Wanneer een rechter het verwijt krijgt een degoutante, crapuleuze smeerlap te zijn cover

24 sep 2025 | Column

Wanneer een rechter het verwijt krijgt een degoutante, crapuleuze smeerlap te zijn

Door Hugo Lamon

Recente vacatures

Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
2 jaar
Oost-Vlaanderen
Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0-1 jaar
Oost-Vlaanderen
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

​Vorige week begon een groot drugsproces dat, omwille van veiligheidsredenen, niet in een normale zittingszaal plaatsvond maar wel in het voormalige NAVO-hoofdkwartier in de buurt van Brussel. De eerste zitting ontaardde al snel in een openlijke ruzie tussen de voorzitter van de rechtbank en de advocaten van de verdediging. De voorzitter gaf in het heetst van de woordenstrijd opdracht aan de politie om een advocaat uit de zittingszaal te zetten, en dit gaf aanleiding tot een gevecht en een scheldpartij. Sommige advocaten zouden daarbij naar de voorzitter onder meer “smeerlap” en “crapuul” hebben geroepen en ook de situatie als “degoutant” hebben omschreven. De zitting werd daarop geschorst, waarna in de daaropvolgende dagen dertien wrakingsverzoeken volgden, zodat het hof van beroep van Gent zich zal moeten buigen over de vraag of dit nu getuigt van een grote graad van vijandschap van de rechter ten aanzien van de partijen. Reeds voor de aanvang van de publieke zitting waren al zes eerdere wrakingsverzoeken afgewezen. Intussen liet al een advocaat van een van de beklaagden weten dat deze zaak “het einde van de rechtsstaat” inluidde en dat daarmee “de weg naar het fascisme is ingeslagen”.

De zaak is van maatschappelijk groot belang, want de 31 personen die zich moeten verantwoorden voor de rechter (waaronder twee gewezen advocaten) worden verdacht van betrokkenheid bij een drugstrafiek van zestien ton cocaïne met een waarde van honderden miljoenen euro’s.

Wie de afgelopen dagen niet in complete isolatie vertoefde, weet dat dit zittingsverloop niet echt op applaus werd onthaald door de pers en de publieke opinie. En voor de duidelijkheid: er was weinig applaus voor de rol van de balie. En om eerlijk te zijn: ik schaamde mij in eerste instantie ook als advocaat. Maar, even eerlijk, ik merkte ook de reactie van veel goedmenende strafpleiters die zich geschandaliseerd voelden door de wijze waarop een van hen manu militari uit de zittingszaal werd verwijderd.

Eigenlijk wilde ik de andere richting uitkijken en geen commentaar geven. Er is al zoveel aandacht aan besteed, maar omdat zovelen het mij vroegen, waag ik mij toch in die slangenkuil. Dat kan niet zonder eerst te benadrukken dat ik niets van het concrete dossier weet (ik ben niet betrokken in het dossier en ik ben overigens geen strafpleiter), en het gaat mij dus enkel om de in de media ontstane perceptie. Dat is ook het kennisniveau van een burger van wie wordt verwacht dat hij vertrouwen heeft in justitie.

Eerst iets over de personen die voor de rechter verschijnen. Volgens het parket zijn er via de kraak van Encrochat en SkyECC vele bewijzen, maar in een rechtsstaat worden de verdachten tot aan hun veroordeling vermoed onschuldig te zijn. Ze hebben allicht wel een stevige persoonlijkheid, zodat het ook goed is dat de advocaten die hen verdedigen een meer dan gemiddeld ego hebben. De advocaten in dit soort zaken zijn immers best ook stevige persoonlijkheden, zodat ze de nodige onafhankelijkheid kunnen behouden ten aanzien van hun cliënten.

De advocaten

De strafpleiters hebben het recht (soms beperkt tot de procedureregels) als wapen om hun cliënt bij te staan. Sommigen proberen als een Jérémy Doku het openbaar ministerie en de rechtbank met juridische salvo’s te dribbelen, maar anderen beuken als een Romelu Lukaku op alles wat beweegt (wat ook tot resultaten kan leiden). Ieder heeft zijn stijl en dat moet kunnen. Wie in het voetbal echter té wild tekeergaat, krijgt een gele of rode kaart. In een rechtszaak wordt er nog te vaak uitgegaan van de goede trouw van alle actoren, wat zou moeten volstaan voor een sereen verloop van de zitting. Er is al langer een tendens zichtbaar dat, vooral in het strafrecht, advocatuur en magistratuur lijnrecht en met getrokken messen tegenover elkaar staan. Een advocaat moet bij zijn eedaflegging weliswaar zweren niet “af te wijken van de eerbied voor het gerecht en de openbare overheid”, maar mag dan ook verwachten dat het openbaar ministerie en de magistraten hetzelfde respect vertonen. Een eerlijk proces kan niet zonder die drie actoren, waarbij ieder van hen de rol van de anderen moet eerbiedigen. Dat wordt steeds meer een werkpunt.

Die plechtige belofte van de advocaten klinkt allicht wat archaïsch, maar als de persverslagen een correcte weergave zijn van wat er op de zitting is gebeurd (diverse media hebben advocaten naar de voorzitter van de rechtbank horen roepen dat hij een “smeerlap” was en dat het “crapuleus” en “degoutant” was), dan ben ik niet de enige advocaat die luidkeels zegt dat dit niet de gebruikelijke stijl is van de Vlaamse advocatuur en dat dit toch wijst op een wat oververhitte escalatie daar in die zittingszaal. Het valt te hopen dat het niet de emanatie is van een nieuwe stijl. Intussen worden advocaten nu door hun cliënten hierover aangesproken, en het zal moed vergen om die te zeggen dat de advocatuur in normale omstandigheden zo niet handelt.

In de wandelgangen circuleert ook het gerucht dat een gerechtsdeurwaarder van het incident een proces-verbaal zou hebben opgesteld. Dat lijkt weinig waarschijnlijk en is ongeloofwaardig, want het zou betekenen dat het incident was voorspeld en dan zou de indruk ontstaan dat het was uitgelokt.

De advocaat buitengezet

Maar komen we tot de kern van het incident: een advocaat werd op bevel van de voorzitter van de rechtbank door de politie uit de zittingszaal verwijderd. Een rechter heeft politiebevoegdheid in de zittingszaal (dat betwist niemand), al is het zeer uitzonderlijk dat het dergelijke extreme proporties aanneemt. Sommige rechters zijn even doortastend, maar handelen subtieler. Iedere advocaat met jaren op de teller kan wel wat anekdotes opdissen over pesterijen van rechters bij wie die bevoegdheid hen naar het hoofd is gestegen. Maar het aantal incidenten is zeer schaars. Er bestaan ook middelen om daaraan te verhelpen. Zoals in elk conflict is de bijstand van buitenstaanders aangewezen. De advocaat schakelt zijn stafhouder in en de rechter gaat te rade bij zijn korpschef. In vele gevallen ontmijnt dat de situatie door onderling overleg, al kan het soms nog jarenlang tot wederzijdse rancune leiden.

Even tussendoor: in deze specifieke zaak werd de Brusselse stafhouder ingeschakeld tijdens de zitting. Volgens wandelganggeruchten heeft de rechtbank hem anderhalf uur laten wachten, wat — indien dit juist zou zijn — niet getuigt van veel hoffelijkheid ten aanzien van de stafhouder. Diezelfde stafhouder bekende ootmoedig in de media dat hij heeft getracht te verzoenen, maar dat het niet tot enig resultaat heeft geleid. Het is goed erop te wijzen dat in de meeste gevallen dergelijke bemiddelingen wél succes hebben.

De voorzitter van de rechtbank heeft, na die vruchteloze poging van de stafhouder, een advocaat dus later op de dag uit de zittingszaal laten verwijderen. De concrete aanleiding was dat die advocaat het woord wilde nemen over de wijze waarop zijn cliënt in de zittingszaal moest verschijnen, waarbij door de strenge veiligheidsmaatregelen het vermoeden van onschuld zou worden aangetast. Omdat hij het woord niet kreeg, ontstond er een discussie die ontaardde. Dit had kunnen worden vermeden indien de rechtbank vooraf met de advocaten duidelijke afspraken had gemaakt over het verloop van de zitting, ook over procedureaspecten die niet uitdrukkelijk door de wet zijn geregeld.

Bij toenemend tumult moet de voorzitter, als handhaver van de openbare orde in de zittingszaal, tussenkomen. Hij is dan een soort arbiter die een rode kaart kan trekken. Wat zou er eigenlijk gebeuren wanneer een voetballer dan weigert het veld te verlaten? Het is een vraag met een open antwoord, maar gebruikelijker is dat achteraf op een ander forum discussie wordt gevoerd over de vraag of die rode kaart terecht was en wat daar dan de gevolgen van zijn.

Het is op dat punt dat er nogal wat uiteenlopende oprispingen waren. De voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies wees erop dat hij in die kwestie niet bevoegd is (wat juist is), maar dat is het lot van velen. Dat belet de OVB toch niet om de situatie te duiden? Dat deed alvast de stafhouder van Gent, die van oordeel was dat dit “een democratische rechtsstaat onwaardig was” en dat “alleen in dictatoriale regimes de advocaat slechts een decorstuk is in de zittingszaal”. Het ging over een vraag om voorafgaandelijk aan de eigenlijke aanvang van de zaak te mogen tussenkomen over een aantal veiligheidskwesties en procedurevraagtukken. Het is juist dat in een aantal andere spraakmakende zaken dit wél is gebeurd. Dat was bijvoorbeeld zo in de andere megazaak over de terreuraanslagen in de luchthaven van Zaventem, waar de toenmalige assisenvoorzitter dat debat correct en stevig in de hand hield. Blijkbaar is er in de drugszaak minder overleg geweest tussen balie en magistratuur. Er was nu een ruwe confrontatie, waar niemand mee opschiet. Het valt ook niet uit te leggen aan de bevolking en overigens begrijpen ook veel advocaten — en vooral zij die niet dagelijks met strafrecht bezig zijn — het evenmin. Het zorgt wel voor een enorme imagoschade.

Het lost niets op om met grote trom nu te wijzen op de grote principes van de rechtsstaat als dat tot gevolg heeft dat zaken niet meer op een normale wijze kunnen worden afgewerkt door de rechtbank. Als het dan al zo is dat advocaten de mond snoeren de rechtsstaat onwaardig is, dan is het al even onwaardig dat de balie niet actief zou meewerken om de rechtsstaat te laten functioneren. Dat veronderstelt dat de zaak met medewerking van de advocaten ook effectief moet kunnen worden behandeld.

De rechters gewraakt

Verschillende partijen hebben naar aanleiding van dit incident wrakingsverzoeken ingediend en het zal aan het hof van beroep toekomen om uit te maken of dit als een daad van vijandschap moet worden beschouwd. Intussen verneemt de publieke opinie via de pers en de persattachés van de rechtbanken dat er steeds meer wrakingsverzoeken zijn in grote drugsdossiers, waarbij dan fijntjes wordt opgemerkt dat slechts een beperkt aantal advocaten dat wrakingsmiddel regelmatig (en bijna bij wijze van automatisme) inroept. Komt het omdat zij, meer dan andere advocaten, vinden dat hun cliënten meer vijandschap van de magistratuur ondervinden? Of hebben die advocaten een andere perceptie over onpartijdige en onafhankelijke rechters en is een maatschappelijk debat over de invulling van dat begrip gewenst? Dat laatste is alvast de overtuiging van de procureur-generaal van Brussel, en hij wordt hierin door vele magistraten gesteund.

De zaak roept vele vragen op. Die zijn van principiële aard en zijn terechte bekommernissen, maar mogen er niet toe leiden dat in grote strafzaken het nooit tot een uitspraak kan komen omdat de actoren van justitie niet in staat zijn hun werk te doen. Dat is tot nader order ervoor zorgen dat er een eerlijk proces kan komen en dat verdachten ook worden berecht binnen een redelijke termijn en na een eerlijk proces.

​​​​​​​Hugo Lamon

Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.


Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.

Recente vacatures

Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
2 jaar
Oost-Vlaanderen
Jurist
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0-1 jaar
Oost-Vlaanderen
Redacteur
3 - 7 jaar
Antwerpen
Coördinator opleidingen
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *