Het is op vandaag haast onmogelijk om nog vermogen aan te houden dat (mogelijk) besmet is met een fiscaal misdrijf. Zowel de belastingadministratie als de banken hebben hun vizier doorheen de jaren op scherp gesteld. Enige zweem van belastingontduiking doet vragen rijzen, en noodzaakt de belastingplichtige te bewijzen dat het vermogen wel degelijk volledig haar normaal belastingregime heeft ondergaan. Maar wat als de betrokken belastingplichtige de oorsprong van het betrokken vermogen niet kan weder samenstellen en dus onmogelijk dit gevraagde bewijs kan leveren? Kan een fiscale regularisatie een uitweg bieden?
Fiscale regularisatie anno 2021
Op vandaag kunnen federale belastingen nog steeds worden geregulariseerd bij het Contactpunt Regularisaties op basis van de Wet van 21 juli 2016 (BS 29 juli 2016). Zowel fiscaal niet-verjaarde inkomsten, sommen en btw-handelingen als fiscaal verjaard kapitaal kunnen worden geregulariseerd. Mits betaling van de vereiste regularisatieheffing bekomt de aangever quasi volledige fiscale en strafrechtelijke immuniteit voor de aangegeven inkomsten en kapitalen.
Bal ligt in het kamp van de belastingplichtige!
Belangrijk is dat de bal in het kamp van de aangever wordt gelegd. Het is aan de aangever om te bepalen wat wordt geregulariseerd. Slechts voor het geregulariseerde gedeelte geniet de aangever fiscale en strafrechtelijke immuniteit. Voor het niet-geregulariseerde gedeelte zal de betrokken belastingplichtige moeten kunnen bewijzen dat dit vermogen wel degelijk haar belastingregime heeft ondergaan. De roep om een duidelijk en sluitend bewijs is doorheen de jaren steeds luider geworden, zowel bij de belastingadministratie als de banken. Er is geen plaats meer voor enige zweem van twijfel.
Fiscaal verjaard kapitaal: bewijsproblematiek
Dit bewijs blijkt in de praktijk in bepaalde gevallen echter bijzonder moeilijk. Dit is onder meer het geval voor fiscaal verjaard kapitaal dat de aangever niet zelf heeft opgebouwd maar geschonken kreeg, bv. vanwege een ouder. Vaak is het voor de aangever onmogelijk om afdoende aan te tonen dat de oorsprong van het vermogen niet behept is met een fiscaal misdrijf, inzonderheid wanneer het vermogen reeds geruime tijd in het buitenland wordt aangehouden (op buitenlandse bankrekeningen of in buitenlandse structuren) en de schenker overleden is.
Wat kan de betrokken aangever doen? Niet regulariseren? In dat geval is het risico echter niet uitgesloten dat de aangever strafrechtelijk wordt vervolgd voor medeplichtigheid aan een witwasmisdrijf. Zo kan er in hoofde van een begiftigde al sprake zijn van medeplichtigheid aan een witwasmisdrijf door het louter om niet ontvangen van vermogensvoordelen uit fiscale fraude, althans wanneer de begiftigde de oorsprong van het vermogen kende of moest kennen en in geval er sprake is van ernstige fiscale fraude. Bovendien zal het bij gebreke aan regularisatie bijzonder moeilijk zijn een Belgische bank te overtuigen dit vermogen aan te houden.
Regulariseren? Ook dat biedt geen uitweg voor de betrokken aangever. De wet laat een regularisatie door een begiftigde immers niet toe: fiscaal verjaard kapitaal kan enkel worden geregulariseerd door diegene die het fiscaal basismisdrijf heeft gepleegd, in casu de schenker. De aangever moet ook de pleger van het fiscaal basismisdrijf zijn. Een regularisatie door de begiftigde is in dat geval onmogelijk, en dat terwijl diezelfde begiftigde nog steeds strafrechtelijke risico’s loopt.
Pragmatische oplossing: regularisatie op naam van de nalatenschap van de schenker
Leeft de schenker nog dan is voormelde problematiek op te lossen door de schenker het fiscaal verjaard kapitaal te laten regulariseren. Is de schenker reeds overleden dan lijkt de regularisatie-piste niet open te staan voor de begiftigde, met alle strafrechtelijke consequenties van dien.
Het Contactpunt Regularisaties is hieraan tegemoetgekomen door toe te laten het fiscaal verjaard kapitaal te regulariseren op naam van de nalatenschap van de overledene die destijds het fiscaal misdrijf heeft gepleegd, in casu de schenker. Op die manier vindt de regularisatie op een correcte manier plaats binnen de contouren van de wettekst: de aangever is immers de pleger van het te regulariseren fiscaal misdrijf. Op het aangegeven fiscaal verjaard kapitaal is een regularisatieheffing van 40% verschuldigd.
Bij regularisatie op naam van de nalatenschap van de schenker bekomt ook de begiftigde strafrechtelijke immuniteit als mededader of medeplichtige aan de gepleegde witwasmisdrijven. Dit neemt niet weg dat de begiftigde een zelf gepleegd fiscaal misdrijf, anders dan dat gepleegd door de schenker, nog steeds zelf zal moeten regulariseren (bv. niet-aangifte inkomsten). Om tot een volledige regularisatie van het geschonken vermogen te komen, zal vaak ook een regularisatie in hoofde van de begiftigde vereist zijn.
Regularisatieheffing: aangifte nieuw passief in nalatenschap schenker
Bij wijze van uitzondering zou de Vlaamse Belastingdienst aanvaarden dat de regularisatieheffing alsnog als passief in de nalatenschap van de overleden schenker wordt ingebracht, zelfs al is de indieningstermijn ter zake reeds verstreken. De Vlaamse Belastingdienst zou hiertoe wel vereisen dat in de initiële aangifte werd geopteerd voor het werkelijk passief.
Federale regularisatie: nog tot 1 januari 2024!
Na het uitdoven van de Vlaamse regularisatie voor erf- en registratiebelasting op 31 december 2020, loopt nu wellicht ook de federale regularisatie stilaan op zijn einde. In een wetsontwerp van 22 januari 2021 wordt voorzien dat de regelgeving inzake het stelsel van fiscale en sociale regularisatie per 31 december 2023 buiten werking treedt. Regularisatie-aangiftes die uiterlijk op deze datum zijn ingediend zullen nog verder door het CPR worden behandeld. Uitgereikte regularisatie-attesten op basis waarvan belastingplichtigen fiscale en strafrechtelijke immuniteit hebben bekomen zullen ook na de stopzetting verder van kracht blijven.
Anouck Sandra en Elien Rousseeuw
Volg ook onze IMPOSTO Tax Talks, ook op Linkedln.
0 reacties