Een uitgestoken hand cover

20 jun 2025 | Column

Een uitgestoken hand
vlotter kennisbeheer dan met windows Verkenner via Knowlex

Recente vacatures

Advocaat
Administratief Recht Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Omgevingsrecht Ondernemingsrecht Publiek recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Brussel
Advocaat
Administratief Recht Overheidsopdrachten
3 - 7 jaar
Brussel
Advocaat
Administratief Recht Milieurecht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Het was een uitgestoken hand. Dat zei de eerste minister over de open brief die negen regeringsleiders schreven om het Hof in Straatsburg, ook in onze naam, terecht te wijzen. Hij wil dat de machten beter samenwerken, zodat we de rechtsstaat sterker maken, zodat we haar meer vertrouwen.

Een samenwerking tussen machten is precies wat onze grondwet vraagt. Met elke macht haar eigen taak, anders maar aanvullend, in wat Kavanagh een ‘constitutional partnership’ noemt: geen vijanden en geen vrienden, maar partners in een gezamenlijk project, die hoffelijk en respectvol met elkaar omgaan.

Het evenwicht is broos, en schuift naar alle kanten. Parlement, regering en rechter, iedereen duwt en trekt.

Dat evenwicht is broos, en schuift naar alle kanten. Parlement, regering en rechter, iedereen duwt en trekt. Voor al dat touwtrekken legt de grondwet de contouren vast. Vandaag wordt ook aan die contouren getrokken. Politici proberen het touw naar zich te trekken voorbij grondwettelijke grenzen. De protestacties van moe-getergde rechters en parketten toont dat die daarin weinig respect of hoffelijkheid ervaren.

De brandende vraag is: hoe ziet onze regering die samenwerking juist, welk evenwicht stelt ze voor?

Het juiste evenwicht is géén evenwicht

De brief stelt veiligheid voorop als het project waarrond de machten moeten werken. Een terechte zorg, een belangrijk project.

We moeten “het juiste” evenwicht herstellen, staat in de brief. Welk gevaar iemand vormt, neemt het Hof nochtans vandaag al mee, in een delicate afweging tussen grondrechten en risico’s. Het maakt niet uit dat het daarbij steeds meer ruimte laat voor overwegingen van nationaal belang. Het is de afweging zelf die hindert. Het recht op veiligheid van slachtoffers en wetsgetrouwe burgers is beslissend, aldus de brief, en moet doorwegen op eender welke overweging. Hoe klein of groot het gevaar is, mag geen rol spelen. Het risico op foltering al evenmin. Het juiste evenwicht is géén evenwicht.

Samenwerking betekent zo dat politici dicteren wat het Hof moet doen. Een kleine greep uit de verhalen die de Hudoc database ons biedt, maakt concreet wat dat betekent. Het Hof zou dan toelaten dat we een Soedanees met zijn lotgenoten terugsturen naar een land waar foltering dreigt, dat we, meer nog, de autoriteiten van dat land vragen om hen te identificeren, dat we hen niet onopgemerkt laten terugkeren maar hen met politiemacht begeleiden tot in Soedan, ook wie vrijwillig terugkeert om juist dat te vermijden. Het Hof zou dan goedvinden dat een Vietnamese vrouw die naar Denemarken kwam toen ze dertien was, negenentwintig jaar later gedwongen wordt om terug te keren, ook als ze nooit eerder een gevaar vormde, toen ze als dienster werkte om voor haar kinderen te zorgen – één volwassen nu, een ander zestien, en een dochter van twintig met mentale problemen, die bij een zelfmoordpoging verlamd raakte en een oog verloor – tot ze uiteindelijk een uitweg zocht door op een cannabisplantage te werken, louter praktische hulp, geen grote garnaal, waar geen zware gevangenisstraf tegenover staat.

Wiens veiligheid staat hier op het spel?

Maar in wat voor partnerschap kan een regering verlangen dat het Hof beleid legitimeert zonder behoorlijke afweging? Wie zet een partner onder druk om tegen zijn essentie in te gaan?

We zijn ver verwijderd van de tijd toen botsende verhalen ons beter maakten. Toen we lessen trokken wanneer het Hof in Straatsburg ons terechtwees, omdat we een Congolees meisje van vijf opsloten, helemaal alleen en twee maanden lang, in een detentiecentrum voor volwassenen, en haar dan, zonder begeleiding, op een vliegtuig zetten terug naar Congo, waar niemand klaarstond om haar op te vangen. We trekken geen lessen meer, en we zijn niet beschaamd. We halen onze schouders op.

Maar in wat voor partnerschap kan een regering verlangen dat het Hof beleid legitimeert zonder behoorlijke afweging? Wie zet een partner onder druk om tegen zijn essentie in te gaan? Om een Mensenrechtenhof te zijn, maar personen niet te beschermen tegen overheidswillekeur, en niet te geven om foltering of onmenselijke behandeling? Terwijl mensenrechten juist draaien om menselijke waardigheid – een grondwettelijke waarde, één die ook in onze grondwet staat.

Een opgestoken vinger?

We hadden het verkeerd begrepen, zei de Eerste Minister in de Kamer. Het was een uitgestoken hand, geen opgestoken vinger.

We zien het nochtans voortdurend gebeuren, dat wringen en worstelen om politieke macht, voorbij de grenzen van de grondwet. In vluchtelingenzaken, maar ook rond bouwvergunningen, sociale bijstand, milieuzaken en het klimaatbeleid. Alles in naam van een ingebeeld volk, waarvan enkel deze leiders de spreekbuis vormen. Ook de brief verwijst naar een electoraal mandaat, naar wat “een meerderheid van Europese burgers” wil. Alsof democratie gelijkstaat aan de wil van een toevallige meerderheid, zonder waakhonden of grondwettelijke grenzen. Het ‘juiste’ belangenevenwicht is géén evenwicht. En het ‘juiste’ machtsevenwicht is het politiek primaat. Geen checks, geen balances.

Met de voeten in de grondwet

We kunnen de woorden van onze premier ook ernstig nemen. We willen een nieuw en openhartig gesprek, zo staat in de brief. Laat ons dan ook de hand uitsteken, en zelf een voorstel doen. Samenwerken rond veiligheid kan immers ook tussen waardige partners, en met de voeten in de grondwet.

In zo’n partnerschap respecteert de regering de derde macht die de grondwet instelt, en waakt ze over de onafhankelijke werking van justitie. Wie veiligheid het belangrijkste vindt, zet de financiering van justitie bovenaan op de agenda. Zo’n regering doet er alles aan om van magistraat een aantrekkelijk beroep te maken, om de minimale voorwaarden te scheppen waarin ze kunnen werken, om zorg voor hen te dragen, en bescherming te bieden aan bedreigde justitiemedewerkers.
In dat project respecteert de regering de menselijke waardigheid, juist om geen nieuwe veiligheidsrisico’s te scheppen. Dan zorgt ze voor wie hier aanspoelt, dan stuurt ze hen niet de straat op, zonder voedsel, zorg of onderdak, en zonder werkvergunning.
Zo’n project staat open voor andere partners, met een regering die de grondwettelijke rol van het sociale middenveld waardeert, en samenwerkt met organisaties die rond migranten werken. In dat project perkt de regering hun ruimte niet in, maar neemt ze hun aanbevelingen ernstig.

We zijn benieuwd of twee uitgestoken handen elkaar vinden.

Patricia Popelier, UAntwerpen

Van Patricia Popelier verscheen recent het boek Een grondwet voor ons allemaal. Verhalen van democratie en rechtsstaat

vlotter kennisbeheer dan met windows Verkenner via Knowlex

Recente vacatures

Advocaat
Administratief Recht Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Omgevingsrecht Ondernemingsrecht Publiek recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Brussel
Advocaat
Administratief Recht Overheidsopdrachten
3 - 7 jaar
Brussel
Advocaat
Administratief Recht Milieurecht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.