De Vlaamse minister bevoegd voor huisvesting vraagt aan de federale overheid om de tijdelijke btw-verlaging tot 6 procent voor sloop- en heropbouwwerken te verlengen.
In de besprekingen omtrent het fiscaal en parafiscaal statuut voor sportbeoefenaars, koppelt de federale overheid een – allicht ietwat gereduceerd – gunstregime voor die groepen aan de inspanningen die de sportclubs leveren voor jongerenopleiding.
Gezien de bevoegdheidsverdeling in ons federale land, is dat tweemaal vreemd.
Immers, niet de federale overheid maar de gewesten zijn bevoegd voor het woonbeleid. En ook voor de ondersteuning van de sportclubs is de federale overheid niet bevoegd. Dat is het domein van de gemeenschappen. En terecht staan die gewesten en gemeenschappen op hun strepen wanneer de federale regering zich zou willen mengen in hun bevoegdheden. Op dit principiële standpunt maken ze echter een uitzondering: als ze via fiscale gunstregimes kunnen mee-eten uit de federale begrotingspot, zoals het geval is in de twee hiervoor vermelde voorbeelden.
De jongste maanden worden vele pleidooien gehouden voor meer homogene bevoegdheidspakketten in de taakverdeling tussen de verschillende overheden van dit land. Deze pleidooien betreffen in eerste instantie de reglementaire en uitgavenbevoegdheden van die overheden. Bij de aanpak van de Coronacrisis bleek dat de bevoegdheden van de federale en gemeenschapsregeringen te verstrengeld zijn. Een gelijkaardige verstrengeling bestaat echter ook tussen fiscale en uitgavenbevoegdheden met betrekking tot dezelfde maatschappelijke vraagstukken.
Het is daarom aangewezen het debat over homogene bevoegdheidspakketten uit te breiden tot het domein van de fiscaliteit. Het ware logisch de federale overheid de bevoegdheid te ontnemen om bijkomende of ruimere fiscale stimulansen te geven inzake materies die niet tot haar uitgavenbevoegdheid behoren.
Wim Coumans, Lid van de afdeling “Fiscaliteit en Parafiscaliteit” van de Hoge Raad van Financiën
0 reacties