Vorige week gaf ik een keynote op de boekvoorstelling van het nieuwe boek van de Nationale Drugscommissaris Ine Van Wymersch. Ze schreef een kinderboek samen met juriste Fiene Van Den Abbeele waarin ze helder uitleggen op basis van een fictief verhaal hoe justitie werkt.
In het bijzijn van heel wat magistraten, politiemensen en beleidsmakers mocht ik het hebben over de vertrouwenscrisis binnen ons justitieel apparaat die nu en dan de kop opsteekt. Ik had besloten geen gas terug te nemen, en tot mijn verbazing viel op hoezeer het resoneerde bij het publiek. Vertrouwen is misschien wel het fundament van elke samenleving. Zeker justitie kan alleen maar functioneren als er vertrouwen is. Maar net daar wringt het.
Ik zie vier grote uitdagingen die het vertrouwen in justitie vandaag parten spelen:
1. Verwachtingen
Mensen verwachten dat justitie recht en rechtvaardigheid op elkaar afstemt, alsof die twee synoniem zijn. Maar wat rechtsgeldig is, voelt niet altijd rechtvaardig. En wat wij maatschappelijk rechtvaardig achten, past niet altijd binnen de juridische realiteit. Die kloof wordt nog te weinig benoemd. Justitie zou actiever kunnen uitleggen waarom recht en rechtvaardigheid soms uiteenlopen. En dat de realiteit en juridische feiten geen synoniem zijn. Amanda Gorman zei het al treffend: Justice isn’t always what just is. Het is mensenwerk.
2. Begrip
Ik heb dit zelf ervaren tijdens een procedure bij een notaris. Ondanks mijn (juridische) academische achtergrond moest ik meerdere keren vragen wat er precies bedoeld werd. Juridische taal is vaak ontoegankelijk, en dat terwijl we er allemaal vroeg of laat mee te maken krijgen. Hier schieten we tekort in juridische scholing én in de maatschappelijke rol van juristen: moeilijke dingen simpel maken. Veelal doen we nog steeds het omgekeerde.
3. Communicatie
Justitie communiceert meer dan vroeger, maar nog niet genoeg. Vaak klinkt het: “We moeten wachten tot het onderzoek is afgerond.” Maar vertrouwen komt niet enkel uit de inhoud van communicatie, het komt uit het feit dát er gecommuniceerd wordt. Niet communiceren is óók communiceren – en meestal op een manier die vertrouwen schaadt. Beter is: communiceren met mate, maar wel consequent. Werken met gezichten, met menselijkheid.
4. Rigiditeit
Het systeem simpel uitleggen volstaat vaak niet. Een systeem moet zichzelf ook af en toe heruitvinden. Dat is voor justitie niet anders. Te vaak vergeet men zich bij justitie af te vragen: dient deze regel nog het hogere doel, of enkel het systeem zelf? Regels die ooit met goede bedoelingen zijn ingevoerd, worden soms behouden omdat “het nu eenmaal zo is”. Die rigiditeit ondermijnt vertrouwen. Een systeem mag nooit zichzelf tot doel maken.
Vertrouwen herstellen in justitie (en breder in onze instituties) begint bij eenvoud, bij duidelijkheid, bij dialoog, en bij de moed om regels opnieuw te toetsen aan hun bedoeling. Alleen zo kan justitie haar rol vervullen: een fundament van vertrouwen in de samenleving.
0 reacties