Recht op doel cover

1 aug 2023 | Column

Recht op doel
  • Frank Fleerackers

    Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ in 2023.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Fleer op één. In Fleer op één reflecteert elke eerste van de maand een gerenommeerd rechtsdenker over justitie in België en daarbuiten. Prof. dr. Frank Fleerackers, hoogleraar Rechtsdenken aan de KULeuven, verwoordt verbatim het recht van de filosoof. Deze maand reflecteert hij over juridische doelgerichtheid: moeten we die als efficiëntie of als effectiviteit omschrijven?

Recht op doel


Wanneer treft het recht doel, indien het überhaupt een doel heeft?

Dienen we juridische doelgerichtheid als efficiëntie of als effectiviteit te omschrijven? Efficiëntie behoort conceptueel tot de economische ratio en gaat uit van een gegeven, vaste, statische situatie. Doch efficiëntie behoort in die zin ook tot het klassieke rechtsdenken, met zijn fixatie op statische rechtszekerheid en zijn gerationaliseerde vooronderstelling van inzicht en communicatie. Deze vooronderstelling faalt, evenals de rechtszekerheidsfixatie. De samenleving is volatiel, vliedend, evolutief en allesbehalve statisch.

Dienen we juridische doelgerichtheid als efficiëntie of als effectiviteit te omschrijven? Efficiëntie behoort conceptueel tot de economische ratio en gaat uit van een gegeven, vaste, statische situatie.

Uitgaan van een gegeven of vaste situatie wordt in het recht mooi verwoord met het Latijnse “rebus sic stantibus”: “in gelijkblijvende omstandigheden” of “voor zover niets verandert”. Vanzelfsprekend wordt met deze clausule bedoeld dat een contract of verdrag geldig blijft indien er zich geen fundamentele wijziging voordoet in de omstandigheden. Maar achter die reguliere betekenis zit ook een diepere, die de mogelijkheid van een statische situatie uitroept, of beter, die een statische wereld als realistisch alternatief voor een dynamische werkelijkheid vooropstelt.

In deze fictie, in dit als-of, wordt de rationalisering van het klassieke rechtsdenken voelbaar. Wat als een mogelijke realiteit wordt aangekaart, is in feite de constructie van een onmogelijkheid. In globo kan men stellen dat het klassieke rechtsdenken, geconfronteerd met een werkelijkheid die steeds complexer en dynamischer wordt en immer wordend is, blijft opteren voor de denkvormen van de Verlichting in een wereld die deze denkvormen nooit heeft toebehoord.

Waar het recht zich teleologisch had moeten spiegelen aan een realiteitsgedreven bewegingsparadigma, gebeurde net het omgekeerde. Halsstarrig werd het geloof in een statische realiteit beleden en zelfs versterkt: te midden individualisme en multiculturalisme zou het recht als rots in de branding van de hyperdynamische werkelijkheid zijn subjecten soelaas bieden. Het recht zou dan bieden wat de eenvormige moraal of religie niet (meer) kon: zekerheid, veiligheid, vastheid en eenvoud. Het recht zou, ingaand tegen de dynamiek en differentie van de werkelijkheid, aldus het onmogelijke realiseren.

Het recht zou dan bieden wat de eenvormige moraal of religie niet (meer) kon: zekerheid, veiligheid, vastheid en eenvoud. Het recht zou, ingaand tegen de dynamiek en differentie van de werkelijkheid, aldus het onmogelijke realiseren.

De klassieke keuze voor efficiëntie boven effectiviteit belichaamt deze onmogelijkheid. Pogingen tot efficiëntie middels fixatie van de ons omringende realiteit dragen namelijk meteen de kiem van hun noodzakelijk falen in zich. Die realiteit duldt geen vaste constructie en werpt bijgevolg elke aanzet daartoe als onaangepast van zich af. Indien recht een doel heeft, kan dat doel dus onmogelijk efficiëntie vertonen of genormeerd worden binnen een statische subwereld die nimmer levensvatbaar en daarom letterlijk irreëel is.

Effectiviteit, daarentegen, biedt wel zicht op haalbare doelgerichtheid, vermits juridische effectiviteit niet verankerd wordt in een gefixeerde fictie of gefingeerde fixatie. Een situatie is rechtseffectief wanneer het recht, in lijn met de werkelijkheid, de veranderlijke wereld van verschillen tussen mensen, tussen overtuigingen, tussen affectoren, ten volle kan duiden en begeleiden. Een jurist verricht effectief rechtswerk voor zover hij zijn juridische analyse laat leiden door de differentie en dynamiek, die de menselijke samenleving ten grondslag liggen. Ondertussen blijft het klassieke recht evenwel uitgroeien tot een afgescheiden deelwereld, waarin het schijnbaar goed toeven is (ZIZEK, S., Welkom in de Woestijn van de Werkelijkheid, Sun, Amsterdam, 2005).

Hoog tijd, dus, voor een realistisch engagement, een gedrevenheid die de werkelijkheid niet overstijgt, een bewogenheid die de wereld van verschil en beweging niet ontkent.

Hoog tijd, dus, voor een realistisch engagement, een gedrevenheid die de werkelijkheid niet overstijgt, een bewogenheid die de wereld van verschil en beweging niet ontkent. Indien het recht die wereld dienstig wil zijn, dan vergt zulks een effectief rechtsdenken, dat de gerationaliseerde efficiëntie van het klassieke juridische denkkader als een onmogelijke fictie terzijde schuift.

Frank Fleerackers

Lees hier meer reflecties van professor Fleerackers

  • Frank Fleerackers

    Prof. dr. Frank Fleerackers promoveerde aan de Harvard Law School tot Master of Laws. Hij is universiteitshoogleraar aan de Leuvense Faculteit Rechtsgeleerdheid, waar hij rechtsdenken en juridische grondslagen doceert. Daarnaast verkreeg hij visiting positions aan Europese en Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard en MIT. Als decaan en advocaat werd hij in 2008 benoemd tot de HRJ. Hij publiceerde meer dan twintig boeken, waaronder recent ‘La Peau du Juge. Exercer le jugement’, ‘Le Droit du Philosophe. Définir le jugement’, en ‘The Rearguard of Subjectivity. On Legal Semiotics’ in 2023.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.