De algemene stroompanne in het oude Brusselse justitiepaleis werd dinsdag al vroeg onder de aandacht gebracht door een ietwat cynische raadsheer van het Hof van Cassatie, die op LinkedIn volgende boodschap plaatste: “Sinds 7u30 op mijn bureau in het donker. Ik hoopte nog wat te kunnen werken voor de zitting, maar de elektriciteit ligt al sinds gisteren plat. Met een beetje geluk vind ik met het lampje van mijn (uiteraard) zelfbetaalde smartphone het enige nog werkende toilet op de gang. En straks naar de zitting met pen en papier. Ik ben zo graag magistraat. Maar ik ben de werkomstandigheden zo beu.” Laat me raden: we gaan weer over tot de orde van de dag?
Wat te denken van gevangenisdirecteurs die staken omdat ze de schrijnende toestand in de Belgische gevangenissen niet meer kunnen aanzien? In dit land worden gevangenen “gestapeld” en is de term “grondslaper” al lang ingeburgerd, en de directeurs dreigen om bij iedere nieuwe gevangene er nu twee te laten vertrekken. Het is de kroniek van een al lang aangekondigde ramp. Laat me raden: we gaan weer over tot de orde van de dag?
Ook deze week liet de minister van Asiel en Migratie tijdens een interview optekenen dat ze niet van plan is de veroordelingen uit te voeren van de Belgische staat tot dwangsommen wegens het niet opvangen van asielzoekers, en het geld van de dwangsommen liever besteedt aan eigen beleid. In een gezamenlijke mededeling reageerden het Hof van Cassatie, het College van hoven en rechtbanken en het College van procureurs-generaal scherp: “Rechterlijke beslissingen zijn bindend voor alle burgers én voor alle overheden. (…) Het argument dat het geld van een definitief opgelegde dwangsom beter voor andere doeleinden kan worden aangewend, mag nooit dienen als rechtvaardiging om gerechtelijke uitspraken naast zich neer te leggen. Op die manier zou elke burger kunnen beslissen om een boete niet te betalen omdat dit hem beter uitkomt. De uitspraken van minister Van Bossuyt zijn symptomatisch voor een verontrustende evolutie waarin een lid van de uitvoerende macht zich boven de wet meent te kunnen plaatsen.” Wat zal er gebeuren als nu plots de burgers van dit land ook de rechterlijke beslissingen die hen niet uitkomen naast zich neerleggen? Gaan we dan ook gewoon over tot de orde van de dag?
Een vonnis herleiden tot een waardeloos vodje papier, zoals deze week weer gebeurde, is een gevaarlijke evolutie; al zijn er ook eerbiedwaardige juristen die dat relativeren. Strafpleiter Joris Van Cauter merkt in zijn column (“Willen we echt dat de rechters het land regeren?”, De Standaard, 6 oktober) op dat het precies de rechterlijke macht is die “als eerste” de scheiding der machten heeft genegeerd. Volgens hem zijn de rechters van Straatsburg “een oude tekst” creatief gaan lezen en hebben zij op die manier rechten gecreëerd waarvoor nooit iemand heeft gestemd. Dat argument klinkt in de oren van een civilist wat vreemd. Het Burgerlijk Wetboek van 1804 werd tweehonderd jaar lang door rechters geïnterpreteerd om het aan de wijzigende maatschappelijke omstandigheden aan te passen. Zo ontstond bijvoorbeeld de theorie van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent. Uiteindelijk besliste de wetgever om daarmee komaf te maken in het nieuwe Burgerlijk Wetboek, dat vanaf dan de nieuwe regel is. Die logica zou ook moeten gelden in asielzaken. De omstandigheid dat de Elchardus-doctrine (en de stelling dat de rechters de scheiding der machten negeren) ook bij juristen opgang maakt, is verontrustend, en hopelijk gaan we hier niet zomaar over tot de orde van de dag.
Deze week sprak Koen Lenaerts, de Belgische president van het Europees Hof van Justitie, in Brussel op een colloquium over “onrechtmatige bedingen”, een moeilijk begrip om de kleine lettertjes in contracten aan te duiden. Het gaat om erg technische wetgeving die grotendeels geïnspireerd is door Europese richtlijnen en de wijze waarop die door het Hof van Justitie worden geïnterpreteerd. Die techniciteit verhinderde de ministers van Economie en Consumentenbescherming niet om in persoon aanwezig te zijn. Koen Lenaerts begeesterde de zaal op zijn eigen onnavolgbare wijze. Hij wees op de houding van het Hof van Justitie als de hoeder van de grondbeginselen van het Europese Unierecht. Daar maakt de consumentenbescherming een wezenlijk onderdeel van uit en dat zullen bijvoorbeeld de Europese banken geweten hebben. Er volgde daarna een zeer hoffelijk debat tussen alle stakeholders met in beginsel erg tegenstrijdige belangen, maar er bleek ook dat het recht een bindmiddel kan zijn in de zoektocht naar evenwichten in de samenleving. Zullen we op die noot overgaan tot de orde van de dag?
Hugo Lamon
Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.
0 reacties