer en kwel hoogtij vieren. Dat is terecht, maar het mag het debat niet overheersen.
Het brengt De Tijd-commentator Isabel Albers ertoe om te spreken van een systeemcrisis bij Justitie (De Tijd, 28 juni). “Een betere justitie is alleen mogelijk met verandering, veel verandering. Maar het zijn niet zelden de mensen die aanschuiven bij het protest die als eersten stormlopen tegen elke verandering.” Dat laatste lijkt een grove veralgemening die niet op objectieve gegevens berust. Het debat verdient meer nuance.
Als er dan al sprake zou zijn van een systeemcrisis, is die overigens niet een specifiek Belgisch probleem en is die niet alleen het gevolg van een gebrek aan middelen. Er verscheen zowel bij ons als in onze buurlanden hierover recent interessante literatuur. Vorige maand ging Ybo Buruma met pensioen als raadsheer bij de Nederlandse Hoge Raad. Hij schreef als afscheidscadeau aan de samenleving een 544 pagina’s tellend boek, De onvoltooide rechtsstaat, waarin hij alles in een historisch perspectief plaatst en tot de vaststelling komt dat de rechtsstaat (de rule of law) overal onder druk komt te staan. Wie écht wil nadenken over de toekomst van de rechtsstaat, maakt best even tijd voor die mooi geschreven terugblik
Vorige maand verscheen in Frankrijk het boek Menace sur l’état de droit van Patrice Spinosi. Hij kijkt onder meer naar de situatie in de Verenigde Staten, Hongarije, Polen, Brazilië, Venezuela en Italië. De opkomst van het populisme bedreigt de rechtsstaat. Ook in ons land is er recent een toegankelijk boek geschreven over de democratie en de rechtsstaat (Patricia Popelier, Een grondwet voor ons allemaal).
Maar deze week werd mijn aandacht getrokken door een flinterdun boekje dat net verscheen onder de titel Strohalmen. Over optimisme en verzet. Het is van de Nederlandse historicus en schrijver Ewoud Kieft. Hij schrijft onder meer dat een rechter (en bij uitbreiding de rechtsstaat) er is “om niet populair te zijn, een veiligheidsklep op de waan van de dag, om te voorkomen dat democratie ontaardt in de tirannie van de meerderheid”. Er is volgens hem nood aan “rechtsstatelijk bewustzijn”, maar het belang van de rechtsstaat gaat voor veel mensen pas leven als ze een beeld hebben van wat er gebeurt als die er niet meer is, zoals nu in de Verenigde Staten.
Kieft vindt dat burgers niet aan de kant mogen blijven staan. “Het punt van de democratie: dat burgers zich bekommeren om de dingen die zij zelf het meest waardevol vinden.” Daarom moeten ze “tegenmacht” bieden door in verzet te gaan “met iets dierbaars, iets positiefs, iets persoonlijks”. Wanneer we er als samenleving in slagen om justitie als een bondgenoot te zien eerder dan als een tegenstander, zullen rechters verbinden. Eens dat bereikt, moeten de politici de nodige middelen voorzien om rechters in die opdracht te doen slagen. Ze deden het net ook voor defensie.
Er is nood aan optimisme, aan verzet én aan de Belgian Cats-mentaliteit dat als we nooit opgeven, het toch goed komt. De systeemcrisis ontstaat pas wanneer we fatalistisch aan de kant blijven staan.
Hugo Lamon
Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.
0 reacties