Mijn eerste dag als advocaat-stagiair op kantoor staat nog helder op mijn netvlies. Ik dacht dat ik klaar was voor de advocatuur. Alle boeken gelezen, alle examens gehaald, en ik kon zelfs "pacta sunt servanda" uitspreken zonder te stotteren. Toch kwam ik meer struikelblokken tegen dan verwacht – en de meeste speelden zich af in mijn eigen hoofd.
Om mezelf te verbeteren las ik The Essential Associate van Jay Harrington, een Amerikaanse advocaat die zijn strepen verdiende bij top tierkantoren. Zijn boek gaat over excelleren als jong advocaat, maar bood ook inzichten om typische valkuilen te vermijden.
Door mijn rol binnen de JABKES (Jong Advocaten Brussel) sprak ik met talloze advocaat-stagiairs. Telkens hoorde ik dezelfde thema's terugkomen: obstakels die verder reiken dan juridische kennis of technische vaardigheden. Ze spelen zich af in ons hoofd – in hoe we naar onszelf kijken, omgaan met druk, en onze plaats proberen te vinden in een wereld die plots veel groter en ingewikkelder blijkt dan de universitaire bubbel.
Dit artikel gaat over die mentale uitdagingen. Niet om ze te dramatiseren, maar om ze te benoemen. Want wat je niet kunt benoemen, kun je ook niet overwinnen. Het goede nieuws? Met de juiste ingesteldheid worden bergen vaak molshopen.
Het impostor syndrome
Het impostor syndrome is misschien wel de trouwste compagnon van de jonge advocaat. Je loopt het kantoor binnen, ziet collega's met indrukwekkende reputaties en denkt: "Wanneer ontdekken ze dat ik hier niet thuishoor?"
Je weet rationeel dat je diploma's hebt, examens hebt doorstaan en dat ervaren advocaten je werk nakijken. Toch voel je je vaak als een scholier die per ongeluk in een universiteitsbibliotheek is beland.
Het venijn zit in hoe je successen wegwuift. Een gewonnen zaak? Puur geluk. Een compliment van je stagemeester? De realiteit? Bijna iedere advocaat-stagiair kent dit gevoel
Het venijn zit in hoe je successen wegwuift. Een gewonnen zaak? Puur geluk. Een compliment van je stagemeester? Hij had waarschijnlijk haast. Je schrijft alles toe aan externe factoren, bijna nooit aan eigen capaciteiten.
De realiteit? Bijna iedere advocaat-stagiair kent dit gevoel. Zelfs Einstein noemde zichzelf ooit een "involuntary swindler". Het helpt om te beseffen dat je niet alleen bent. Fouten maken bewijst geen onbekwaamheid: het hoort bij het leerproces.
Het impostor syndrome verdwijnt misschien nooit helemaal, maar je leert ermee omgaan. Het wordt geen blok aan je been meer, maar een stem die herinnert dat groei altijd gepaard gaat met onzekerheid.
Het belang van een groeimindset
Veel stagiairs beschouwen hun capaciteiten als vaststaand: je bent goed in pleiten of niet, je bent een geboren netwerker of niet. Die denkwijze is verleidelijk, maar verlammend.
Een vaste mindset zegt: "Dit kan ik niet, punt." Een groeimindset zegt: "Ik kan dit nog niet." Dat ene woord verandert alles
Psycholoog Carol Dweck beschreef in Mindset: The New Psychology of Success het verschil tussen een vaste en een groeimindset. Een vaste mindset zegt: "Dit kan ik niet, punt." Een groeimindset zegt: "Ik kan dit nog niet."
Dat ene woord verandert alles. Het betekent dat vaardigheden ontwikkeld kunnen worden, dat falen geen eindpunt is maar een tussenstap.
Dit wil niet zeggen dat iedereen hetzelfde potentieel heeft. De partner die vandaag moeiteloos een closing leidt, heeft misschien meer natuurlijke flair. Maar de essentie van de groeimindset is dat je jezelf niet vastpint op een beginpunt. Je kunt beter worden dan gisteren – en dat is de enige vergelijking die telt.
Wie bewust oefent, feedback vraagt en kleine stappen vooruitzet, merkt dat het onmogelijke langzaam routine wordt.
Work-lifebalance: de illusie van nine-to-five
Wie in de advocatuur begint met de verwachting dat werk en privé netjes in evenwicht blijven, komt van een koude kermis thuis. Dossiers houden zich niet aan kantoortijden, cliënten bellen na 20u, en dringende closings volgen elkaar op.
Grenzen trekken is belangrijk, al klinkt dat makkelijker dan het is. Soms gaat het om kleine dingen: aangeven dat je vol zit, of dat je die ene avond al iets gepland hebt. Het gaat erom dat je mee bepaalt waar je grenzen liggen.
Tegelijk is het nuttig om je idee van balans te herzien. Het leven is geen perfecte weegschaal, maar een golvende beweging. Sommige momenten kosten energie, andere geven energie. Soms kan een closing of gewonnen zaak meer voldoening geven dan – om het scherp te stellen – de afwas.
Dat betekent niet dat je altijd voor werk moet kiezen, maar wel dat je eerlijk mag kijken naar wat jou energie geeft
Dat betekent niet dat je altijd voor werk moet kiezen, maar wel dat je eerlijk mag kijken naar wat jou energie geeft. Work-lifebalance wordt dan minder een zoektocht naar evenwicht en meer een kwestie van bewust omgaan met je energie.
Sociale isolatie
De advocatuur is vaak een eenzame job. Zeker in de zakenadvocatuur breng je uren alleen door achter je scherm, verdiept in contracten of analyses. Het contrast met bijvoorbeeld strafpleiters is groot: zij staan bijna dagelijks in contact met cliënten, rechters en andere partijen.
Als advocaat-stagiair kun je dagen werken zonder echt menselijk contact buiten je team. Dat isolement weegt zwaar. Je vrienden spreken af op vrijdagavond terwijl jij nog een advies afwerkt. Op den duur krijg je het gevoel dat je er niet meer bijhoort.
Het vraagt discipline om die cirkel te doorbreken. Sociale contacten komen niet vanzelf. Je moet ze inplannen en actief onderhouden. Een avond met vrienden, sporten in groep, of een afspraak buiten het kantoor kan wonderen doen.
De job is intens en veeleisend, maar des te belangrijker is het om buiten die bubbel te blijven leven. Alleen zo hou je vol op lange termijn.
Zingeving in de zakenadvocatuur
Een subtieler struikelblok is de vraag naar zin. Op de universiteit droom je van pleiten over grote maatschappelijke thema’s of het verdedigen van rechtvaardigheid. Populaire series als Suits versterken dat beeld – glamoureus, spannend, vol scherpe oneliners – maar ze geven een karikatuur van de werkelijkheid. In de praktijk spendeer je uren aan een voetnoot in een memo of het nalezen van contractclausules waarvan niemand buiten de raad van bestuur ooit hoort.
Dat kan leiden tot een knagend gevoel: "Is dit het nu? Draagt mijn werk bij aan iets dat ertoe doet?"
Eerlijk: soms is het antwoord nee. Niet elke clausule verandert de wereld. Maar betekenis zit vaak in kleine dingen: een cliënt helpen een deal realiseren, een team vooruithelpen, of zelf elke dag iets nieuws leren.
Zoals Viktor Frankl schreef: betekenis wordt niet altijd gegeven, ze wordt vaak gemaakt door hoe je naar je situatie kijkt. Voor een jonge advocaat kan dat betekenen: jezelf niet blindstaren op de kleine lettertjes, maar inzien dat je daar fundamenten legt voor een vak dat op termijn wél impact kan hebben.
Slot
De eerste maanden als advocaat zijn pittig – een understatement. Maar de obstakels zijn niet onoverkomelijk. Met de juiste ingesteldheid, humor, en het besef dat je niet alleen bent, kom je verder dan je denkt.
De draagbaarheid van deze uitdagingen hangt niet alleen af van je eigen veerkracht. Veel heeft te maken met de collega's waarmee je samenwerkt en hoe je je voelt binnen een kantoor. Want uiteindelijk groei je niet alleen door je eigen inspanningen, maar ook door de omgeving die je de ruimte geeft om te leren, te falen, en opnieuw op te staan.
De advocatuur is een marathon, geen sprint. En zoals bij elke marathon geldt: de eerste kilometers zijn het zwaarst, maar wie doorhoudt, ontdekt dat het lichaam en de geest zich aanpassen. Wat aanvankelijk onmogelijk leek, wordt geleidelijk aan een nieuwe normaliteit.
0 reacties