Wie enige tijd door Japan reist, krijgt de indruk dat het leven daar draait op een haast onzichtbare motor: discipline zonder hardheid, efficiëntie met een menselijke ondertoon, professionaliteit zonder arrogantie. Achter die schijnbare vanzelfsprekendheid schuilt een concept dat even eenvoudig als diepgaand klinkt: Ikigai, de Japanse zoektocht naar de reden waarom je ’s ochtends opstaat. In Japan is Ikigai nooit louter individueel maar altijd verbonden met het grote geheel: een balans tussen doen wat je graag doet, waar je goed in bent, wat de wereld nodig heeft en wat je in staat stelt je leven te uit te bouwen.
Op het eerste gezicht lijkt dat iets voor welzijnsgoeroes of carrièrecoaches. Wie echter een blik werpt op de juridische sector merkt dat het verrassend relevant wordt. Want als er één beroepsgroep is die draait om mensen, belangen, conflicten en maatschappelijk vertrouwen, dan zijn het juristen, magistraten en advocaten. En toch lijkt precies daar vandaag het gevoel van betekenis en zingeving onder druk te staan.
Een sector die haar “waarom” dreigt te verliezen
Advocaten rapporteren hoge stressniveaus, stagiairs verlaten het beroep na enkele jaren, magistraten krijgen meer dossiers dan menselijk haalbaar is, rechtenstudenten vragen zich af of hun studie nog leidt tot een leefbare carrière. Het recht dient van nature als stabiliserende kracht: een bescherming voor de zwakkeren en een belofte van rechtvaardigheid voor iedere burger. Maar in de praktijk voelt het vak voor velen als een productie-economie waarin dossiers worden “verwerkt” in plaats van gedragen.
Dat is precies het type crisis waar Ikigai een antwoord op probeert te formuleren. Niet door harder te werken, maar door jezelf opnieuw af te vragen: waarom? Waarom doe je dit werk? Voor wie? En wat gebeurt er als die oorspronkelijke betekenis in de hectiek verdwijnt? Want een beroep dat zijn doel verliest, verliest uiteindelijk ook zijn legitimiteit.
Professionele waardigheid als fundament
Wat in Japan opvalt, zijn de rituelen van professionaliteit. Ze lijken klein, maar ze komen voort uit een diep gevoel van verantwoordelijkheid: een winkelbediende die blijft buigen tot de klant vertrokken is, een conducteur die zich verontschuldigt voor dertig seconden vertraging, een advocaat die documenten met precisie ordent voor een zitting. Het gaat niet om etiquette als uiterlijk vertoon, maar om waardigheid in het werk en respect voor degene voor wie men werkt.
In de juridische wereld – waar beslissingen gevolgen dragen voor levens, gezinnen en toekomstperspectieven – zou die aandacht voor waardigheid meer zijn dan een esthetisch detail. Het kan een moreel anker worden. In plaats van uitsluitend te streven naar efficiëntie, kan het besef groeien dat het recht ook menselijke zorg draagt.

De kracht van het collectief in een individualistisch beroep
Een van de meest opvallende verschillen tussen Japanse werkcultuur en Westerse juridische praktijk is de positie van het individu. In veel advocatenkantoren heerst in de praktijk nog steeds een cultuur waar succes gezien wordt als iets wat men zelf, liefst nog alleen, bereikt. Urenfacturatie, partnertrajecten en competitie tussen jonge juristen werken die logica alleen maar in de hand.
Japan laat een andere benadering zien. Daar wordt professionaliteit gedefinieerd vanuit het collectief: het team, de instelling, de gemeenschap. Een individu blinkt uit door bij te dragen aan het geheel. Die mentaliteit zou verrassend bevrijdend kunnen werken in de juridische sector. In plaats van stagiairs uit te putten, zouden kantoren hen kunnen opleiden. In plaats van alleen maar rendement te meten, zou kwaliteit opnieuw centraal kunnen staan. Het recht wint daar uiteindelijk het meest bij, want een sector die collectief denkt, versterkt het vertrouwen van de samenleving.
Aandacht als werkethiek
In Japan bestaat het begrip “kodawari”: een soort “toewijding”, waarin het kleine net zo belangrijk is als het grote. Het gaat om aandacht, niet om haast. Zo bereidt een Japanse chef een bord ramen voor de honderdste klant van de dag met dezelfde zorg als voor de eerste. Niet omdat iemand dat controleert, maar omdat zijn métier dat waardig maakt.
Die manier van naar het leven kijken kan inspirerend zijn voor juristen. Het recht hoeft namelijk niet harder te worden bedreven, maar bewuster. Helder schrijven in plaats van juridische mist, luisteren voordat men procedeert, de cliënt zien als mens in plaats van dossiernummer. De meeste juristen vonden het recht ooit omdat het iets betekende en ergens voor stond – niet enkel omdat het een technische puzzel was.
De uitstroom in advocatuur: een verlies aan zingeving
Dat Ikigai relevant wordt, blijkt het scherpst uit het feit dat zoveel jonge advocaten het vak vroeg verlaten. Niet omdat ze het recht niet beheersen, maar omdat ze zich afvragen waarvoor ze het doen. Wie alleen nog werkt om targets te halen, brandt op. Wie daarentegen voelt dat zijn werk maatschappelijk waardevol is, blijft staan, ook in moeilijke dossiers.
De zoektocht naar Ikigai is dus geen luxe, maar een vorm van beroepshygiëne. Een advocaat kan zich afvragen: welke zaken dragen bij aan wie ik als jurist wil zijn? Een magistraat kan zichzelf toestaan om taal te gebruiken die begrijpelijk is. Een stagiair mag vragen om begeleiding, want wie groeit, blijft.
Wat het recht als systeem kan leren
Niet alleen het individu, maar ook het recht als structuur kan van Ikigai leren. Toegang tot recht blijft voor veel burgers problematisch, en procedures zijn soms zo technisch dat zelfs wie in zijn gelijk staat, onderweg het vertrouwen verliest. Japan kent een maatschappelijke reflex naar harmonie en conflictbeperking: het recht is een middel om het samenleven te beschermen, niet om iemand te overwinnen.
Wanneer rechters en advocaten communiceren op een menselijke manier, wanneer het systeem toegankelijker wordt en empathie geen zwakte betekent maar een professionele waarde, dan groeit het vertrouwen. En vertrouwen is in het recht uiteindelijk even belangrijk als rechtspraak zelf.
Ikigai als herbronning van het beroep
Misschien begint de verandering klein: kiezen voor dossiers die inhoudelijk passen, ruimte maken voor mentorschap, durven weigeren om menselijkheid te offeren aan snelheid. De kern van Ikigai is dat kwaliteit geen bijproduct is, maar een overtuiging. Het gaat om de vraag of het werk ertoe doet, en voor wie.
Japan leert dat het zoeken van betekenis in je werk niet zomaar een zweverige filosofie is, maar een bron van professionele fierheid. Het recht kan die fierheid terugvinden. Niet door harder te rennen, maar door opnieuw te weten waarom het loopt. Wat dit beroep uiteindelijk uniek maakt, is dat het levens raakt. Wanneer juristen hun Ikigai terugvinden, vindt het recht opnieuw zijn ziel.
Arne Van Duppen
Communicatie Jubel.be



0 reacties