Recht van de mensen cover

1 jan 2024 | Column

Recht van de mensen
  • Frank Fleerackers

    Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ in 2023.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Fleer op één. In Fleer op één reflecteert elke eerste van de maand een gerenommeerd rechtsdenker over justitie in België en daarbuiten. Prof. dr. Frank Fleerackers, hoogleraar Rechtsdenken aan de KULeuven, verwoordt verbatim het recht van de filosoof.

Recht van de mensen


Effectief recht houdt verband met wat door Harvard-decaan Roscoe Pound in 1910 law in action werd genoemd, als tegenhanger voor law in books: het recht komt tot stand in de werkelijkheid van de casus en het werk van de juristen, die zich dus in figuurlijke en zelfs letterlijke zin geen boekhoudkundige attitude kunnen veroorloven (POUND, R., Law in Books and Law in Action, American Law Review, 44, p. 15-17).

Van Pound dient vooral onthouden te worden dat hij als geen ander vòòr hem de betekenis van belangen in het kader van conflictregeling op de agenda plaatste.

Zo zag Pound juristen als conflictregelaars en ontwierp hij een classificatie van posities, eisen en belangen in de democratische samenleving. Deze belangencatalogus, gelieerd aan een lezing van juridische stukken, ging evenwel aan een vorm van rationalisering ten onder, vermits belangen gereduceerd werden tot menselijke verlangens, zoals die in rechtspraak of wetsvoorstellen aan bod kwamen. Rationalisering valt steeds te betreuren, doch van Pound dient vooral onthouden te worden dat hij als geen ander vòòr hem de betekenis van belangen in het kader van conflictregeling op de agenda plaatste.

Ook inzake belangenafweging was zijn werk baanbrekend, waar hij duidelijk het recht de taak gaf deze belangen in te schatten, bij te sturen en hun onderlinge geschillen te regelen. Zijn belangrijkste misvatting betrof echter het maatschappelijk uitgangspunt: de veronderstelling van een statische gemeenschap met eenvormige cultuur en moraal. Dat dergelijke gemeenschap het niet moeilijk heeft met het vinden van gedeelde waarden en identiteit hoeft geen betoog. In wezen valt het nut van de jurist als conflictregelaar haast weg, indien mensen sowieso dezelfde waarden koesteren en een gelijke moraal delen. Het recht hoeft in deze visie enkel door te verwijzen naar de onderliggende moraal en zijn effectiviteit is verzekerd. Die statische en uniforme gemeenschap is echter onbetwistbaar een gerationaliseerde fictie. Het mag dan ook geen wonder heten dat Roscoe Pound van die fictieve gemeenschap, in het verlengde van haar uniformiteit, verwachtte dat het recht de tegenstrijdige belangen tot synthese kon brengen.

In de rechtswereld heerst zelfs nu nog een Verlichtingsdenken, een starre visie op rechtszekerheid en rechtsbedeling, die in rede en redelijkheid appelleert aan een grondend gemeenschapsgevoel

In de rechtswereld heerst zelfs nu nog een Verlichtingsdenken, een starre visie op rechtszekerheid en rechtsbedeling, die in rede en redelijkheid appelleert aan een grondend gemeenschapsgevoel. Het geloof in een inhoudelijke, substantieve gemeenschapsmoraal wordt door menig communitarist beleden, terwijl anderen in hun liberalisme de nog verraderlijkere hulp van de rede inroepen via het postulaat van de menselijke capaciteit terzake. Een mens zou de aangeboren of geïnternaliseerde rede kunnen hanteren om eigen, individuele overtuigingen terzijde te schuiven ter meerdere eer en glorie van het gemeenschapsbelang. En aldus zou de eenvormige moraal plaats ruimen voor de uniformerende rede. Het door ieder gedragen geloof wijkt dan voor de door allen gehanteerde logos.

De samenleving verandert echter zienderogen. De mens van de 21e eeuw gedraagt zich als een individu, met plichten maar vooral met rechten en daarenboven met overtuigingen die de eigen identiteit moeten schragen. Samenleven veronderstelt nochtans dat conflicten tussen individuen op vreedzame wijze worden geregeld en haast van nature speelt het recht hier een vooraanstaande rol. In deze samenleving, die tegen een overvloed aan culturele en morele achtergronden moeizaam vervelt, staat de positie van dat recht niettemin onder vuur. Een gemeenschappelijke moraal, waarop het recht als bovenhuid zou rusten, is ver zoek. Voor zover het recht ooit kon bogen op een eenvormige ethiek, godsdienst of — in alle redelijkheid — Verlichtingsideaal, is heden ten dage een vergelijkbare collectieve onderhuid eenvoudigweg onbestaand.

De burgers van de 21e eeuw zijn multi-moreel, multi-individueel, overtuigd van de eigen overtuiging en vooral van het privilege die overtuiging te mogen koesteren

De burgers van de 21e eeuw zijn multi-moreel, multi-individueel, overtuigd van de eigen overtuiging en vooral van het privilege die overtuiging te mogen koesteren. Geconfronteerd met de overtuigingen van anderen, acht het individu de zijne minstens evenwaardig, zo niet dominant. En geen gemeenschapsgevoel, geen diepere moraal of sociaal contract biedt klaarblijkelijk voldoende tegenwicht voor individualisme en intolerantie. Evenmin blijkt de (menselijke capaciteit tot) rede sterk genoeg om de gemeenschap en haar belangen te laten primeren. In die samenleving, dynamisch en roerig, complex en problematisch, staat het recht er alleen voor.

Frank Fleerackers

  • Frank Fleerackers

    Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ in 2023.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.