In lijn met de regels opgesteld door de OESO en haar werk rond transfer pricing documentatie in actiepunt 13 van het Base Erosion and Profit Shifting-project (BEPS) heeft België via de programmawet van 1 juli 2016 een drieledig transfer pricing documentatiepakket geïntroduceerd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de artikelen 321/1 t.e.m. 321/7 van het WIB92. Deze wetsartikelen introduceren de verplichting voor Belgische entiteiten van multinationale groepen tot het indienen van (i) een Master File-formulier (275 MF), (ii) een Local File-formulier (275 LF) en de Country-by-Country (CbC)-rapportagemelding (formulieren 275 CBC en 275 CBC NOT).
Eén van de doelen van deze regelgeving is de transparantie voor de belastingadministratie te verhogen inzake de activiteiten van zowel de individuele Belgische entiteit(en) van een multinationale groep als de bredere groep en daarmee aldus een beter zicht te krijgen op de winstverdeling (en dus de belastingsimpact) van multinationale ondernemingen. Op deze manier is de belastingadministratie meteen ook beter geïnformeerd en kan zij aldus doeltreffender te werk gaan bij het uitvoeren van belasting- en transfer pricing-controles teneinde belastingontwijking of -ontduiking tegen te gaan via base erosion en profit shifting.
In dit verband zijn er recent, op 15 juli 2024, drie koninklijke besluiten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Deze koninklijke besluiten brengen enkele (belangrijke) wijzigingen met zich mee voor de in te dienen formulieren in het kader van de verplicht op te stellen Belgische transfer pricing documentatie. Deze wijzigingen hebben tot doel de transparantie inzake tax en transfer pricing op nationaal en internationaal niveau te vergroten, evenals bepaalde interpretaties hieromtrent te verduidelijken. Hoewel ze ogenschijnlijk beperkt zijn in aantal en omvang, hebben ze toch een verregaande impact voor Belgische belastingplichtigen. Ze brengen namelijk gedetailleerdere rapporteringsverplichtingen met zich mee, evenals de noodzaak tot het opstellen van bijkomende transfer pricing analyses.
Deze aanpassingen zijn meteen van toepassing op boekjaren die starten op of na 1 januari 2025. Het is dus zaak voor belastingplichtigen om op korte termijn de nodige voorbereidingen te treffen en ervoor te zorgen dat ze volledig voldoen aan de nieuwe regelgeving om mogelijks nadelige gevolgen te vermijden.
Hieronder wordt verdere toelichting gegeven op de aankomende wijzigingen inzake de gewijzigde Belgische transfer pricing-formulieren en de impact hiervan op de Belgische belastingplichtigen.
De huidige transfer pricing documentatieverplichtingen
Zoals hierboven werd aangehaald, kent België een drieledig transfer pricing documentatiepakket van formulieren die ingediend moeten worden (op voorwaarde dat bepaalde grenzen worden overschreden).
Local File Form (275 LF)
Vooreerst bestaat er de Local File Form (275 LF). In dit formulier moet informatie worden opgenomen omtrent de specifieke Belgische entiteit die verplicht is de Local File Form (275 LF) op te stellen en in te dienen. In grote lijnen bestaat dit formulier enerzijds uit een deel A dat algemene informatie bevat omtrent de Belgische entiteit (aandeelhouders, deelnemingen, beschrijving van de activiteiten, enz.) en anderzijds een deel B dat informatie bevat omtrent de verschillende grensoverschrijdende groepstransacties waarbij de Belgische entiteit is betrokken. Ten slotte is er nog een optioneel deel C, waar vrijblijvend bijlagen kunnen worden bijgevoegd.
Een Local File Form (275 LF) moet worden opgesteld wanneer een Belgische entiteit én deel uitmaakt van een multinationale groep én één van de volgende grenzen overschrijdt:
- Een totaal van 50 miljoen euro aan bedrijfs- en financiële opbrengsten (met uitsluiting van de niet-recurrente opbrengsten).
- Een balanstotaal van 1 miljard euro.
- Een jaargemiddelde van het personeelsbestand van 100 voltijdse equivalenten.
Indien één van deze grenzen wordt overschreden, moet er een Local File Form (275 LF) worden opgesteld en ingediend. Deze Local File Form (275 LF) moet in elk geval deel A bevatten. Deel B moet worden toegevoegd indien het totaal van de grensoverschrijdende groepstransacties waarbij de Belgische entiteit is betrokken 1 miljoen euro overschrijdt.
Master File Form (275 MF)
Daarnaast bestaat er een Master File Form (275 MF). In tegenstelling tot de Local File Form (275 LF) bevat de Master File Form (275 MF) informatie omtrent de bredere multinationale groep waartoe de Belgische entiteit behoort. Zo wordt er in de Master File Form (275 MF) toelichting gevraagd over de groepsstructuur, de verschillende activiteiten van de groep, de bronnen van ondernemingswinst van de gehele groep, informatie over de aanwezigheid en strategie rond IP, de financieringsstrategie binnen de groep, enz.
De criteria voor het verplicht opstellen en indienen van dit formulier zijn identiek aan die van de Local File Form (275 LF).
Landenrapport (275 CBC) en notificatieformulier (275 CBC NOT)
Ten slotte gelden er nog specifieke verplichtingen voor multinationale groepen die een totaal van 750 miljoen euro of meer geconsolideerde bruto-groepsopbrengsten behalen.
In dat geval moet de uiteindelijke moedervennootschap van de multinationale groep (of plaatsvervangende rapporterende entiteit) een landenrapport indienen in haar land van vestiging. Indien dit een Belgische entiteit betreft, moet zij een formulier 275 CBC in België indienen.
Indien de Belgische entiteit niet de uiteindelijke moedervennootschap is, rust er op deze entiteit een verplichting om een zogenaamd notificatieformulier (275 CBC NOT) in te dienen dat vermeldt dat de multinationale groep gehouden is tot het indienen van een landenrapport, welke groepsentiteit het landenrapport indient evenals bepaalde identificatiegegevens van deze groepsentiteit.
Sancties bij niet-naleving van de transfer pricing verplichtingen
Het niet naleven van de indieningsverplichtingen van de formulieren 275 LF, 275 MF, 275 CBC en 275 CBC NOT heeft een aantal nadelige gevolgen voor de belastingplichtige.
Vooreerst gelden er administratieve boetes bij niet-naleving, variërend van 1.250 euro tot 25.000 euro per overtreding, die afhankelijk zijn van de aard van de overtreding (te goeder of te kwader trouw) en de frequentie van de inbreuken.
Naast het financiële aspect impliceert niet-naleving een aanzienlijk verhoogd auditrisico. Waar in het verleden de interactie tussen de dienst die de formulieren verzamelt en de fiscale controleurs beperkt was, wordt door deze laatste dienst tegenwoordig actief en systematisch gescreend op de volledigheid, correctheid en tijdigheid van de ingediende formulieren. Het niet- of laattijdig indienen van de formulieren vormt intussen – samen met de inhoud van de formulieren – een belangrijk selectiecriterium bij het bepalen welke belastingplichtigen worden onderworpen aan een fiscale controle. Belastingplichtigen die niet of niet correct aan de verplichtingen voldoen, worden bijgevolg sneller geïdentificeerd als potentiële controlekandidaten. Bovendien worden in de praktijk tijdens transfer pricing-audits steeds vaker gedetailleerde vragen gesteld die rechtstreeks verband houden met de informatie opgenomen in deze formulieren. Onjuistheden, inconsistenties of onnauwkeurigheden kunnen aanleiding geven tot bijkomende vragen, een bredere controle en, in voorkomend geval, fiscale correcties en belastingverhogingen.
Het is dan ook essentieel om de vereiste transfer pricing formulieren volledig, correct en tijdig in te dienen.
Welke wijzigingen vinden er binnenkort plaats?
Local File Form (275 LF)
Wat de Local File Form (275 LF) betreft hebben de belangrijkste wijzigingen betrekking op deel B (dat dus enkel opgesteld moet worden indien het totaal van de grensoverschrijdende groepstransacties waarbij de Belgische entiteit betrokken is 1 miljoen euro overschrijdt):
Uitsplitsing grensoverschrijdende transacties per land:
- De wijziging: Voortaan zal men in deel B de grensoverschrijdende transacties moeten uitsplitsen per land (binnen de categorieën van transacties), in plaats van deze in totaliteit te mogen aggregeren per categorie van transacties. Ter illustratie: als een bedrijf goederen verkoopt aan Frankrijk, Duitsland en Hongkong volstond het om dit als één bedrag te noteren in het formulier, nu dus niet meer.
- Implicatie voor de belastingplichtige: Voor de belastingplichtige verhoogt deze wijziging aanzienlijk de complexiteit van de vereiste data en segmentatie, terwijl deze voor de belastingadministratie de mate van transparantie verhoogt. Die laatste zal hiermee aldus meer en gedetailleerdere mogelijkheden hebben om specifieke transacties gericht te gaan analyseren en inconsistenties of potentiële risico’s inzake verrekenprijzen sneller te detecteren. Een gebrekkige of foutieve uitsplitsing kan als indicatie van non-compliance worden beschouwd en aanleiding geven tot bijkomende vragen of een diepgaandere controle.
Verplichte bijlagen:
- De wijziging: Voortaan zal men intragroepsovereenkomsten, transfer pricing policy’s (inclusief de economische onderbouw, i.e. benchmarking studies) en volledige verrekenprijsstudies die relevant zijn, verplicht dienen bij te voegen als bijlage bij het formulier.
- Implicatie voor de belastingplichtige: Deze aanpassing betekent in de praktijk een verschuiving van een optionele naar een de facto verplichting om als Belgische entiteit transfer pricing documentatie op te stellen en bij te voegen. Voorheen stond het de belastingplichtige vrij om deze onderliggende documentatie toe te voegen in deel C van formulier 275 LF (al werd een toevoeging van dergelijke documentatie echter ook voordien al beschouwd als een ‘best practice’). Met de aankomende wijziging zal deze documentatie dus integraal onderdeel uitmaken van het formulier 275 LF. Ook kan het ontbreken van deze ondersteunende documentatie dus als indicatie van non-compliance worden beschouwd en aanleiding geven tot bijkomende vragen of een diepgaandere controle.
Landcodes en fiscale identificatienummers:
- De wijziging: Ten slotte nog een administratieve wijziging, waarbij de landcodes en fiscale identificatienummers verplicht vermeld moeten worden bij de cost contribution overeenkomsten, advance pricing overeenkomsten, voorafgaande beslissingen en in huis(her)verzekeringen.
- Implicatie voor de belastingplichtige: Deze maatregel vereist aldus een verhoogde administratieve nauwkeurigheid van de onderneming.
Master File Form (275 MF)
De wijzigingen aan de Master File Form (275 MF) hebben tot doel dat er een grondigere onderbouwing wordt voorzien in de huidige secties/onderdelen van de Master File Form (275 MF). Hoewel dit formulier op zich niet is gewijzigd, zijn er in de toelichting van dit formulier wel een aantal vereiste aanvullingen genoteerd. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op het volgende:
Supply chain analyse en functionele analyse:
- De wijziging: Inzake de waardeketen (‘supply chain’) moet er in de nieuwe formulieren een brede analytische toelichting, alsook functionele analyse van de verschillende groepsentiteiten opgenomen worden.
- Implicatie voor de belastingplichtige: De belastingplichtige moet voortaan op een veel gedetailleerdere en onderbouwde wijze aantonen hoe waarde wordt gecreëerd binnen de groep en aangeven hoe de verschillende groepsentiteiten hiertoe bijdragen door te detailleren welke specifieke functies, activa en risico’s worden gedragen. Een louter beschrijvende toelichting zal niet langer volstaan.
Verplichte DEMPE-analyse:
- De wijziging: Ook moet er een zogenaamde “DEMPE-analyse” (Development, Enchancement, Maintenance, Protection and Exploitation) opgenomen worden inzake de immateriële activa.
- Implicatie voor de belastingplichtige: Deze verplichte toevoeging van de DEMPE-analyse verplicht de belastingplichtige om te verduidelijken welke groepsentiteiten bij deze specifieke functies betrokken zijn en hoeveel ze daartoe bijdragen. Op deze manier zal het voor de belastingadministratie aldus beter mogelijk worden om een waardeoordeel te vellen over de juiste allocatie van de winst die wordt gealloceerd aan dergelijke immateriële activa, en tegelijkertijd toelaten om te bepalen of de juridische eigenaar ook de economische eigenaar is.
Intragroepsfinanciering:
- De wijziging: Wat betreft de intragroepsfinanciering en corresponderende transacties moet er een uitgebreidere / gedetailleerde beschrijving opgenomen worden in het formulier.
- Implicatie voor de belastingplichtige: De belastingplichtige moet voortaan in staat zijn om op een uitgebreide en onderbouwde manier te motiveren waarom de toegepaste voorwaarden bij intragroepsfinancieringen marktconform zijn. Een louter summiere beschrijving zal dus niet meer volstaan.
Notificatieformulier (275 CBC NOT)
Het notificatieformulier (275 CBC NOT) wordt slechts beperkt gewijzigd. Zo zal men ook moeten aangeven of het gaat om een eerste notificatie, een wijziging van een eerdere notificatie, dan wel een beëindiging van de verplichting. Deze aanpassing legt een verhoogde administratieve verantwoordelijkheid op de belastingplichtige om de status van deze verplichting nauwkeurig op te volgen.
Wanneer zijn deze wijzigingen van kracht?
Deze wijzigingen aan de bovenvermelde hebben betrekking op de boekjaren die starten op of na 1 januari 2025, en zijn dus met andere woorden momenteel al in voege. Concreet betekent dit dus dat de eerste aangepaste formulieren ingediend zullen moeten worden in 2026:
- Voor de Local File Form (275 LF) geldt dezelfde indieningsdeadline als die voor de aangifte vennootschapsbelasting (voor boekjaren die afsluiten op 31 december lag de deadline de laatste jaren eerder eind september/begin oktober).
- Voor de Master File Forms (275 MF) is de indieningsdeadline uiterlijk 31 december 2026 (één jaar na afsluit van het boekjaar).
Conclusie: denk proactief na of transfer pricing policy moet worden aangepast
Aangezien de beschreven wijzigingen reeds van kracht zijn, en de indieningsdeadlines snel zullen volgen, is het voor belastingplichtigen die de drempels overschrijden aldus van groot belang om zich tijdig voor te bereiden teneinde onnodige boetes of fiscale controles te vermijden. Deze wijzigingen vereisen immers niet alleen dat er complexere informatie op een correcte wijze wordt verzameld en gerapporteerd, maar ook dat de nodige transfer pricing documentatie moet worden opgesteld. Dit laatste vereist dat er proactief wordt nagedacht over de onderliggende transacties en of de gehanteerde transfer pricing policy’s wel accuraat en fit-for-purpose zijn.
Carl Van Acker en Thibaut Van Crombrugge – VGD
0 reacties