22 mrt 2018 | Expertise

De mobiele frituur en de huurwetgeving

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 22/03/2018 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Verscheidenheid, ook juridisch

Er zijn boeken gepubliceerd over het fenomeen van de frituur in onze regionen. Daarbij wordt steeds verwezen naar de soms wonderlijke verscheidenheid bij de (uiterlijke) verschijningsvorm van deze nationale instelling.

Meestal minder aandacht krijgt de juridische context waarin een frituur wordt uitgebaat. Ook hier is er sprake van diversiteit: de uitbater kan eigenaar zijn van het gebouw met daarin een frituur aanwezig, de uitbater kan huurder zijn van dergelijk gebouw, een mobiele frituur kan een standplaats hebben op het openbaar domein, etc…

In deze bijdrage belichten  we het geval waarbij een eigenaar een perceel grond verhuurt aan een huurder, die er een mobiele frituur op uitbaat.

In het bijzonder stelt zich de vraag of dergelijke huurovereenkomst onderworpen is aan de voorschriften van het gemeen huurrecht, dan wel of de handelshuur hierop van toepassing is.

Indien de handelshuurwet van toepassing is, heeft dit belangrijke gevolgen o.a. voor: de duur van de huur, de opzeggingsmogelijkheden, het recht op huurhernieuwing, …

De dwingende voorschriften van de handelshuurwet

Een belangrijk uitgangspunt  is dat de wet op de handelshuur van dwingend recht is.

Dit houdt in dat een huurovereenkomst die voldoet aan de toepassingsvoorwaarden van art.1 van de handelshuurwet, onder deze wet valt, zelfs indien partijen anders zouden overeengekomen zijn in het huurcontract, en eveneens wanneer er in de overeenkomst daaromtrent niets geformuleerd is.

Wanneer is de handelshuurwet van toepassing?  De voorwaarden voorzien in de wet zijn de volgende:

  • Het moet gaan om een huurovereenkomst;
  • Een onroerend goed of gedeelte ervan;
  • Gebruikt voor het uitoefenen van een kleinhandel met rechtstreeks contact tot het publiek;
  • Waarbij dit de hoofdzakelijke bestemming is, vanaf de aanvang van de huur of uitdrukkelijk aanvaard in de loop van de huur.

Toepassing op de mobiele frituur

Dat de uitbater van een mobiele frituur rechtstreeks contact heeft met het publiek en dat de bestemming van frituur (handelsbestemming) werd aanvaard door de verhuurder van het perceel grond is klaar en duidelijk.

Maar geldt een handelshuur wel voor een perceel grond, dat onbebouwd wordt verhuurd ?

In een geding, waaromtrent er over dit punt betwisting ontstond tussen partijen, besliste de Rechtbank uiteindelijk dat ook onbebouwde onroerende goederen in aanmerking komen voor handelshuur.

Immers, de handelshuurwet maakt geen onderscheid tussen bebouwde of onbebouwde onroerende goederen.  De uitbater van de mobiele frituur beschikt aldus over een handelshuurcontract, met de bijkomende bescherming voor de huurder, voorzien in de Handelshuurwet.

Dit brengt mee dat hij in ieder geval recht heeft op een eerste huurperiode van negen jaar, zelfs indien in het huurcontract een kortere termijn werd afgesproken.

Daarnaast heeft de frituuruitbater, na verloop van de eerste termijn van negen jaar, ook recht op drie huurhernieuwingen van telkens 9 jaar.

Er kunnen zich echter bijkomende complicaties voordoen. Veronderstel dat de uitbater op het onroerend goed bleef na verloop van negen jaar, zonder dat een huurhernieuwing werd aangevraagd en zonder dat de verhuurder de huur beëindigde …

Het gevolg hiervan is dat een handelshuur van onbepaalde duur tot stand kwam, met specifieke voorschriften:

  • De verhuurder kan de handelshuur beëindigen mits aan de huurder een opzegtermijn te verlenen van 18 maanden.
  • De huurder kan evenwel tijdens de eerste drie maanden van deze opzegperiode, nog een huurhernieuwing aanvragen.

Besluit

De uitbater van de mobiele frituur, staande of opgericht op een perceel grond dat gehuurd wordt, zal zijn locatie met zorg uitgekozen hebben en er wellicht alle voor- en nadelen van overwogen hebben.

Vooral  wanneer de uitbating en succes blijkt, zal hij deze willen voortzetten.

Zelfs indien zijn huurcontract dit niet zou voorzien, of anders bepaalt, zal hij zich als huurder toch kunnen beroepen op de bescherming die de Handelshuurwet biedt.

Dit ter bevordering van de bestaans- en rechtszekerheid voor alle mobiele frituristen in dit land!

Koen VANDENBERGHE

VDV Advocaten

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.